U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Multiculturele Samenleving

Artikel Paul Scheffer

Reacties

Politieke discussie

Hoe staat het in het buitenland?

Discussie

Links

Doelgroepen uit de tijd


Na het debat over het multiculturele drama, is het tijd voor daden. Hoe maakt Nederland werk van de integratie van minderheden? Om de drie weken maken Ahmed Aboutaleb, directeur van het instituut voor Multiculturele ontwikkeling Forum en Roger van Boxtel, minister voor Grotesteden- en Integratiebeleid, door middel van brieven aan elkaar de balans op.

Geachte heer Aboutaleb,

Vindt u het ook zo leuk voor de Zuid-Nederlanders dat nu ook eens een meisje uit Limburg als Miss Nederland is gekozen? Ze komt uit Roermond, spreekt - volgens de krant - met een zachte G en heeft een goede baan bij een bank. Haar naam is Raja Moussaoui. Ze heeft iets gemeen met een consumptieijsfabrikant in Den Haag, een gemeenteambtenaar in Amsterdam, een winkelier in Rotterdam en een leraar uit Groningen: ze zijn formeel allemaal doelgroep van het minderhedenbeleid en - al even formeel - zou ik mij, als minister voor integratiebeleid, hun lot moeten aantrekken omdat ze respectievelijk Marokkaans, Italiaans, Chileens, Turks en Surinaams zijn. Ik vraag me af of zij daar wel op zitten te wachten. Volgens de geldende regeling ben je in Nederland officieel een minderheid als je: buitenlandse werknemer of nakomeling daarvan, dan wel afkomstig uit de voormalige overzeese gebiedsdelen, of vluchteling of zigeuner bent. We houden het al twintig jaren bij deze 'etnische minderheden als doelgroepen'. Begrijp me goed, ik stel hier niet voor om het minderhedenbeleid zeer binnenkort af te schaffen. Maar juist een brief- en gedachtewisseling als deze geeft de ruimte om zo'n vraag ook eens bij u neer te leggen.

Het begrip 'etnische minderheden als doelgroepen' is naar mijn mening aan het eroderen en eigenlijk onwerkbaar, uit de tijd. Aan de ene kant melden zich groepen aan met hun eigen problemen: Ghanezen, Irakezen, Afghanen; aan de andere kant zijn er steeds meer mensen als mevrouw Moussaoui die de kansen die ons land biedt, met beide handen hebben aangepakt en het gemaakt hebben. Dat zijn geen helden of overwinnaars tegen wil en dank. Dat zijn gewone mensen als u (!) en ik die op het juiste moment de juiste keus gemaakt hebben. Ik vind daarom dat we maar eens opnieuw moeten gaan nadenken over wat we 'doelgroepen' noemen, want we kunnen niet veel meer met categorieën als bijvoorbeeld 'Marokkanen' en 'Turken'. Dat betekent niet dat ik de unieke en in de wet vastgelegde inspraak van etnische minderheden wil afschaffen. Het betekent al helemaal niet dat ik er voor pleit om de zorg voor hen die nog niet als volwaardig en geaccepteerd inwoner van ons land mee kunnen, niet langer op onze gemeenschappelijke schouders te nemen; integendeel! Maar waar ik wel over nadenk is de vraag of de twintig jaar geleden vastgelegde doelgroepen nog steeds de groepen zijn waar we ons op moeten concentreren in plaats van op bepaalde categorieën binnen die oude doelgroepen en op de nieuwe immigranten.

Niet alleen de doelgroepen veranderen, ook de aard van migratie is een andere geworden. De moderne wereld bestaat niet meer uit staten waarvan de landsgrenzen tegelijkertijd de begrenzing van de mobiliteit en het blikveld zijn. De migratiedruk die de rijke landen steeds meer als knellend ervaren ontstaat doordat mensen over de hele wereld staten en grenzen kennelijk als van secundair belang ervaren. Wie vindt dat hij of zij elders betere toekomstkansen heeft, wil daar naartoe. Dat schept problemen en is ook niet in alle omvang acceptabel, maar de wens of noodzaak tot migratie is reëel en begrijpelijk.

De landarbeider uit Pruisen nam destijds zijn hondenkar om in Holland wat bij te verdienen; de keuterboer uit Drenthe zat plotseling in een flat in Rotterdam en nu beproeft een Chinese klerk zijn kansen in Londen. Globalisatie heet dat in vakkringen, de mensen zijn kosmopolieten aan het worden en voor kosmopolieten zijn grenzen er om te overschrijden.

Nog even mevrouw Moussaoui: "Ik ben niet de Marokkaanse heldin die zich in de westerse wereld omhoog werkt, vecht voor haar positie en dan uiteindelijk overwint. Ik denk Nederlands, praat Nederlands, ben Nederlands" en - schrijft de krant - ze ergert zich aan die paar Marokkaanse kwajongens die Marokkanen in een kwaad daglicht stellen.

Mevrouw Moussaoui ergert zich terecht maar hoeft zich niet te schamen. Die Marokkaanse rotjongens zijn inmiddels namelijk grotendeels gewoon Amsterdamse rotjongens.

Met vriendelijke groet,Roger van Boxtel

NRC Webpagina's
28 oktober 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad