Schrik om harde taal CDA-leider
CDA-leider De Hoop Scheffer
hamerde in het debat over de integratie van minderheden zó hard
op de dominantie van de autochtone cultuur dat andere fractieleiders er
genoeg van kregen.
Door onze redacteur GIJSBERT VAN ES
DEN HAAG, 21 APRIL. De grootste bewonderaar van Paul Scheffer (PvdA)
heet Jaap de Hoop Scheffer (CDA). What's in a name? Grappen over
verwantschap in beider namen waren niet van de lucht, dinsdag en
gisteren in het debat tussen fractieleiders in de Tweede Kamer en het
kabinet over de integratie van minderheden in de Nederlandse
samenleving. Maar afgezien daarvan was het ook de zienswijze van de
CDA-leider die het dichtst aansloot bij het betoog van Paul Scheffer in
zijn veelbesproken essay Het multiculturele drama.
"Een samenleving die zichzelf verloochent, heeft nieuwkomers niets te
bieden", had Scheffer betoogd en De Hoop Scheffer viel hem bij. Zoals De
Hoop Scheffer ook van harte instemde met Scheffers opvatting dat
Nederland als immigratieland "de nadruk moet leggen op de overdracht
van taal, historisch besef en rechtscultuur".
De Hoop Scheffer ging een stap verder dan Scheffer door bij herhaling
aandacht te vragen voor "de dominante Nederlandse cultuur" waaraan
nieuwkomers "zich dienen aan te passen als zij in ons land willen
wonen, werken, leven en sterven". De CDA'er manoeuvreerde zichzelf
hiermee in een eenzame positie. De fractieleiders Melkert (PvdA), De
Graaf (D66) en Rosenmöller (GroenLinks) waren niet gediend van
dergelijke terminologie. Zij vonden deze te veel getuigen van
"eenrichtingverkeer, van wij tegen zij", terwijl
integratie van minderheden toch vooral verplichtingen oplegt aan
allochtonen én autochtone Nederlanders, als "een probleem van
ons". Opmerkelijk was bovendien dat de CDA-leider van alle
fractievoorzitters het hardst riep om "het stellen van eisen" aan
culturele minderheden, waar zijn politieke beweging in het verleden
voorop liep met gedachten over 'soevereiniteit in eigen kring',
verzuiling als middel tot emancipatie en het maatschappelijk middenveld
als tegenwicht voor een dirigistische overheid.
De opstelling van De Hoop Scheffer werd, aan het einde van het debat,
ook woordvoerder Schutte (GPV/RPF) te gortig. Hij waarschuwde voor een
te makkelijk gebruik van het begrip cultuur dat "niet statisch is" en
waarover , ,nooit normatief mag worden gesproken op enig moment".
Scherpere uitspraken over de multiculturele samenleving dan van de CDA-
leider waren in twee dagen debat overigens niet te horen. Anders dan in
België, Frankrijk of Duitsland kan in het Nederlandse parlement in
betrekkelijk neutrale en zelfs academische termen over 'buitenlanders'
worden gesproken. Het waren vooral verschillen in woordkeus en
perspectief die het abstracte deel van het debat beheersten. VVD-
leider Dijkstal bleef geheel in het spoor van zijn voorganger Bolkestein
door buiten de Kamer krachtiger taal te spreken over de integratie van
minderheden dan hij in het Kamerdebat waarmaakte.
Politici "kijken weg" van maatschappelijke integratieproblemen "terwijl
vormen van ongelijkheid en segregatie zichtbaar worden", zo had Paul
Scheffer betoogd. Zijn stelling is, na maanden van maatschappelijk
debat, niet zonder politiek effect gebleven. Voor het eerst spraken
Tweede Kamer en kabinet in één debat over problemen van
minderheden bij inburgering, onderwijs en arbeidsmarkt, waar deze
kwesties doorgaans verbrokkeld aan de orde komen.
De belangrijkste politieke conclusie mag zijn dat Kamer en kabinet zich
met kracht hebben uitgesproken voor de centrale rol die de Nederlandse
taal te vervullen heeft bij succesvolle integratie van
minderheidsgroepen. Het lijkt een open deur. Maar in de politieke
praktijk is de taalkwestie in het recente verleden nogal omfloerst en
zelfs 'soft' behandeld.
'Taal, taal, taal' - zo sprak de ene na de andere fractieleider deze
week in de Kamer. PvdA-fractieleider Melkert sloeg nog het hardst op
deze trom, door van minister Van Boxtel (Integratiebeleid) te eisen dat
wachtlijsten bij inburgeringsprogramma's binnen een jaar zijn
weggewerkt. Inburgering is sinds twee jaar wettelijk geregeld, met
voorgeschreven uren voor taalcursussen en maatschappij-oriëntatie.
Daarbij is ook geld vrijgemaakt voor allochtonen die al langer in
Nederland verblijven, van wie enkele honderdduizenden geen woord
Nederlands spreken. Melkert viel Van Boxtel scherp aan op de
weerbarstige praktijk, waarbij enerzijds lange wachtlijsten bestaan voor
zogenoemde 'oudkomers' die taalcursussen willen volgen en anderzijds
tientallen miljoenen guldens van het budget niet worden uitgegeven.
Het Kamerdebat tussen fractieleiders en drie bewindslieden (Van Boxtel,
Hermans, Vermeend) was het rechtstreekse gevolg van provocaties door
VVD-leider Dijkstal die enkele weken geleden de schuld van stagnerende
integratie in de schoenen schoof van de PvdA. PvdA-fractieleider Melkert
revancheerde zich in de Kamer door felle confrontaties te zoeken met
Dijkstal en met de ministers Van Boxtel (D66) en Hermans (VVD).
Voor Van Boxtel dreigde het gevaar dat hij zou worden gebruikt als 'kop
van jut' in de strijd tussen Melkert en Dijkstal. Maar uiteindelijk kan
ook Van Boxtel de stelling verdedigen dat zijn positie door het
'integratiedebat' is versterkt. Met dank aan D66-leider De Graaf, die
brede steun wist te krijgen voor een motie waarin wordt opgeroepen de
coördinerende bevoegdheden van Van Boxtel in het kabinet te
versterken.
Wederzijdse verwijten en steunbetuigingen waren daarmee weer gelijkelijk
over de coalitiepartners verdeeld. Een 'multicultureel drama' beleefde
een voorlopig slot in multipolitieke consensus.