|
|
Canada geen smeltkroes maar een mozaïek
Door onze correspondent FRANK KUIN
Maar dit is Sicilië niet, dit is een supermarkt aan een besneeuwde boulevard in de Canadese stad Montréal. Een Italiaanse winkel wel te verstaan, met Vero olijfolie en Lavazza espressokoffie in de aanbieding en met Italiaanssprekend personeel. Hier doet Monforte, die 48 jaar geleden naar Canada emigreerde, bijna al haar boodschappen. Bovendien loopt ze bij een Italiaanse huisarts, kijkt ze Italiaanse televisie, behoort ze tot een Italiaanse kerk, bezoekt ze soms een Italiaanse bruiloft in een Italiaanse feestzaal en zit ze op een Italiaanse ouderenclub. Monforte spreekt geen Engels of Frans. Geen Canadees heeft daar ooit op aangedrongen, zegt ze. Jarenlang werkte ze als handwerkster, en banen werden geregeld via het Italiaanse netwerk. Met Frans- of Engels-Canadezen heeft ze nooit veel contact gehad, want "er was een taalprobleem," stelt ze schouderophalend vast. Of het moet via haar twee dochters gaan, die in het Frans en Engels zijn onderwezen. In tegenstelling tot haar kinderen, die beiden goede banen hebben in het Frans-Canadese bedrijfsleven, zijn Monforte en haar man nooit in de Canadese maatschappij geïntegreerd. En dat is in principe aanvaardbaar in Canada, een land waar multiculturalisme is verheven tot nationale ideologie. Canada is een land van immigranten. Ruim vijf miljoen van de dertig miljoen inwoners zijn ergens anders geboren, en op de indianenbevolking na liggen ook de wortels van de rest in het buitenland. De onderlinge samenhang van bevolkingsgroepen lijkt in Canada bovendien losser dan in welk ander Westers land ook. De belangrijkste oorzaak is dat er eigenlijk nauwelijks zoiets bestaat als een unieke Canadese identiteit. Anders gezegd, behalve het leren van Engels of Frans valt er voor de immigrant weinig aan te passen. "Er was altijd die verwarring tussen Engels en Frans," verklaart Monforte het feit dat ze nooit een van beide heeft geleerd. De verwarring over wat het betekent om Canadees te zijn, hangt samen met het eeuwige dualisme binnen de maatschappij. Als er al sprake is van Canadese identiteit, dan bestaan er op zijn minst twee: een Engelstalige protestantse, en een Franstalige katholieke. Bij gebrek aan één definiërende Canadese karakteristiek, en ter erkenning van omvangrijke immigrantengemeenschappen als de Italiaanse, kwam de federale regering in 1971 met een officieel beleid van multiculturalisme. Min of meer noodgedwongen en tegenstrijdig, werd Canadese nationale samenhang gezocht in 's lands grootste gemene deler: diversiteit. Het Canadese multiculturalisme komt erop neer dat Canada, in tegenstelling tot de spreekwoordelijke smeltkroes van de Verenigde Staten, moet worden gezien als een mozaïek. Voormalig premier Pierre Trudeau verklaarde dat "elke etnische groep het recht heeft zijn eigen cultuur en waarden te bewaren en ontwikkelen binnen het Canadese verband." Tegen die achtergrond komt de immigrant van vandaag het land binnen. Canada neemt per jaar ongeveer 200.000 vreemdelingen op, die in culturele zin niet hoeven te assimileren. Toch wordt het wenselijk geacht dat ze deel gaan uitmaken van de Canadese arbeidsmarkt. Het leren van Engels of Frans is daarom tegenwoordig wel vereist; overal in het land worden gratis cursussen aangeboden. Bovendien wordt nieuwkomers op het hart gedrukt dat met Canadeesheid zekere waarden gepaard gaan - Westerse normen zoals tolerantie, respect en gelijkheid van man en vrouw. Verder kunnen ze hun bestaan in Canada zelf inhoud geven. Maar de economische integratie in dat multiculturele verband verloopt in de praktijk meestal via de `eigen' bevolkingsgroep, zegt Art Hagopian, vice-president van de Canadese Etnoculturele Raad in Ottawa. "Mensen die nieuw binnenkomen, integreren eerst in hun eigen gemeenschap," aldus Hagopian, een Armeniër die sinds 1962 in Canada woont. "Elke gemeenschap bevat elementen die hier al generaties zitten. Zij vormen een soort brug om te integreren." Dat systeem werkt heel goed, meent Hagopian. Maar de overheid moeten met wetgeving wel gelijke kansen op de arbeidsmarkt voor gekleurde immigranten stimuleren. "Ik stel voorop dat Canada een vreedzaam en tolerant land is. Maar het kan altijd beter." Wat dat betreft is de gemeenschap van Sikhs aan de Canadese westkust illustratief. Canada telt ongeveer 400.000 Sikhs. Een groot deel van hen woont in de westelijke deelstaat Brits Columbia, waar Engels de norm is. De eerste Sikhs kwamen een eeuw geleden naar de streek, toen racisme nog algemeen was. Pas na de Tweede Wereldoorlog werden Sikhs erkend als staatsburgers en kregen ze stemrecht. In de jaren negentig was India, samen met Hongkong, een van de voornaamste bronnen van immigranten in Canada. Inmiddels bestaat twintig procent van de bevolking van Brits Columbia uit gekleurde allochtonen. Tegenwoordig worden Sikhs, die er hun eigen tempels en markten op nahouden in en rond Vancouver en veelal tulbanden dragen, "algemeen getolereerd," zegt Charan Gill, voorzitter van een plaatselijke Indo-Canadese organisatie. "We hebben zeker vooruitgang geboekt," zegt hij. "De meeste Canadezen zijn verdraagzaam," al is er altijd "een subtiele onderstroom van racisme" tegenover diegenen die vasthouden aan de traditionele kledij en godsdienst. "Sommige blanke Canadezen zouden liever zien dat Sikh-immigranten van de ene op de andere dag veranderen." De mate van integratie van de Sikhs in de bredere maatschappij varieert sterk, voegt Gill eraan toe. "Sommigen passen zich heel snel aan, sommigen langzamer, en sommigen veranderen helemaal niet. Ouderen blijven vaak binnen de etnische grenzen en hebben weinig contact met de buitenwereld. Hun kinderen zijn onder invloed van televisie en Noord-Amerikaanse cultuur volkomen geïntegreerd." De resultaten van integratie onder Sikhs zijn dan ook gematigd positief. Aan de ene kant ervaren behoudende Indo-Canadezen sluimerende discriminatie; aan de andere kant wonnen Sikhs bij de Canadese politie, de Mounties, enkele jaren geleden het recht een tulband te dragen in plaats van de traditionele politiepet. Een hoger dan gemiddeld aantal Sikhs werkt als schoonmaker of als laagbetaalde boerenhulp, maar daar staat tegenover dat een aanzienlijk aantal Indo-Canadezen is geschoold en actief is in de banken- en zakenwereld, als arts of tandarts of jurist. Vorige maand bereikten de Sikhs een nieuwe mijlpaal, toen een van hen werd gekozen tot premier van Brits Columbia. Ujjal Dosanjh, een 52-jarige jurist die in armoede werd geboren in Punjab en op zijn zeventiende naar Canada kwam, voelt zichzelf in de eerste plaats Canadees. "We zijn een heel eind gekomen," zei hij op de dag van zijn verkiezing. "Dit laat zien dat Canada een land is waar diversiteit absoluut wordt omarmd, met enthousiasme en met passie. Dat is een geweldig goede zaak."
|
NRC Webpagina's 5 APRIL 2000
|
Bovenkant pagina |
|