Participatie allochtone vrouwen werkt goed
Mieke Komen
Het multiculturele drama' van
Paul Scheffer in deze krant en 'de multiculturele illusie' van Paul
Schnabel in de Volkskrant belichten vooral de slechte integratie
van allochtonen en het lijdzame toezien van 'gevestigde' Nederlanders.
Volgens Paul Scheffer is het 'drama' vergelijkbaar met de 'sociale
kwestie' in de tweede helft van de negentiende eeuw. Verschil is alleen,
aldus Scheffer, dat deze kwestie toen 'energiek' werd bestreden door
middel van een heus beschavingsoffensief. En dat zou nu niet het geval
zijn.
In zijn analyse van het probleem slaat Scheffer enkele stappen over. Hij
vergeet bijvoorbeeld te vermelden dat vóór het ontstaan
van dit beschavingsoffensief in de negentiende eeuw mensen ontvankelijk
werden voor de mening van deskundigen over de armoede en slechte
levensomstandigheden van het proletariaat. Deze deskundigen benadrukten
toen de verschillen op het gebied van de moraal, de problemen van
criminaliteit, analfabetisme, armoede en andere achterstanden. Scheffer
en Schnabel vervullen nu deze functie. Hun beeld is alleen wel erg
eenzijdig. Migratie impliceert namelijk altijd een beïnvloeding van
de eigen moraal door die van de 'nieuwe' samenleving. Geen migrant die
zich hieraan kan onttrekken. Dit is geen gemakkelijk verlopend proces.
Op de korte termijn is vooral bij vrouwen van niet-Nederlandse afkomst
veel heil te verwachten. Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit
blijkt bijvoorbeeld hoe snel de veranderingen van opvattingen en gedrag
plaatsvinden bij de vrouwen in allochtone gezinnen. Moeders proberen
opener gezinsverhoudingen te bewerkstelligen en het belang van onderwijs
voor meisjes wordt in toenemende mate onderschreven. In sommige gezinnen
zijn nu al zeer grote verschillen in het onderwijsniveau van oudere en
jongere dochters. Soms is de oudste dochter zelfs analfabeet en studeert
de jongste aan de universiteit. Verder combineren jonge allochtone
vrouwen in toenemende mate gezin en betaald werk buitenshuis. Gemeten
naar de maatstaven van de conventionele Nederlandse samenleving is de
participatie van Marokkaanse, Turkse, Surinaamse en Antilliaanse vrouwen
en meisjes bijzonder goed te noemen. Een rondgang in supermarkten,
postkantoren, ziekenhuizen, kindercrèches en onder
maatschappelijk werksters in de grote steden laat dit zien.
Dat neemt niet weg dat voor de huidige problemen van multiculturaliteit
opnieuw een 'beschavingsoffensief' kan worden gestart, uitgevoerd door
armenbezoekers, filantropen en woningopzichteressen, gericht op de
verbreiding van burgerlijke waarden en normen. Destijds werden
arbeidersgezinnen die hun aanwijzingen opvolgden beloond, gezinnen die
dat niet deden kregen niks. De lagere klassen waren niet altijd even
ontvankelijk voor het beschavingsoffensief van de 'hogere' burgers, maar
hadden regelmatig hun eigen goede redenen om de hulp en materiële
steun te aanvaarden. De beschavingsarbeid was toen vooral gericht op
vrouwen. En dat zou nu ook een oplossing kunnen zijn. Via een goede
stimuleringspremie zal het bereik en de medewerking van vrouwen in
gezinnen waar sprake is van de meeste 'achterstand' in welvaart,
scholing, integratie en normering groot zijn. Een krachtig beleid ter
bestrijding van armoede en de belasting en frustraties die hier direct
en indirect mee samenhangen zou ook voor veel autochtone laagopgeleide
gezinnen een zegen zijn.
Dr. Mieke Komen is onderzoeker en programmacoördinator bij de
sectie Criminologie van de Universiteit Utrecht.