Microsoft nu ook in rechtszaak door klanten belaagd
Door onze correspondent
NEW YORK, 23 NOV. Consumenten in
Californië die zich bekocht voelen door Microsoft zijn naar de
rechter gestapt. In een zogeheten class action rechtszaak
beschuldigen ze de monopolist Microsoft van een te hoge prijs voor
Windows.
De klagers beroepen zich op de feitelijke bevindingen in de rechtszaak
tegen Microsoft die ruim twee weken geleden bekend zijn geworden.
Rechter Thomas Penfield Jackson heeft daarin de uitspraak gedaan dat
Microsoft met Windows een monopolie geniet op het gebied van
besturingssystemen. Bovendien heeft Microsoft die positie misbruikt,
onder meer door overvragen voor Windows 95 en Windows 98.
Consumenten redeneren nu dat als ze te veel hebben betaald ze dat geld
terug kunnen vragen, plus een schadevergoeding. Nu dit gebeurt in een
rechtszaak kan het gevolg zijn dat tientallen miljoenen gebruikers van
Windows zich zullen aansluiten bij de aanklachten. In het geval van een
dergelijke 'groepsrechtszaak' kan dat in elke fase van de rechtszaak,
zelfs na de uitspraak. Microsoft is vorig jaar mei aangeklaagd door het
departement van Justitie wegens schending van de Amerikaanse
antimededingingswetten en misbruik van zijn monopoliepositie. Na een
procesvoering van maanden heeft de rechter nu zijn bevindingen
geopenbaard, in februari volgend jaar doet hij een rechterlijke
uitspraak.
De groepsrechtszaak in Californië, die gisteren werd aangespannen
in San Francisco, werd in de afgelopen twee weken al voorafgegaan door
soortgelijke zaken in New York en New Orleans. Er kunnen er nog meer
volgen, vooral na februari als er een uitspraak is met een wettelijke
status. De feitelijke bevindingen hebben die nog niet. Juristen menen
echter dat Jackson zo uitgesproken is geweest in zijn feitelijke
bevindingen dat zijn uitspraak in februari van dezelfde strekking zal
zijn.
Tijdens het proces kwamen de prijs van Windows en de
leveringsvoorwaarden aan pc-producenten uitgebreid aan de orde.
Microsoft bleek verschillende prijzen te hanteren en vroeg meer voor
Windows als het bedrijf Microsoftvijandig werd geacht. IBM bijvoorbeeld
was geen vriendje van Microsoft, Dell wel. Dus kopers van IBM-computers
met Windows betaalden verhoudingsgewijs meer voor Windows dan kopers
van Dell-computers.
Ook bleek dat Microsoft, toen het in de aanloop tot de lancering een
prijskaartje aan Windows moest hangen, concludeerde dat bij een
vraagprijs van 49 dollar het bedrijf winst maakte, maar dat pas bij 89
dollar sprake was van prijsmaximalisatie. Nu Microsoft is bestempeld
tot monopolist speelt dit een belangrijke rol. Een moeilijkheid in de
zaak is dat bijna niemand Windows los koopt. De meeste consumenten
krijgen het besturingssysteem automatisch in hun computer bijgeleverd.
In ongeveer achttien staten geldt echter dat ook bij een indirecte
afname van een product een consument schadevergoeding kan eisen, zij
het dat die beperkter is dan wanneer de afname direct was.
Een ander probleem is dat de rechter niet heeft aangegeven sinds wanneer
Microsoft een monopolie heeft. In New York en New Orleans beperken de
rechtszaken zich dan ook tot Windows 98, terwijl Californië Windows
95 en Windows 98 erbij betrekt.
Een woordvoerder van Microsoft verklaarde in een reactie dat het bedrijf
" zich zal verdedigen en indien nodig agressief zal verdedigen".
Waarnemers achten Microsoft op dit moment niet kansloos in de zaken, al
hangt veel af van hoe de rechterlijke uitspraak in februari uitpakt.
De drie advocaten die de zaak helpen aanspannen zijn ervaren in
groepsrechtszaken. Terry Gross, Francis Scarpulla uit San Francisco en
Daniel Mogin uit San Diego doen al twintig jaar niets anders dan
gedupeerde groepen consumenten vertegenwoordigen.
"Een schikking in de rechtszaak verandert niets aan onze zaak", aldus
Gross in de New York Times. "De bevindingen dat Microsoft een monopolie
is en zijn macht misbruikte door consumenten te hoge prijzen te vragen
blijft overeind."