Economisch lot Seattle nauw verweven met succes softwaregigant
De wereld houdt niet van Microsoft
Microsoft is een mono- polist,
oordeelde de rechter. Maar in Seattle, waar het softwarebedrijf zijn
hoofd- kantoor heeft, heerst woede over de bureaucraten uit Washington
en de politieke macht van Californië.
Door onze correspondent JUURD EIJSVOOGEL
SEATTLE, 22 NOV. Seattle ligt altijd al ver van Washington, hemelsbreed
bijna vierduizend kilometer. Maar de afgelopen weken lijkt de afstand
nog gegroeid. De stad in het uiterste noordwesten van de VS is bitter en
aangeslagen over de vijandigheid die er in de hoofdstad heerst tegenover
Microsoft, het softwareconcern dat hier zijn hoofdkwartier heeft.
"We dachten dat de hele wereld evenveel van Microsoft zou houden als
wij", zegt Susannah Malarkey, die als directeur van de
belangenorganisatie Technology Alliance zo'n 250 hightechbedrijven in de
regio vertegenwoordigt. Maar uit die droom is iedereen nu wel ontwaakt.
Twee weken geleden stelde rechter Thomas Penfield Jackson in Washington
vast dat Microsoft een monopolist is die de consument benadeelt en
innovatie belemmert. Dat kwam aan de andere kant van het continent hard
aan.
Het economische lot van Seattle is nauw verweven met het succes van
Microsoft. Onzekerheid over de toekomst van Microsoft betekent dus
onzekerheid voor de lokale economie. De softwarereus mag elders
afgeschilderd worden als een genadeloos roofdier of als een olifant die
kleinere rivalen verplettert, hier ziet men de onderneming vooral als
een kip, een kip met gouden eieren.
"De mensen hier hebben de neiging om het voor Microsoft op te nemen",
zegt Michael J. Parks, analist van de lokale economie en hoofdredacteur
van Marple's Business Newsletter. "En dat is wel begrijpelijk,
zeker voor degenen die vroeg op de trein zijn gesprongen en een
prachtige rit hebben gemaakt. Wie in april 1986 voor 2.600 dollar
honderd aandelen Microsoft kocht, had na alle splitsingen en
koersstijgingen op 16 september van dit jaar 14.400 aandelen ter waarde
van 1,3 miljoen dollar. Als je zo'n geldmachine hebt ontdekt, dan vind
je het niet leuk als een stelletje bureaucraten aan de Oostkust zand in
de raderen gaat gooien."
Maar Microsoft is voor Seattle veel meer dan een spectaculair in waarde
gestegen beursfonds van eigen bodem. Na vliegtuigbouwer Boeing is de
softwarefabrikant, met een personeelsbestand van zo'n 17.500 mensen, de
grootste werkgever in de regio. Het is vooral aan Microsoft te danken
dat zo'n 2.500 andere hightechbedrijven zich in de omgeving van Seattle
hebben gevestigd, met elk relatief weer veel goedbetaalde banen. En ten
slotte ontgaat het niemand in Seattle dat de Microsoft-miljonairs ieder
voor zich hun stempel op de stad drukken door forse financiële
bijdrages te leveren aan allerlei goede doelen en het culturele leven.
Het grootst is de onvrede over het verloop van de anti-trustzaak
vanzelfsprekend op de zogeheten Microsoft-campus, de verzameling lage
kantoorgebouwen in het groen van de voorstad Redmond die samen de
hoofdvestiging van de onderneming vormen. Dat ondervond vice-president
Al Gore, die vorige week naar de campus kwam voor een
verkiezingstoespraak. Die toespraak was al afgesproken voordat de
rechter zijn harde oordeel over Microsoft bekendmaakte, en het was
duidelijk dat de vice-president liever helemaal niets over de zaak had
gezegd. Maar de driehonderd Microsoft-medewerkers die hij toesprak waren
vastbesloten om hem aan een reeks kritische vragen te onderwerpen, niet
als kandidaat voor de presidentsverkiezingen van volgend jaar, maar als
vertegenwoordiger van de regering die hun bedrijf voor de rechter heeft
gesleept.
"Als ik lees wat de regering over Microsoft zegt", zei een van de
aanwezigen tegen Gore, "dan herken ik het bedrijf waar ik voor werk
helemaal niet." Een ander opperde dat Amerika minder van Microsoft te
vrezen heeft dan van een overheid die alle e-mails van een bedrijf
opeist en uitpluist op belastend materiaal. "Hebben we eigenlijk geen
bescherming tegen de overheid nodig?" Weer een andere Microsoft-
medewerker verzuchtte dat hij sympathiseerde met veel van Gore's
politieke ideeën. "Ik zou voor u willen stemmen, maar ik word
innerlijk verscheurd omdat deze regering zo'n positieve reactie had op
de rechterlijke uitspraak dat wij de consument schade toebrengen."
Aanvankelijk ging Gore het debat uit de weg met de verklaring dat hij
zich nu eenmaal niet kan uitlaten over een proces dat nog onder de
rechter is. De vice-president, die met zijn V-halstrui en zwarte
puntlaarzen even informeel gekleed ging als de meeste Microsoft-
employees, probeerde het ijs te breken met grapjes die moesten
onderstrepen dat hij net als zijn gehoor deel uitmaakt van de moderne
computercultuur. De verkiezingen voor een nieuwe president omschreef hij
bijvoorbeeld als de keuze voor de man "die met zijn vinger boven de Alt-
Control-Delete knop zit".
Maar de kritische vragen van de gefrustreerde Microsofters bleven komen.
Toen Gore ten slotte ten einde raad vroeg 'Hoeveel meer vragen zijn er
nog over deze zaak?', gingen er tientallen handen de lucht in. Daarop
hield de vice-president een krachtig betoog voor het belang van
concurrentie en van anti-trust wetgeving - zonder de Microsoftzaak met
name te noemen, maar iedereen begreep waar hij het over had. "Het
basisprincipe dat concurrentie beschermd moet worden, is een Amerikaanse
waarde. We moeten ongezonde concentratie van macht, zowel in de
particuliere als in de publieke sector, voorkomen." Na afloop kreeg Gore
een warm applaus, maar de bitterheid en ongerustheid onder zijn gehoor
had hij duidelijk niet weggenomen.
In Seattle staan de kranten nog steeds vol over de kwestie, veel
opiniestukken nemen het van harte op voor de softwareproducent. In de
Seattle Times beklaagde een lezer zich deze week in een
ingezonden brief over de "blinde volgzaamheid die deze regio jegens
Microsoft aan de dag legt, en die de vorm van een cultus aanneemt". Maar
verder sluiten zich de rijen om de geliefde, belaagde onderneming.
Gelaten wacht men af hoe het nu verder zal gaan met Microsoft.
"We zijn realistisch", zegt Susannah Malarkey van de Technology
Alliance. "In Washington heeft Californië nu eenmaal een veel
grotere invloed dan wij. De Californische bedrijven die het op Microsoft
gemunt hebben, leggen in de politiek veel gewicht in de schaal. Dat zit
achter deze hele affaire. Voor iedere presidentskandidaat is de steun
van Californië met zijn grote bevolking cruciaal. Daar kunnen wij
niets aan doen."