Microsoft boekt succes in procedure
Door onze correspondent LUCAS LIGTENBERG
NEW YORK, 24 JUNI. Een Amerikaanse
rechtbank heeft in hoger beroep het softwarebedrijf Microsoft in het
gelijk gesteld ten aanzien van integratie van programma's. Het bedrijf
mag de Internet Explorer integreren in Windows 95.
Daarmee heeft Microsoft een belangrijke overwinning geboekt in een
beperkte rechtszaak wegens contractbreuk, die in oktober vorig jaar
begon. De beroepsrechtbank, bestaande uit drie personen, geeft Microsoft
met 2 tegen 1 het recht Internetsoftware te integreren in Windows.
Hoewel de uitspraak niet direct van invloed is op de bredere
anti-trustzaak die het departement van Justitie vorige maand tegen
Microsoft heeft aangespannen, is er nu wel een precedent geschapen.
Justitie heeft ook in de anti-trustzaak hetzelfde bezwaar opgeworpen.
De beroepsrechtbank vond dat de rechter in de zaak, die aangespannen
werd in oktober vorig jaar, buiten zijn boekje is gegaan. Thomas
Penfield Jackson, dezelfde rechter die nu ook de bredere zaak behandelt,
heeft procedurele en inhoudelijke fouten gemaakt toen hij in december
oordeelde dat Microsoft afnemers niet kon verplichten om ook de
Internetbrowser te nemen als ze Windows 95 op pc's zetten. Het bedrijf
moest die praktijk tijdelijk stopzetten.Microsoft zei in zijn
verdediging dat dat in feite niet aan de orde was. De
hoger-beroeprechters hebben Microsoft daarin gelijk gegeven. Wat wel aan
de orde was in de nog steeds lopende zaak is dat Microsoft zijn akkoord
met justitie uit 1995 zou hebben geschonden.
Pagina 19: 'Geen invloed op grotere zaak justitie'
Microsoft is toen na moeizame onderhandelingen en de dreiging van een
rechtszaak wegens misbruik van zijn monopolie akkoord gegaan met
beperkte productintegratie. Volgens justitie heeft Microsoft dat akkoord
geschonden door Explorer en Windows te integreren, volgens Microsoft
heeft het bedrijf in het kader van gewone producvernieuwing het recht om
andere producten in Windows 95 te integreren.
In mei begon een veel grotere zaak van justitie en 22 staten tegen
Microsoft die het bedrijf anti-concurrerende praktijken verwijt,
misbruik van zijn monopolie en illegale productkoppeling. Die zaak
hebben beide partijen nu in voorbereiding en de eerste zitting heeft
plaats in september.
Justitie had gisteren geen reactie op de uitspraak van de
beroepsrechtbank. Richard Blumenthal, procureur-generaal in de staat
Connecticut, zei dat er geen invloed was op de grote zaak. Hij
beschouwde de uitspraak ,,als een hobbel in het wegdek.'' Ook zei hij
dat de integratiekwestie maar een klein onderdeel was van de grote
rechtszaak. Rechter Jackson had ook een 'speciale meester' in de zaak
benoemd die hem van advies moest dienen. Microsoft protesteerde
hiertegen en stelde dat de man in kwestie, Laurence Lessig van Harvard
University, vooringenomen was. De rechtbank van hoger beroep deed geen
uitspraak over de vooringenomenheid maar vond de aanstelling overbodig.
De rechtbank, die zijn uitspraak in scherpe bewoordingen had gesteld,
zei ook dat een uitspraak in de grotere anti-trustzaak tegen Microsoft
zou kunnen prevaleren over de uitspraak van gisteren. Zij hield er
rekening mee dat justitie de gehele aanklacht van oktober vorig jaar
wegens contractbreuk zou kunnen laten vallen.
Microsoft verklaarde zeer verheugd te zijn over de uitspraak van
gisteren. Het stelde dat ,,de consument heeft gewonnen.'' Microsoft zegt
met zijn integratie niets anders te doen dan tegemoetkomen aan de wensen
van zijn consumenten. ,,Wij zijn blij dat de rechtbank in hoger beroep
ons hierin steunt'', aldus bestuurder Bob Herbold. Beleggers waren ook
blij. Het aandeel Microsoft steeg met 4,2 procent tot een recordhoogte
van 100,75 dollar.