Dreigen mag, maar niet als monopolist
Door onze correspondent LUCAS LIGTENBERG
In de geruchtmakende anti-trustzaak tegen
Microsoft staat de vraag centraal of de softwarefabrikant misbruik maakt
van een monopoliepositie. Een hoge functionaris van Apple legt een
nieuwe belastende verklaring af.
,,Microsoft deed er alles aan om Apple om zeep te helpen.'' Dat zegt
Avadis Tevanian, een topman van computerfabrikant Apple, in de
anti-mededingingszaak tegen de Amerikaanse software-producent.
De uiterst belastende getuigenverklaring van Tevanian komt vandaag aan
de orde, maar ze werd vrijdagavond al vrijgegeven. De rechter doet dat
om tijd te winnen, zodat hij op de feitelijke zitting direct met de
ondervraging kan beginnen.
Microsoft en diens topman Bill Gates staan in Washington terecht wegens
schending van de Amerikaanse antimededingingswetten. Na twee weken valt
nog weinig te zeggen over de uitkomst. Nog niet alle kaarten liggen op
tafel en de zaak kan zich voortslepen tot de Kerst.
In zijn verklaring beschuldigt Tevanian Microsoft ervan dreigementen te
hebben geuit aan het adres van Apple. De softwarefabrikant zette Apple
onder druk om te kiezen voor Microsoft Explorer in plaats van het
concurrerende bladerprogramma van Netscape. Als Apple dat niet deed, zou
Microsoft stoppen met de levering van programma's voor Apple-computers.
Microsoft reageerde niet direct op de strekking van Tevanians
aantijgingen maar zegt dat deze getuige weer laat zien ,,hoe ver de
overheid bereid is te gaan in het verdraaien van de feiten.''
Steeds meer bewijzen ten nadele van Microsoft stapelen zich op in de
zaak die in de Verenigde Staten alle aandacht vraagt. ,,De verdediging
wringt zich elke dag in nieuwe bochten'', schreef het dagblad New York
Times over de gang van zaken vorige week. Nadat twee getuigen in de
rechtszaal zijn gehoord en met de verklaring onder ede van nummer drie
ontstaat een beeld van een bedrijf dat vriend en vijand onder druk zet
en bedreigt.
Eerder werd al bekend dat Apple op drie fronten onder druk is gezet.
Microsoft zou levering van het Office-programma voor de Mac-computer
stopzetten als Apple niet zou kiezen voor het
Internet-navigatieprogramma Explorer. Daarnaast moest Apple na diverse
bedreigingen door Bill Gates stoppen met de ontwikkeling van het
multimedia-programma Quicktime voor Windows. Ten slotte dwong Microsoft
Apple om niet de vrije Java-versie van Sun Microsystems te gebruiken,
maar de `aangepaste' - beperkte - Java-versie van Microsoft.
,,Ik wil me nog niet aan een oordeel over de zaak wagen'', zegt Ian
Eyris, anti-trustspecialist aan Yale University in New Haven, ,,maar ik
denk niet dat de maatschappij er schade van heeft als Microsoft
uiteindelijk wordt opgesplitst in een bedrijf dat besturingsprogramma's
maakt en producten voor Internet.'' Volgens Eyris maakt dat de weg vrij
voor andere bedrijven, die binnen de kortste keren met concurrerende
producten kunnen komen. Erg waarschijnlijk acht hij het overigens niet
dat Microsoft geboden zal worden zich te splitsen.
,,De rechtszaak leek aanvankelijk alleen te gaan over Microsoft,
Netscape en de bladerprogramma's voor Internet'', aldus Lawrence White,
hoogleraar en anti-trustspecialist aan de Stern School of Business van
New York University. ,,Mij leek dat veel te mager, omdat je je met
vragen als `Wat is een besturingssysteem?' op een glibberig pad begeeft.
Justitie heeft de zaak echter breed opgezet. Dingen die de afgelopen
week aan de orde kwamen hebben mij ertoe gebracht mijn mening te
herzien. Er is wel degelijk een zaak. Neem de hele kwestie van de
Microsoft-Netscapevergadering over verdeling van de markt. Dat is spelen
met vuur!''
Juridisch gezien heeft White echter nog weinig verrassends gezien. ,,We
wisten al dat Microsoft keihard zaken doet'', zegt hij, ,,en we kennen
de beschuldigingen van justitie. Het is nog steeds de vraag of die in de
rechtszaal kunnen worden bewezen.''
Microsoft is in mei beschuldigd van misbruik van zijn monopolie op het
gebied van besturingssystemen. Microsoft wilde eerst de markt voor
bladerprogramma's verdelen met Netscape. Toen het bedrijf daar niet op
inging, probeerde Microsoft het product van de concurrent uit de markt
te drukken. Niet alleen Netscape was een doelwit van de monopolist. Ook
Apple, Intel, America On-Line (AOL) en Intuit moesten ervaren hoe
Microsoft de bedrijven in dreigende bewoordingen zijn wil probeerde op
te leggen.
Jim Barksdale, de topman van Netscape, zat zes dagen in de getuigenbank
om onder meer vragen te beantwoorden van John Warden, de advocaat van
Microsoft. Het ging vooral over de beschuldiging dat Microsoft op een
vergadering in juni 1995 aan Netscape zou hebben voorgesteld de markt te
verdelen. In de eerste week zei de Microsoft-advocaat dat Netscape het
verdelingsvoorstel verzon. Deze week zei hij opeens dat Netscape had
geprobeerd Microsoft tot illegaal gedrag uit te lokken.
AOL, 's werelds grootste toegangverschaffer tot Internet, zag zich, zo
bleek vorige week, gedwongen Explorer als bladerprogramma te nemen. Het
kreeg als beloning van Microsoft een icoontje in het besturingsprogramma
Windows, waardoor gebruikers eenvoudig kunnen `doorklikken' naar
Internet. Vice-president David Colburn van AOL, belast met zakelijke
contacten, zei dat het bedrijf einde dit jaar moet beslissen over
voortzetting van zijn overeenkomst, maar het niet aandurft die op te
zeggen.
De twee partijen hebben het recht elk twaalf getuigen op te roepen en
daarna nog eens elk een zogeheten weerwoord-getuige. Cruciaal voor een
veroordeling is dat justitie aantoont dat Microsoft een dominante
marktpositie heeft en daarvan misbruik maakt.
Yale-professor White wijst erop dat Microsoft elke zakelijke partner
voorwaarden mag stellen voor levering van zijn producten en dat het
zelfs dreigende taal mag gebruiken. ,,Als echter is vastgesteld dat het
bedrijf een monopolie heeft en vanuit die positie werkt, ligt de zaak
heel anders.''
Volgens de Amerikaanse mededingingswetten moet ook duidelijk zijn dat de
consument nadeel heeft van het monopolie. Microsoft mag stoeien met zijn
concurrenten wat het wil zolang duidelijk is dat de klant ervan
profiteert. Volgens White moet de volgende vraag worden beantwoord:
,,Gebruikte Microsoft spijkerharde methoden om zijn klanten van dienst
te zijn en berokkende het daarbij de concurrentie enige schade? Of was
Microsoft er primair op uit de concurrentie te elimineren en had de
klant daar voordeel van?'' In het eerste geval krijgt het bedrijf het
voordeel van de twijfel. In het andere geval zit het bedrijf fout.