Justitie versus Microsoft
De grote boze wolf voor de rechter
Microsoft moet op 19 oktober terechtstaan op beschuldiging van
oneerlijke concurrentiepraktijken. De voorgeschiedenis: hoe de
werknemers van Microsoft langzamerhand de bad guys werden, een rol die
voordien de mensen van IBM speelden. En wat zijn de vooruitzichten?
Door Lucas Ligtenberg
Maandag begint in de Amerikaanse hoofdstad Washington de rechtszaak
tegen softwareconcern Microsoft. Het bedrijf is door de overheid
beschuldigd van misbruik van zijn monopoliepositie. De rechtszaak is
aangespannen in mei en Microsoft heeft sindsdien duidelijk gemaakt dat
het zich tot het uiterste zal verdedigen.
Justitie beschuldigt het bedrijf uit Redmond, Washington van
koppelverkoop van zijn dominante besturingsprogramma Windows met andere
producten, pogingen de markt naar zijn hand te zetten door bijvoorbeeld
concurrent Netscape te bedreigen en computermaker Compaq te dwingen tot
het kiezen voor het Microsoftproduct Internet Explorer in plaats van de
Netscape Navigator. In de aanloop naar het proces, waarvan de begindatum
al drie keer verschoven is, heeft Justitie sindsdien bekendgemaakt dat
Microsoft ook chipmaker Intel en pc-producent Apple illegaal onder druk
heeft gezet.
,,Dit is de belangrijkste rechtszaak van onze generatie'', zegt Ken
Wasch, directeur van de Software Publishers Association (SPA) in
Washington DC. ,,Microsofts rol in de informatietechnologische sector is
groter dan die van welk bedrijf in welke industrie dan ook. Waar het om
gaat is of ze een monopolie zijn en of ze hun dominaNtie op illegale
wijze hebben gebruikt om op gerelateerde markten hun marktaandeel uit te
breiden.''
Microsoft ontkent de beschuldigingen. Het verwijt de overheid
bemoeizucht op een gezonde markt. Volgens Microsoft heeft het bedrijf
helemaal geen monopolie en laat justitie zich voor het karretje spannen
van een kleine groep bedrijven die de markt niet kunnen veroveren door
gewone concurrentie. Het suggereert dat onder meer Netscape, Sun
Microsystems en Novell daartoe behoren. Volgens Microsoft ontwikkelt het
zijn producten omdat de consument daarom vraagt. Het wijst erop dat de
prijzen dalen en dat dat niet zou gebeuren als het een kwaadwillende
monopolist was. De diverse voorbeelden van Microsofts wangedrag wijst
het bedrijf ook van de hand. Het heeft Netscape nooit onder druk gezet
en Intel en Apple evenmin. Harde taal gebruiken in onderhandelingen is
normaal, aldus het bedrijf, en conflicten zijn in dergelijke gevallen
niet ongewoon. Wat betreft de eis aan computerproducenten om geen
Netscape te nemen zegt het zijn leven allang te hebben gebeterd.
Microsoft zal alles op alles zetten om de beschuldigingen te weerleggen.
Het zal proberen hard te maken dat het geen monopolie heeft en dat het
de dominantie op de markt te danken heeft aan fouten van de concurrentie. Twee onderzoekers van MIT en Harvard,
respectievelijk Michael Cusumano en David Yoffie, die net een kritisch
boek hebben geschreven over Netscape (Competing on Internet Time)
moesten dat ondervinden toen Microsoft een gerechtelijke eis bij hen
indiende om alle interviewbandjes van de wetenschappelijk medewerkers te
krijgen. De auteurs protesteerden daartegen en de rechter gaf hun
gelijk. Microsoft moet het met de gepubliceerde uitspraken doen. Het
boek komt pas later deze maand uit. Microsoft wordt in kringen van
computergebruikers vaak gezien als de grote boze wolf en kan op weinig
sympathie rekenen. Het bedrijf werkt daarom hard aan zijn pr. Eind vorig
jaar lekte een intern memo uit waarin het idee werd geopperd om te
proberen positieve verhalen in de pers te krijgen. Aan het imago kon
heel wat verbeterd worden. Microsoft-werknemers zijn het zich ook
bewust. Tijdens een conferentie over Internetproducten waar vogels van
allerlei pluimage rondliepen, stelde een van de Microsoftmensen zich
voor als: 'I'm one of the bad guys.' Iedereen wist onmiddellijk voor wie
hij werkte. Had de lunch twintig jaar eerder plaatsgevonden, dan had
iedereen vermoed dat hij bij IBM werkte.
De SPA is een vakorganisatie waar ook Microsoft lid van is. Het is daarom
op z'n minst opmerkelijk dat de directeur van de organisatie zich zo
ondubbelzinnig tegen een van zijn leden uitspreekt. ,,Microsoft is ons
belangrijkste lid'', aldus Wasch. ,,We hebben een uitstekende
verstandhouding. Ze kennen ons standpunt. Wij vertegenwoordigen ook
talloze andere leden in de software-industrie. Wij geloven niet dat de
dominante positie die Microswoft heeft hen het recht geeft dat te
gebruiken om over andere marktdeelnemers heen te walsen.''
Microsoft wordt al jaren in de gaten gehouden door de overheid. Al in
1989 zag de Federal Trade Commission (FTC) reden om Microsoft nader
onder de loep te nemen vanwege zijn zakelijke praktijken. De FTC is
onafhankelijk van justitie maar de twee afdelingen werken nauw samen,
vooral waar het gaat om naleving van de antitrustwetten. Dat de FTC
Microsoft aan het onderzoeken was werd officieel bekend in 1991. De
overheid had zich eerst alleen gericht op een samenwerkingsverband van
Microsoft en IBM waarbij ze de markt wilden opdelen maar gaandeweg
ontdekten medewerkers van de FTC dat Microsoft wellicht meer streken
had. Het onderzoek verbreedde zich. Toch kwam de FTC
niet verder want twee achtereenvolgende stemmingen binnen de commissie
om tot vervolging over te gaan - februari en juli 1993 - eindigden in
een patstelling.
Bij Microsoft was het feest, maar niet voor lang. Het bleek dat kort
daarna al het onderzoeksmateriaal verhuisde naar de antitrustdivisie van
het departement van Justitie. Dat pakte de draad weer op onder leiding
van Ann Bingaman. Nog geen jaar later had ze Microsoft op de
knieën. Dat dacht ze tenminste. Onder dreiging van een rechtszaak
stemde Microsoft in met een aantal concessies in een vrijwillig akkoord.
Hoewel Justitie dacht dat Microsoft daarmee een slag was toegebracht,
beschouwde de industrie het als niet meer dan een tik op de vingers.
Microsoft mocht geen korting meer geven aan pc-producenten die Microsoft
voor elke verkochte pc - met of zonder Windows - een vergoeding
betaalden. De licenties voor het afnemen van software mochten geen
langere looptijd hebben dan een jaar. Ook mocht Microsoft niet meer
eisen dat alle voorinformatie die het aan programmeurs gaf, de vorm
kreeg van een vertrouwelijk en exclusief contract, waardoor de
programmeurs met handen en voeten aan Microsoft gebonden waren. Het
akkoord werd na enige vertraging door een rechter getoetst en in 1995
officieel bekrachtigd.
Microsoft had echter destijds met het besturingsprogramma Windows al een
marktaandeel van 85 procent. Het bedrijf was ongenaakbaar en maakte ook
na het 1994-akkoord de dienst uit. Sindsdien is het marktaandeel ook
alleen nog maar verder gegroeid. In 1995 kwam Windows 95 uit en het
Internet bereikte het grote publiek. Even leek het of Netscape met zijn
bladerprogramma Navigator Microsoft de loef zou afsteken. Microsoft was
daar in elk geval doodsbang voor. Marc Andreessen had zich iets laten
ontvallen als: ,,Navigator en Java maken Windows straks overbodig.''
Gates' troepen in Redmond sidderden. Zelf was Gates nog het meest
nerveus van iedereen. Internet Explorer werd ontwikkeld en is in nieuwe
versies van Windows 95 steeds verder geïntegreerd. In de opvolger,
Windows 98, is dat nog meer het geval. Bij Justitie hield men nog steeds
een oogje op Microsoft. Een poging van Microsoft om het bedrijf Intuit,
producent van thuisbankierprogramma Quicken, over te nemen werd door
Justitie tegengehouden. In november 1997 begon Justitie een rechtszaak
tegen Microsoft wegens schending van het 1994-akkoord.
Het bezwaar van Justitie was dat Explorer geen geïntegreerd product
was en dus kon Microsoft zijn afnemers niet dwingen om Explorer erbij te
nemen als ze alleen Windows 95 wilden. De rechter verbood Microsoft
hiermee door te gaan zolang de rechtszaak liep. In een rechterlijke
uitspraak in hoger beroep werd Thomas Penfield Jackson in het ongelijk
gesteld voor wat betreft het directe verbod. Microsoft kon dus Windows
plus Explorer blijven leveren zolang de rechtszaak liep. De actualiteit
haalde de zaak echter in en het is niet waarschijnlijk dat Justitie
Microsoft nog verder zal vervolgen over Windows 95, simpelweg omdat het
product al verouderd is en opgevolgd door Windows 98. Bijna
tegelijkertijd was ook de grote antitrustzaak van Justitie en twintig
Amerikaanse staten al begonnen.
Wat zijn nu de vooruitzichten voor de zaak van Justitie vs. Microsoft?
Daarover wordt zeer wisselend gedacht. Veel analisten denken over het
algemeen dat het een eindeloze rechtszaak wordt die geen grote gevolgen
zal hebben voor Microsofts financiële resultaten. Talloze malen al
is de vergelijking getrokken met een grote antitrustzaak tegen IBM die
van 1969 tot 1982 liep en zonder enig resultaat eindigde. Anderen denken
en hopen dat Justitie de zaak zal winnen.
,,Ik denk dat Justitie deze zaak gaat winnen'', aldus Ken Wasch van de
SPA. ,,Het hoeft niet lang te duren. Ik verwacht dat er voor de Kerst al
een uitspraak is in deze zaak.'' Volgens Wasch zal Justitie in een
dergelijk geval de nodige maatregelen nemen. ,,Opsplitsing van het
bedrijf behoort zeker tot de mogelijkheden'', zegt Wasch, hoewel Joel
Klein van de antitrustdivisie van Justitie heeft gezegd dat dat niet
zijn doel is. ,,Volgens mij zijn de geleerden het daar nog niet over
eens'', zegt Wasch, die uiteindelijk denkt dat het reëel is dat
Microsoft een aantal beperkingen zal worden opgelegd ten aanzien van
zijn bedrijfsvoering.
,,Een rechtszaak als deze kan Microsoft op twee manieren raken'', zegt
David Card, analist bij Jupiter Communications. ,,Het kan de bedrijfstop
enorm afleiden van hun zakelijke activiteiten en het kan het imago van
het bedrijf schaden. In beide opzichten zie ik nog weinig effect.''
Volgens Card is Microsoft zeer goed in staat gebleken de advocaten aan
de rechtszaak te laten werken en de rest van het bedrijf intussen door
te laten werken aan waar het mee bezig is. Dat is volgens hem een
verschil met de IBM-zaak van weleer, waarbij het hele
bedrijf zich liet afleiden. Uiteindelijk deed IBM zichzelf de das om
door het belang van de pc bijna volledig te missen. Ironisch genoeg liet
het bedrijf zich daarna inpakken door de gesjeesde Harvardstudent Bill
Gates die via zijn moeder een ingang had gekregen bij Big Blue.
Card vindt Microsoft een zeer vernieuwend bedrijf dat op vele fronten de
concurrentie achter zich heeft gelaten. ,,Microsoft won de oorlog om de
toepassingsprogramma's voor de pc'', zegt hij. ,,Dat had het te danken
aan zijn kracht maar ook aan de fouten van de concurrentie, zoals
WordPerfect en Lotus.'' Microsoft wist zelfs in een positie te komen
waarin het de producenten van pc's in zijn greep kreeg. Ook dat schrijft
Card toe aan fouten die bij IBM en Apple zijn gemaakt.
Card ziet weinig heil in de rechtszaak. Hij vindt dat de overheid zich,
zoals Microsoft zegt, bemoeit met de computer- en software-industrie.
Card: ,,Zij gaan straks zeggen wie de overhand mag krijgen en wie niet.
Dat is niet de taak van de overheid.''
Hoewel iedereen erkent dat Microsoft oppermachtig is, is er op de markt
nog steeds van alles mogelijk. Als IBM, Apple en Netscape de handen
ineenslaan of IBM, Sun Microsystems en Oracle en ze gaan serieus tegen
Microsoft in kan er nog van alles gebeuren. Microsoft is niet op alle
terrein in de software dominant. Wasch is het daar weer helemaal niet
mee eens. ,,Op dit moment heeft Microsoft de industrie in een ijzeren
greep'', zegt hij, ,,en die positie heeft het niet op legale wijze
verkregen.'' Volgens Card echter heeft Microsoft nauwelijks enige
aanwezigheid op het gebied van transactieprogrammatuur en dat is een van
de gebieden die belangrijk worden. De rechtszaak speelt daarin geen rol
meer.
De geschiedenis zal zich herhalen. Het is al vaker gebeurd en het gebeurt
weer. Of zoals The Economist schreef na het 1994-akkoord: ,,Houdini
Gates zal zich altijd los weten te wurmen van wetgevers. Maar markten,
dat is een andere zaak.'' Overigens gaf de auteur van die regels niet
aan op welke termijn hij resultaat verwachtte.