HOOFDARTIKEL
De
trustbusters
DE SHERMAN ANTI-TRUSTWET is van 1890. Dit beroemde
juridische breekijzer uit de rauwe expansiefase van het Amerikaanse
industriële kapitalisme is deze week ingezet in de strijd om de
elektronische technologie op de drempel van de 21ste eeuw. Honderd jaar
geleden werd Standard Oil, het imperium van John D. Rockefeller,
opgebroken en nu is Microsoft, het bedrijf van Bill Gates, het doelwit
van de Amerikaanse anti-trustautoriteiten.
De zaak die Joel Klein, de anti-trustbaas van het Amerikaanse ministerie
van Justitie, heeft aangespannen tegen Microsoft belooft een langdurig
en vooral intrigerend juridisch gevecht te worden. De inzet is niet
alleen de directe toekomst van Microsoft, maar die van de informatica-
en communicatie-industrie als geheel. In een sector die gedreven wordt
door permanente technologische vernieuwingen, staat de hegemonie van de
marktleider op juridische gronden ter discussie.
De Amerikaanse overheid beschuldigt Microsoft van een scala van
onwettige monopoliepraktijken en misbruik van machtspositie. De
aanklacht is toegespitst op de zogenoemde internet browsers,
bladerprogramma's waarmee het Internet kan worden opengelegd. Nadat een
poging tot marktverdeling met Microsofts concurrent Netscape in 1995 was
afgeketst, zou Microsoft alles in het werk hebben gesteld om Netscape te
marginaliseren. Dwangcontracten met computerfabrikanten voor de
exclusieve afname van Microsoft-software en de inbouw van Explorer, de
browser van Microsoft, in de nieuwste versie van het besturingsprogramma
Windows zouden neerkomen op monopolistisch machtsmisbruik.
BLADERPROGRAMMA'S zijn van grote betekenis omdat ze de toegangspoort
vormen tot het Internet. Daarachter begint de elektronische snelweg die
in de nabije toekomst toegang zal bieden tot alle mogelijke on line
commerciële toepassingen, gegevensbestanden, bankieren, winkelen,
software, video's en nog veel meer. Als computers uitsluitend via
Windows en Explorer op het Internet kunnen, is sprake van gedwongen
winkelnering. Er is al een vergelijking getrokken tussen deze
elektronische 'Microsoft-tunnel' en de eerste brug over de
Mississippi-rivier, waarvan alle Amerikaanse spoorwegmaatschappijen in
de vorige eeuw gedwongen waren gebruik te maken.
Het weerwoord van Microsoft is dat zijn bladerprogramma een integraal
onderdeel uitmaakt van zijn besturingsprogramma en dat het belachelijk
zou zijn deze te scheiden. Toelating van het concurrerende Netscape
Navigator-programma zou op hetzelfde neerkomen als ,,in ieder krat Coca
Cola ook een paar flessen Pepsi te stoppen'', zoals een
Microsoft-woordvoerder zei. Microsoft vindt dat niet de federale
overheid, maar de onderneming bepaalt welke software het aanbiedt.
Zolang de klanten tevreden zijn, is er niets aan de hand.
Deze nadruk op de vrijheid van de particuliere onderneming doet het in
de Verenigde Staten goed en Microsoft is zelf een sterk voorbeeld van de
kracht van pionierend ondernemerschap. Bill Gates, de scholier die in de
garage van zijn ouderlijk huis begon en het schopte tot de rijkste
ondernemer ter wereld, voldoet in alle opzichten aan het archetype van
de Amerikaanse droom.
Microsoft is allang geen alternatieve rebellenclub meer, maar big
business. Achter het imago van Bill Gates als de opgegroeide
schooljongen gaat een zakenman schuil die concurrenten van Microsoft zo
nodig keihard aanpakt en alles in het werk stelt om de marktpositie van
Microsoft verder uit te bouwen. Dit heeft Microsoft zowel
ongeëvenaard succes als ongebreidelde macht gegeven in de
software-branche. En hoewel software van een geheel andere orde is als
staal, spoorwegen en olie, zijn er veel parallelen te trekken met de
monopolitieposities zoals die ontstonden in de hoogtijdagen van het
laat-19de-eeuwse industriële kapitalisme.
DE ANTI-TRUSTZAAK tegen Microsoft heeft plaats terwijl tegelijkertijd de
ene mega-overname op de andere volgt. Gedreven door de financiële
markten maakt het bedrijfsleven (niet alleen in de VS, ook in Europa)
een proces van schaalvergroting door waarbij reusachtige conglomeraten
van ondernemingen ontstaan. De juridische aanpak van Microsoft moet
volgens trustbuster Joel Klein dan ook worden beschouwd als een nieuwe
vorm van overheidsinterventie in de markteconomie: de Amerikaanse
overheid wil Microsoft niet openbreken, maar de monopoliepositie
indammen, zodat er ruimte blijft voor vernieuwingen, concurrentie en
keuze voor de consumenten.
Daarnaast spelen nieuwe economische inzichten een rol. In de high
tech-industrie is sprake van netwerk-effecten waarbij een dominante
marktpositie op één deelterrein van de technologie zich
kan vertalen in beheersing van een hele sector. Zie het voorbeeld van de
bladerprogramma's waarmee het hele terrein van het Internet kan worden
gedomineerd. Of het besturingsprogramma van Microsoft dat tot dé
standaard is uitgegroeid en waar geen enkele maker van nieuwe software
meer omheen kan.
De grote anti-trustzaken in de Amerikaanse geschiedenis hebben zich
jarenlang voortgesleept. Aan het begin van de eeuw duurde het meer dan
twintig jaar voordat Standard Oil werd opgebroken, de anti-trustzaak die
in de jaren dertig tegen IBM werd aangespannen is na ruim twintig jaar
ingetrokken. Alleen de opsplitsing van AT&T, in 1983, verliep
betrekkelijk snel.
DE VRAAG HOE de aanpak van Microsoft zal verlopen, hangt niet alleen af
van de juridische gecompliceerdheid van anti-trustzaken. De computer- en
softwarebranche kenmerkt zich door permanente technologische
veranderingen, gedreven door concurrentie. Deze ruimte voor innovatieve
concurrentie moet gehandhaafd blijven, daarmee zijn uiteindelijk
consumenten en producenten gebaat. Dat maakt de zaak tegen Microsoft
voor de toekomst van de informatica-industrie zo belangwekkend.