Strijdlustige Gates weert zich tegen verwijt van
dominantie
Door onze correspondent JUURD EIJSVOOGEL
Topman Bill Gates van Microsoft bestreed
gisteren voor het Amerikaanse Congres dat zijn software-bedrijf een
monopolie bezit. Of Microsoft inderdaad anti-trustwetten overtreedt moet
de rechter beoordelen.
WASHINGTON, 4 MAART. Met een mengeling van wantrouwen en ontzag heeft
Capitol Hill gisteren de rijkste man van Amerika ontvangen.
Bill Gates, de topman van het softwarebedrijf Microsoft, moest zich in
het Congres verweren tegen verwijten dat zijn onderneming misbruik maakt
van haar monopoliepositie. Strijdlustig kweet hij zich van die taak.
De komst van Gates was een grote gebeurtenis voor Washington. Samen met
enkele van zijn grootste rivalen uit de software-branche verscheen hij
voor de Senaatscommissie van Justitie, voor een hoorzitting die zou gaan
over ,,structurele veranderingen'' in de sector. Maar al snel bleek dat
het vooral ging over Microsoft en haar dominante marktpositie.
Honderden belangstellenden stonden gisteren urenlang in de rij om een
plaatsje te bemachtigen in de zaal waar de confrontatie tussen Gates en
zijn critici plaatshad. De media waren op volle sterkte uitgerukt. En de
senatoren verdrongen zich om op de foto te komen met de man die zo'n
belangrijke rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de
computerindustrie, en wiens persoonlijke vermogen nu op 48 miljard
dollar wordt geschat.
Gates deed zijn uiterste best om te laten zien dat hij geen moderne
versie is van de machtige en monopolistische industriëlen van een
eeuw geleden, zoals John D. Rockefeller en Andrew Carnegie. Hij bestreed
dat Microsoft, vorig najaar door het ministerie van Justitie aangeklaagd
wegens oneerlijke concurrentiepraktijken, een monopoliepositie heeft en
nodig ingetoomd moet worden. En hij betoogde dat in de software-sector
een hevige concurrentie woedt, en dat Microsoft er beducht voor moet
zijn dat het niet even snel ten onder gaat als het is opgekomen. Hij
vergeleek zijn bedrijf met IBM, de computergigant die ook onaantastbaar
leek, totdat de opkomst van de personal computer die overtuiging
onderuit haalde. ,,Als we de opkomst van het internet niet hadden
onderkend, waren we zeker opzij geschoven.''
Maar de woorden van Gates stuitten op veel scepsis. ,,Betwist u echt dat
u de macht van een monopolie heeft, met een marktaandeel van 90 procent
voor het besturingssysteem Windows?'', vroeg de conservatieve
Republikein Orrin Hatch, voorzitter van de commissie van Justitie en
senator voor Utah, de staat waar Microsofts concurrent Novell is
gevestigd. Hatch noemde Microsoft ,,een van de belangrijkste
succesverhalen uit de geschiedenis van de Amerikaanse economie''. Maar
hij wierp toch de vraag op of ,,het gevaar niet bestaat dat de macht van
een monopolie de innovatie in de Amerikaanse software-branche verstikt,
nu of in de toekomst.''
Volgens de presidenten van Netscape Communications en Sun Microsystems,
die samen met Gates aan de lange getuigentafel zaten, bedient Microsoft
zich van oneerlijke praktijken om de concurrentie uit te schakelen. ,,Ik
geloof niet dat de heer Gates kan volhouden dat zijn bedrijf geen
monopolie heeft'', zei topman James Barksdale van Netscape, dat met zijn
internet-browser Navigator concurreert met Microsofts Explorer.
Barksdale vroeg alle aanwezigen in de volgepakte zaal die een pc hebben
om hun hand op te steken, waarop een woud van armen omhoog ging. Daarna
vroeg hij hoeveel van hen géén gebruik maken van Windows,
waarna alle handen weer verdwenen. ,,Mijne heren, dat is een
monopolie'', luidde zijn triomfantelijke conclusie.
,,Een monopolist is per definitie'', stelde Gates, ,,een bedrijf dat in
staat is de toegang van nieuwe ondernemingen tot de markt te verhinderen
en dat eenzijdig de prijzen kan vaststellen. Microsoft kan geen van
beide.'' Gates betoogde dat softwareproducten wegens hun korte
levensduur niet te vergelijken zijn met andere economische artikelen.
,,In de termijn van een senator (zes jaar, red.) ontwikkelen wij een
product, wordt het heel populair en neemt de vraag vervolgens ook weer
af tot vrijwel nihil.'' Tegen het argument van Barksdale dat niemand er
ooit aan zal beginnen een alternatief te ontwikkelen voor het
besturingssysteem Windows - ,,Ik zie Amerika even snel overstappen van
het Engels op het Nederlands als overschakelen naar een nieuw
besturingssysteem'', aldus Barksdale - bracht Gates in:
,,Besturingsystemen staan of vallen met ideeën. Geen enkel bedrijf
bezit de fabriek van ideeën.''
Maar Scott McNealy, topman van Sun Microsystems, waarschuwde dat
Microsoft aan banden gelegd moet worden, omdat het anders ,,zijn
monopoliepositie kan gebruiken om een plaats af te dwingen bij banken,
kranten, kabelnetwerken en televisie, internet-aanbieders, databanken en
noem maar op.''
Steun kreeg Gates van Michael Dell, president en oprichter van Dell
Computers, die Microsoft prees omdat de software-reus ,,een trend naar
standaardisatie'' teweeg heeft gebracht, waar ,,zowel Dell als zijn
klanten van hebben geprofiteerd''. Maar de Dell-topman kwam zwaar onder
vuur te liggen van verschillende senatoren, die hun stafleden hadden
laten bellen met de telefonische bestellijn van de computerproducent.
Gevraagd of ze een computer konden kopen met de browser van Netscape,
kregen ze herhaaldelijk van verkopers te horen dat dat niet mogelijk
was, wegens afspraken met Microsoft. Volgens sommige senatoren was dat
een aanwijzing dat Microsoft bij bedrijven waarmee het zaken doet
bedingt dat concurrenten worden buitengesloten.
De hoorzitting was bedoeld om informatie te verzamelen. Een conclusie of
beleidsaanbeveling leverde de bijeenkomst dan ook niet op. Maar alle
aanwezigen waren het er wel over eens dat er geen nieuwe wetten nodig
zijn voor de regulering van de software-sector. De vraag is alleen of de
bestaande anti-trustwetten door Microsoft worden nageleefd. Het vervolg
van de discussie daarover zal zich afspelen in de rechtszaak van
Justitie tegen Microsoft.