Hoorzitting over 'macht' Microsoft gespannen
Door onze correspondent LUCAS LIGTENBERG
NEW YORK, 14 JAN. De hoorzitting, waarin
Microsoft betoogt dat het besturingsprogramma Windows en de browser
Internet Explorer onlosmakelijk verbonden zijn, is gistermiddag na een
gespannen start opgeschort en wordt vandaag voortgezet.
Tijdens de zitting kwam het tot een venijnige woordenwisseling tussen de
rechter en een Microsoft-advocaat. Advocaat Richard Urowsky stelde met
zoveel woorden dat er verwarring was opgetreden over de order die de
rechter had uitgevaardigd. Daarom was Microsoft de aanklacht van de
overheid gaan bestuderen. De rechter onderbrak Urowsky daarop door te
zeggen: ,,Het zijn mijn uitspraken die u moet bestuderen.'' Urowsky zei
dat de bewoordingen van de rechter veel leken op die van de overheid.
Ook zei hij dat de verwarring die is opgetreden te wijten is aan de
vaagheid van die bewoordingen. De rechter zei dat Microsoft dan om
verduidelijking had moeten vragen, maar het antwoord van Urowsky daarop
was dat Microsoft ervoor had gekozen om in hoger beroep te gaan. In
geval van een beroep mag een rechter de taal van een order niet
aanpassen. Beide partijen kregen de kans om hun standpunten uiteen te
zetten maar de tijd ontbrak om de zaak geheel af te ronden. David Cole,
expert voor Microsoft, zou vandaag zijn betoog afmaken.
Het departement van justitie daagde Microsoft in oktober voor de rechter
omdat het een akkoord uit 1995 zou hebben geschonden. In dat akkoord
beloofde Microsoft zich te onthouden van de koppelverkoop van producten
met het doel om zijn positie op de markt te versterken.
Justitie meende dat dat gebeurde toen Microsoft zijn afnemers
verplichtte om bij de installatie van Windows op de computer ook zijn
browser Internet Explorer erbij te nemen. Justitie stelt dat Explorer
een apart produkt is, Microsoft stelt dat het een geïntegreerd
onderdeel is van Windows. Volgens het akkoord van 1995 mag Microsoft
geintegreerde of gebundelde produkten ontwikkelen en leveren. De
federale rechter Thomas Penfield Jackson besliste op 11 december dat de
zaak zo ingewikkeld was dat hij een speciale 'meester' op de kwestie zou
zetten. Dat werd de hoogleraar Lawrence Lessig, momenteel verbonden als
gastdocent aan Harvard University, uitgeleend door de Univerity van
Chicago.
Intussen moest Microsoft zijn besturingsprogramma Windows 95 leveren
zonder Explorer door de programma's te ontbundelen. Microsoft stelde dat
dat niet kon omdat Windows zonder Explorer een wankel programma is. De
rechter nam de proef op de som en verwijderde in zijn werkkamer Explorer
uit zijn systeem. Vervolgens nam hij het weer in Windows op. Hoezo
onlosmakelijk verbonden? Microsoft stelde dat de rechter Explorer
ogenschijnlijk wel had verwijderd maar dat nog heel veel programmaregels
in Windows aanwezig waren omdat Explorer die deelt met andere
toepassingen. Dus Explorer was onschadelijk gemaakt maar niet
verwijderd.
Justitie, dat zich achter de rechter schaarde, diende een motie in bij
de rechtbank dat Microsoft duidelijk minachting toonde voor de
rechtbank. Daar ging de hoorzitting van gistermiddag over. Beide
partijen mochten een expert meebrengen in het debat over of verwijderen
nu wel of niet mogelijk is. Een expert van justitie liet zien dat
Explorer inderdaad gemakkelijk te verwijderen is maar moest in een
ondervragingsronde door een advocaat van Microsoft erkennen dat
inderdaad het grootste deel van de programmatuur die Explorer gebruikt
nog aanwezig.