U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Microsoft

Nieuws

Proces

Achtergrond

Links

Bill Gates als moderne John D. Rockefeller
Door onze correspondent LUCAS LIGTENBERG
Wat Microsoft overkomt, past in de traditie van de Amerikaanse anti-trustwetgeving. Nu is Bill Gates het doelwit, begin deze eeuw was dat magnaat John D. Rockefeller van Standard Oil.

NEW YORK, 19 MEI. De anti-trustzaak tegen Microsoft heeft de eer terecht te komen in een lange reeks van processen tegen eerbiedwaardige monopolisten. Bijna al die zaken waren gebaseerd op toepassing van de Sherman Antitrust Act van 1890.

Naleving van de anti-trustwetten betekent tegenwoordig in de praktijk dat onderhandelingen worden afgebroken of de overheid in een vroeg stadium maatregelen neemt. Grote anti-trustzaken zijn zeldzaamheden geworden. In 1982 ging AT&T akkoord met opsplitsing, maar een zaak tegen IBM werd in datzelfde jaar zonder resultaat stopgezet.

De gisteren begonnen zaak tegen Microsoft gaat tegen de Rockefeller van deze tijd, Microsoft-topman Bill Gates. Net als Rockefeller bezit hij een derde van zijn bedrijf en is hij in zijn tijd een van de rijkste mannen in de Verenigde Staten. Er zijn meer parallellen.

In de jaren negentig van de vorige eeuw had Standard Oil ongeveer 85 procent van de markt voor olieproducten in de VS. Microsoft heeft eenzelfde marktaandeel met Windows. Langzaam maar zeker is de bewondering voor Microsoft omgeslagen in een soort korzeligheid over de arrogante dominantie van het bedrijf, net als honderd jaar geleden met Standard Oil en de Rockefellers het geval was.

De magnaat John D. Rockefeller stond aan het hoofd van een olie-imperium dat geen gelijke had in de wereld. Senator John Sherman uit Ohio ontwiep daarom een Antitrust Act die werd aangenomen. Wat de wet ook deed, het leidde niet tot stappen tegen Standard Oil. In hetzelfde jaar werd de eerste petitie tot ontbinding van Standard Oil ingediend in Ohio. Ook dat had geen resultaat.

Rockefeller steunde Sherman bij zijn herverkiezing in 1891. Toch was het de wet van Sherman die in 1911 tot de opsplitsing van Standard Oil leidde.

Al decennialang was Rockefeller in de VS een publieke figuur, die in de beste Amerikaanse traditie werd gehaat en bewonderd vanwege zijn zakelijke activiteiten en zijn rijkdom. Langzaam kwamen de zakelijke praktijken van het bedrijf aan het licht. Prijsafspraken, anti-concurrerende maatregelen, samenzwering met spoorwegmaatschappijen waren al jaren schering en inslag. Na het aantreden van president Theodore Roosevelt in 1901 kwam het anti-trustonderzoek op gang.

Microsoft wordt al sinds 1990 in de gaten gehouden wegens zijn agressieve marketing. Eerst boog de Federal Trade Commission zich drie jaar over het bedrijf en toen nam justitie de zaak ter hand. Dat leidde in eerste instantie tot wat inmiddels als halfbakken akkoord wordt gezien in 1994. Die morele overwinnng voor Microsoft van destijds en de arrogantie daarover ('Als wij Windows willen leveren met een broodje ham als geïntegreerd onderdeel daarvan, kan de overheid daar niets tegen doen') heben veel kwaad bloed gezet.

Roosevelt had het aan het begin van deze eeuw misschien nog wel op een akkoordje willen gooien, maar Standard Oil was zo arrogant dat hij steeds meer geërgerd raakte. ,,Morgan had in tegenstelling tot de verblinde Rockefeller in de gaten dat Roosevelt graag concessies deed aan zakenmensen die wilden meewerken'', schrijft Ron Chernow in zijn splinternieuwe biografie van Rockefeller, getiteld 'Titan'. Volgens sommigen heeft Bill Gates af en toe ook oogkleppen op.

In februari 1905 stemde het huis van afgevaardigden voor een anti-trustonderzoek tegen Standard Oil. Nog altijd dachten ze bij Standard Oil dat het hen niet kon deren. Daar maakte de Amerikaanse weerzin tegen alle overheidsinmenging een belangrijk deel van uit. ,,We zullen Standard Oil eerder naar de haaien zien gaan dan dat we ons door een groep kerels laten vertellen hoe we ons bedrijf moeten leiden'', zei Henry Rogers, een hoge functionaris binnen Standard Oil naar aanleiding van de voornemens van politici. De echo hiervan in de huidige zaak is dat het niet de taak kan zijn van de overheid om computerprogramma's te ontwerpen.

Vlak voor een federale anti-trustzaak werd aangespannen in 1906, waren enkele staten al met zaken begonnen. De belangrijkste daarvan had plaats in Missouri. In november 1906 begon Roosevelt een grote anti-trustzaak tegen Standard Oil. Hij kon deze eerste zaak niet winnen en Standard Oil ging in hoger beroep vrijuit maar in 1908 begon hij opnieuw. In dezelfde tijd had Standard Oil inmiddels te maken met 21 zaken van Amerikaanse staten. Gisteren begonnen twintig staten en het District of Columbia rechtszaken. Veroordeling en opsplitsing van Standard Oil volgde uiteindelijk in 1911.

Hier gaat de vergelijking mank, want dat zal voorlopig niet gebeuren. Al heeft hoofd van de anti-trustafdeling van van het ministerie van justitie, Joel Klein, gisteren gezegd dat ondanks het aanspannen van deze zaak het anti-trustonderzoek tegen Microsoft verdergaat.

In 1911 had de vrije markt al afgerekend met de dominantie van Standard Oil. Royal Dutch en Shell waren samengegaan in 1907 en hadden buiten de VS al veel terrein veroverd op Standard. In de VS zelf was er al lang veel meer concurrentie op het gebied van oliewinning en distributie. Chernow zegt over deze mijlpaal in de Amerikaanse rechtspraak: ,,De paradoxale les die was geleerd luidde dat ingrijpen van de overheid soms nodig was om zeker te zijn van onbelemmerde concurrentie.''

Overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in de strijd van justitie tegen Microsoft wegens misbruik van economische macht:

Juni 1990 De Federal Trade Commision (FTC) doet in het geheim onderzoek naar de samenwerking tussen IBM en Microsoft.

Februari 1993 De FTC besluit geen actie tegen Microsoft te ondernemen. Augustus 1993 Het Amerikaanse ministerie van Justitie neemt het onderzoek over.

Juli 1994 Microsoft en Justitie tekenen een schikking, waarin staat dat Microsoft computerfabrikanten die het besturingsprogramma Windows in licentie nemen niet mag dwingen ook andere software af te nemen (koppelverkoop). Microsoft mag wel geïntegreerde producten ontwikkelen.

Februari 1995 De Amerikaanse districtsrechter Stanley Sporkin verwerpt de schikking, omdat Microsoft daarin zijns inziens onvoldoende wordt aangepakt.

April 1995 Microsoft ziet af van de overname van Intuit.

Augustus 1995 Rechter keurt de schikking goed.

September 1996 De regering start een onderzoek naar schending van de schikking.

Oktober 1997 Het Amerikaanse ministerie van justitie vraagt een federale rechter Microsoft een boete op te leggen van een miljoen dollar per dag wegens schending van de schikking uit 1995.

December 1997 Jackson doet een voorlopige uitspraak in de zaak tegen Microsoft. Het besturingssysteem Windows moet worden gescheiden van Internet Explorer. Microsoft gaat tegen deze beschikking in beroep.

Mei 1998 In beroep bepaalt een rechter dat de gedwongen scheiding van het browser Internet Explorer en Windows niet geldt voor Windows 98.

18 mei 1998 Justitie en deelstaten beginnen breed opgezette zaak tegen Microsoft.

NRC Webpagina's
19 mei 1998

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad