U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Microsoft

Nieuws

Proces

Achtergrond

Links

Microsoft gokt in hoger beroep op glorieuze zege


Tien jaar lang al zijn de praktijken van Microsoft een reden voor de Amerikaanse overheid om het bedrijf in de gaten te houden. De zaak Microsoft heeft een lange voorgeschiedenis.

Door onze correspondent LUCAS LIGTENBERG

NEW YORK, 8 JUNI. Nu rechter Thomas Penfield Jackson van het U.S. District Court zijn definitieve uitspraak heeft gedaan in de Microsoft- zaak, begint het hoger beroep. De anti-mededingingszaak, die sinds mei 1998 loopt, kan daardoor nog met misschien wel twee jaar worden verlengd. Microsoft kondigde na de uitspraak in april al aan dat het in hoger beroep gaat en heeft herhaaldelijk verklaard dat het zeker is in een volgende fase de zaak te winnen. Wat het bedrijf ook al diverse malen in het openbaar heeft betoogd is dat het geen wetten heeft overtreden. Het hoger beroep dient voor het U.S. Circuit Court van Washington (D.C.). Microsoft is daar geen onbekende want die rechtbank gaf Microsoft in juni 1998 gelijk in een eerdere rechtszaak die justitie had aangespannen. Die uitspraak kan een grote rol gaan spelen.

In oktober 1997 stapte justitie naar de rechter en beschuldigde het Microsoft van contractbreuk. Nog weer eerder, in 1994, had Microsoft na onderhandelingen een overeenkomst gesloten met het ministerie waarin het akkoord ging met bepaalde beperkingen op zijn zakelijke activiteiten. Dat was op zijn beurt weer het resultaat van verschillende toetsingen door de Federal Trade Commission waarvan het ministerie van Justitie de zaak overnam.

Ook na het akkoord bleef het klachten regenen bij justitie en een bedrijf genaamd Netscape kon concreet aanwijzen dat Microsoft illegaal druk zette op pc-producenten om niet de Netscape-browser te nemen maar alleen de browser van Microsoft. De bedrijven die hun kopers toch de keus wilden bieden tussen Explorer en Netscape zouden geen Windows meer krijgen. Microsoft zei ook dat Explorer inmiddels deel was geworden van Windows. Het besturingssysteem leveren zonder Explorer was niet mogelijk, aldus de softwareproducent. Explorer was ook altijd de standaardbrowser.

Justitie viel daarover en klaagde Microsoft aan voor contractbreuk. De rechter in deze zaak was ook toen Thomas Penfield Jackson. Hij oordeelde dat Microsoft fout zat en eiste stopzetting van de integratie van Windows en Explorer. Microsoft liet arrogant weten dat volgens de tekst van de overeenkomst het bedrijf de vrijheid had om "een broodje ham" in Windows te integreren als het dat wilde. In hoger beroep won Microsoft die zaak. Die uitspraak werd gedaan in juni 1998, een maand nadat justitie de antimededingingszaak was begonnen.

Een hoger beroep in de zaak wordt behandeld door het U.S. Circuit Court en het U.S. Supreme Court. Microsoft kan een verzoek indienen om direct naar het hooggerechtshof te gaan maar waarschijnlijk wordt dat afgewezen. "Rechter Jackson heeft weinig of geen argumentatie gegeven bij zijn opsplitsingsbesluit", aldus Robert Lande, mededingingsexpert aan de Universiteit van Baltimore. "Het hooggerechtshof zal dus liever zien dat een ander lichaam zich eerst over de zaak buigt."

Eerst komt dus het Circuit Court aan de beurt en daarna pas het Supreme Court. Het Circuit Court kan een panel van drie personen aanstellen die de hele zaak bekijken. Of, als dat niet voldoet, voltallig met alle twaalf leden de zaak behandelen. Lande acht de kans overigens klein dat het hooggerechtshof de uitspraak tot opsplitsing in laatste instantie overeind zal houden. "Ik geef het een kans van 1 op 3", zegt hij.

NRC Webpagina's
8 juni 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad