Beide partijen hoopvol bij slot proces
Microsoft
Door onze correspondent
NEW YORK, 23 FEBR. De twee
partijen in de antimededingingszaak tegen softwareconcern Microsoft
kregen gisteren een allerlaatste kans hun kant van de zaak uiteen te
zetten. Zowel de overheid als Microsoft claimde na afloop een
overwinning.
In de rechtszaal vergeleek de presiderende rechter Thomas Penfield
Jackson Microsoft met Standard Oil, de Amerikaanse oliegigant onder
leiding van John D. Rockefeller, die in 1911 van staatswege werd
opgesplitst wegens misbruik van zijn monopoliepositie. Jackson heeft
begin november zijn feitelijke bevindingen bekendgemaakt en is nu klaar
om zijn wettelijke bevindingen op te stellen. Als Microsoft schuldig
wordt bevonden aan het tenlastegelegde moet Jackson de straf voor het
bedrijf bepalen. Dat kan tot oktober duren. Daarmee is voorlopig de
laatste fase ingegaan van het antimededingingsproces van de Amerikaanse
federale overheid en negentien staten tegen Microsoft, dat in mei 1998
begon. Microsoft is beschuldigd van misbruik van zijn monopoliepositie
en pogingen zijn monopoliepositie op het gebied van besturingssystemen
(Windows) uit te breiden naar Internet door de browser Internet Explorer
als geïntegreerd product gratis bij Windows te leveren.
Tegelijkertijd zijn er nog onderhandelingen achter gesloten deuren
gaande in Chicago, waar Richard Posner, een federale rechter, probeert
een schikking tussen de partijen te bewerkstelligen. Het is niet
duidelijk wanneer Jackson precies met zijn vonnis komt, maar hij heeft
de hoorzitting van gisteren niet willen uitstellen. Dat zou volgens
waarnemers betekenen dat er nog geen zicht is op een schikking buiten de
rechtszaal. Anderzijds zou Jackson een vonnis in elk geval willen
uitstellen tot schikkingsonderhandelingen volledig zijn gestrand.
De partijen brachten gisteren geen nieuwe argumenten op tafel, maar
probeerden de puntjes op de i te zetten. John Warden, de belangrijkste
advocaat voor Microsoft, stelde dat volgens de letter van de Amerikaanse
antitrustwetten Microsoft de wet niet heeft overtreden. De overheid doet
volgens hem wel beweringen, maar heeft geen bewijzen, zoals dat
consumenten schade hebben geleden door het gedrag van Microsoft.
De advocaat voor de overheid, David Boies, noemde een aantal uitspraken
van het Amerikaanse Supreme Court in antimededingingszaken en paste die
toe op Microsoft. Hij zei bijvoorbeeld dat Microsoft stappen heeft
ondernomen om Netscape Navigator, een concurrerende browser, van de
desktop te houden. Het is expliciet verboden voor een monopolist om iets
te doen dat geen andere bedoeling heeft dan de concurrentie te
dwarsbomen, dus dat zou Microsoft schuldig maken. Boies zei ook dat
Microsoft, dat voortdurend schermt met de vele concurrenten die het
heeft, nooit de hegemonie met Windows had kunnen opbouwen als er
werkelijk concurrentie was geweest.
Na afloop probeerden de partijen ook buiten de rechtszaal hun gelijk te
halen. William Neukom, een advocaat van Microsoft, vond dat de overheid
probeert de antitrustwetten te herschrijven, waardoor vernieuwing in de
industrie de nek wordt omgedraaid. Joel Klein, hoofd van de
antitrustdivisie van Justitie, betoogde dat Microsoft zich misdragen
heeft als monopolist.