Leven op de campus van Microsoft
Cola, pizza en computercode
Een kledingcode is er niet, al
zijn spijkerbroek, bloes en gympen er bijna tot norm verheven. Sommige
werknemers verschijnen zelfs in korte broek. Microsofts hoofdkwartier
in Redmont bij Seattle oogt als een moderne universiteitscampus.
Personeelsleden prijzen de informele sfeer en snappen weinig van de
aanvallen op hun bedrijf.
Door Stéphane Alonso
De geboorte van Windows 2000 was een zware bevalling, waarvan de 16.000
werknemers van Microsoft in Redmond, thuisbasis van de softwaremaker,
nog steeds napuffen. Met enige vertraging werd de jongste versie van
het besturingsprogramma deze week de wereld ingestuurd. Daar wachtte
het, zo bleek meteen al, geen warm onthaal. Van Windows 2000 werd voor
verschijning al gezegd dat het allesbehalve een verbetering is. Het
aantal bugs - onvermijdelijke programmeerfouten - zou ditmaal
echt stuitend zijn.
Als klap op de vuurpijl onderzoekt nu ook de Europese Unie, in navolging
van de Amerikaanse overheid, of Microsoft zich bezighoudt met duivelse
monopoliepraktijken. Microsoft móet aan de schandpaal, zo lijkt
het wel. In Redmond, een voorstad van Seattle, groeit de verbazing over
alle kritiek. " Het druist in tegen mijn rechtvaardigheidsgevoel", zegt
Gerrit Bergsma, een 36-jarige Nederlander die anderhalf jaar geleden de
overstap maakte van Microsoft Benelux naar Seattle. Bergsma "beleeft"
het bedrijf heel anders. Het is niet de moloch van het type IBM, de
computerfabrikant die ooit berucht was om zijn strenge gedrags- en
kledingcodes en bij vlagen de prententies van een autonome staat had.
Bergsma benadrukt dat Microsoft met beide benen in de samenleving staat.
Hij ziet onder zijn collega's een "oprechte bevlogenheid" om software
steeds weer te verbeteren. Macchiavelli woont hier niet, zo weet de
Nederlander zeker. Maar wie dan wel?
Ongeveer de helft van alle Microsoft-werknemers (ruim 34. 000
wereldwijd) werkt en woont in de noordwestelijke staat Washington,
waarvan Seattle - met zijn karakteristieke spaceneedle - de
hoofdstad vormt. De grootste softwarefabrikant ter wereld is de
opvallende afwezige in het straatbeeld van Seattle, dat vooral wordt
gedomineerd door de talrijke Internetbedrijven die de stad telt. Maar
wie een gesprek aanknoopt met een willekeurige voorbijganger merkt al
snel dat iedereen wel iemand kent die bij Microsoft werkt, en anders
wel bij vliegtuigfabrikant Boeing, het andere boegbeeld van de stad.
Vlak buiten Seattle, tegenover Lake Washington, ligt 'Microsoft-stad'.
Het bedrijvencomplex begint dusdanig uit z'n voegen te groeien dat de
plaatselijke autoriteiten hebben besloten tot de aanleg van een aparte
snelweg-afrit. Niet alleen voor Microsoft-werknemers overigens. In het
kielzog van het softwarebedrijf hebben branchegenoten, zoals
spelletjesmaker Nintendo, zich ook in Redmond gevestigd. Er wordt
overigens alleen gewerkt op de campus. De meeste werknemers wonen in de
natuurrijke omgeving van Redmond.
Meer dan als een hoofdkwartier, oogt Microsoft-stad als een moderne
universiteitscampus, waarvan de gebouwen soms sfeervol liggen verscholen
in de naaldbossen. "De vroegste werknemers van Microsoft kwamen
rechtstreeks van college af en dus werd besloten een kopie van
een college-campus voor ze te bouwen zodat ze zich thuis zouden
voelen", zegt voorlichter Mark Peterson. De oudste gebouwen van de
'stad' stammen uit 1986, toen duidelijk werd dat Microsoft een
blijvertje was in pc-land. Deze gebouwen, '1' tot en met '6' gedoopt,
kregen een x-vorm (van bovenaf), zodat het aantal ramen kon worden
gemaximaliseerd. Het ontwerp was afgekeken van IBM, waarmee Microsoft in
de jaren tachtig intensief samenwerkte.
Tegenwoordig telt het hoofdkwartier 82 gebouwen (grotere en kleinere),
verspreid op een oppervlakte van ruim 4,5 miljoen vierkante meter. Lopen
is onbegonnen werk, dus rijden er de hele dag shuttlebusjes af en aan.
Zelfs de eigen mensen van Microsoft verdwalen voortdurend in en buiten
de gebouwen. Een van de populairste gebouwen op de campus is de winkel
(naast het museum) waar, uitsluitend voor werknemers, software tegen
fikse kortingen wordt verkocht. Jaarlijks wordt er gemiddeld
achttienduizend keer verhuisd op de campus. Dagelijks wordt er
twaalfduizend keer lunch geserveerd en worden er drieduizend pizza's
gegeten. Elke dag worden er drie miljoen e-mailberichten verzonden.
Het is lunchtijd en op de campus ontrolt zich een multi-culturele
manifestatie. Mensen in alle kleuren en maten verruilen hun kantoren
voor de tientallen kantines op het terrein - op weg naar de warme
chili-hap, de versbelegde boterham of de doorsnee hamburger. Microsoft
werft over de hele wereld. "Er zijn 2000 vacatures", zegt Peterson. Het
tekort aan techneuten gaat op voor de gehele software-industrie.
Een kledingcode is er niet, hoewel 'casual' (spijkerbroek, bloes en
gympen) hier bijna tot norm lijkt verheven. Stropdassen zie je in elk
geval niet. Een enkeling draagt een lichtblauwe bloes met het
Microsoft-logo of wappert voorbij in een lange leren jas en luguber
hardrockshirt.
"Die informele sfeer is heerlijk", zegt Bergsma tussen twee happen door.
" In Nederland zat ik altijd strak in het pak." Zijn collega John
Dongelmans (25), die hier pas vijf weken zit, heeft inmiddels
geobserveerd dat sommigen " zelfs in korte broeken" op het werk
verschijnen. Bergsma, die op de verkoopafdeling werkt, en Dongelmans,
van de spelletjesafdeling, zien er vergeleken met hun buitenlandse
collega's bijzonder netjes uit. Vooral Bergsma valt uit de toon met
zijn kaki-broek, leren schoenen en pullover. De Nederlanders zijn
vooral onder de indruk van de sociale betrokkenheid op de campus. Die
komt het beste naar buiten tijdens de jaarlijkse giving
campaign, een liefdadigheidsactie. Bij die gelegenheid
worden allerlei "leuke dingen" gedaan ("voor 10 dollar mag je een taart
in iemands gezicht gooien"). Het verzamelde geld wordt uiteindelijk
verdubbeld door Microsoft. Dat zijn ook de momenten dat de werknemers
Bill Gates, een van de oprichters van Microsoft en tegenwoordig de
rijkste man op aarde, te zien krijgen.
In de loop der jaren zijn er veel relaties opgebloeid binnen de
16.000 leden tellende Microsoft-familie. (Hiervan zijn geen cijfers,
maar een zegsvrouw verzekert dat het veelvuldig voorkomt). Het
beroemdste voorbeeld is Gates zelf, die in 1994 trouwde met het hoofd
van zijn marketingafdeling, Melinda French. Echtparen die behoefte
hebben aan huwelijksbemiddeling krijgen de kosten vergoed.
Microsoft heeft de afgelopen twintig jaar een forse demografische
verandering ondergaan. In 1983 was de gemiddelde leeftijd 22, anno 2000
is dat 35. Zeventig procent van de werknemers is ouder dan dertig. Door
de 'vergrijzing' is een hele reeks nieuwe problemen ontstaan, waarvan
de huwelijksperikelen een voorbeeld zijn. Veel werknemers raken met
zichzelf in de knel omdat ze hun oude leventje ("cola, pizza en
computercode") moeilijk kunnen combineren met de verplichtingen van een
gezinsleven, zegt Mark McKenna, belast met personeelskwesties. "Sommige
werknemers worden een 'risico' naarmate ze ouder worden."
De 'uitval' van werknemers valt niettemin mee. "Ongeveer zeven procent
per jaar", zegt McKenna. "Dat is ongeveer de helft van wat normaal is
in de software-industrie."
Een reden om te blijven zijn de aantrekkelijke aandelenopties die
Microsoft zijn werknemers in het vooruitzicht stelt. Ze zijn overigens
ook een goede reden om te vertrekken want wie zijn aandelenportefeuille
goed beheert, kan in principe miljonair worden. Volgens McKenna moet
het belang van de opties niet worden overschat. "Als je het werk niet
meer leuk vindt, kunnen de opties veranderen in gouden handboeien."
De 35-jarige Nederlander Gert Drapers, die het in vijf jaar heeft
geschopt tot hoofd van de productgroep SQL Server (software voor
bedrijven), had zo zijn eigen redenen om bij Microsoft te gaan werken.
"De baan in Seattle bood mij de mogelijkheid om een product te maken
dat door heel veel mensen wordt gebruikt", zegt Drapers in zijn kantoor
in gebouw 6. Drapers wilde graag " carrière maken in de
techniek". Bij Microsoft Benelux, dat zich uitsluitend met verkoop en
service bezighoudt, is dat onmogelijk. "Daar wordt je al heel snel het
managementpad op gedwongen."
De campus omschijft Drapers als "200 kleine bedrijfjes" die allemaal
met elkaar concurreren voor een bijdrage uit de centrale geldpot. Ook
wordt er tussen de productgroepen strijd geleverd voor het beste
personeel. "Het is belangrijk je eigen mensen tevreden te houden, want
ze kunnen zo 'overlopen' naar een andere groep." Drapers denkt dat hij
zijn werk goed doet "want voorlopig groeit mijn team alleen maar".
Even verderop, op het grasveldje tegenover gebouw 8 waar gewoonlijk
tijdens pauzes wordt gevoetbald, staan zevenendertig boze jongeren,
geobserveerd door tweemaal zoveel politie-agenten. Ze zijn vandaag naar
de campus gekomen om te demonstreren tegen de nieuwe economische
wereldorde. Het zijn de naweeën van de rellen die uitbarstten
tijdens de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in
december. Microsoft was een van de sponsors van die bijeenkomst. De
pijlen van het 'Direct Action Network' zijn vooral gericht op Gates,
hoewel deze sinds vorige maand niet meer aan het hoofd staat van de
onderneming. Zijn opvolger, Steve Ballmer, is blijkbaar nog te onbekend
om door te kunnen gaan voor het gezicht van het kapitalistische kwaad.
Het protest - 'straattheater' genoemd - wekt op de lachspieren, maar
maakt niettemin duidelijk dat de tijden dat Gates en de zijnen jonge
honden waren die de pc-industrie op z'n kop zetten definitief voorbij
zijn. Er wordt vandaag in ieder geval niet gevoetbald.