Microsoft vindt dat het geen wetten heeft
overtreden
Door onze correspondent LUCAS LIGTENBERG
NEW YORK, 19 JAN. Microsoft
ontkent dat het met zijn besturingsprogrammma Windows een
monopoliepositie heeft en dat het de wet heeft overtreden. Dat staat in
een rechtbankdocument dat gisteren door de softwarefabrikant is
ingediend.
Tegen Microsoft loopt een anti-mededingingszaak die door de Amerikaanse
overheid is aangespannen. Volgens Microsoft verdenkt de Amerikaanse
justitie het bedrijf ten onrechte. De onderneming heeft naar eigen
zeggen "met ernstige concurrentierisico's" te maken buiten het terrein
van zijn besturingssysteem Windows.
Microsoft ontkent dat het de macht heeft om prijzen te bepalen en
concurrenten uit te schakelen, zoals de rechter eerder heeft
vastgesteld. Zelfs als alle bevindingen van de rechter als feiten worden
aanvaard, ziet het bedrijf niet hoe de Amerikaanse anti-mededingingswet
zou hebben overtreden.
Microsoft diende het zeventig pagina's tellende document in bij rechter
Thomas Penfield Jackson in reactie op diens tussentijdse oordeel van
begin november. De rechter stelde toen vast dat Microsoft een
monopoliepositie heeft en die positie heeft misbruikt.
Microsoft wees er gisteren op dat in eerdere uitspraken van (andere)
rechters de bundeling van Internet Explorer en Windows niet illegaal
werd bevonden. Ook zegt de softwarefabrikant dat het volgens de wet mag
eisen van computerproducenten dat Windows onaangetast op pc's wordt
geÏnstalleerd, omdat Microsoft het auteursrecht bezit op zijn
product.
Ook de race die Microsoft inzette om concurrent Netscape (van de browser
Navigator) in te halen, was, zo staat in het rechtbankdocument, niet
illegaal. Netscape had op een zeker moment een marktaandeel van tachtig
procent en Microsoft voelde zich niet bepaald verplicht het bedrijf de
helpende hand te bieden in de concurrentie-oorlog.
"De anti-mededingingswetgeving stelt geen verplichting aan een bedrijf -
zelfs een bedrijf met monopolistische macht - om zijn concurrent bij te
staan door het vrijgeven van technische informatie over nieuwe producten
voordat deze zijn gelanceerd", zo staat in het rechtbankdocument.
Een medewerker van justitie zegt in een reactie op het document dat de
argumentatie van Microsoft "een monopolist ongelimiteerd de vrijheid zou
geven om, met zijn dominatie, concurrenten te verpletteren, de
consumenten te benadelen en vernieuwing tegen te houden". Het
rechtbankdocument "negeert de feitelijke bevindingen van de rechtbank en
verdraait juridische precedenten", aldus justitie.
Tegen Microsoft is in mei 1998 een aanklacht ingediend door het
ministerie van Justitie en negentien Amerikaanse deelstaten. Naar
verwachting zal het ministerie van Justitie volgende week officieel
reageren op het tussentijdse oordeel van de rechter.
Vorige week schreef het dagblad USA Today dat het ministerie aan
de rechter zal voorstellen de softwarefabrikant op te splitsen in
meerdere bedrijven. Volgens Steve Ballmer, de nieuwe topman van
Microsoft, heeft justitie naar de pers gelekt. Justitie ontkent dat. Een
woordvoerder noemde de berichtgeving in USA Today "op sommige
belangrijke punten" niet correct.
Microsoft heeft aan het einde van de maand nog een mogelijkheid om te
reageren op het advies van justitie. Op 22 februari volgt dan voor beide
partijen de kans nog eenmaal mondeling hun visie uiteen te zetten,
voordat de rechter zich buigt over zijn definitieve vonnis. De zaken
komen anders te liggen als de twee partijen tot een schikking komen.
Onder voorzitterschap van rechter Richard Posner wordt over de
mogelijkheid hiervan onderhandeld in Chicago. Tot nu toe is niet bekend
of de bemiddeling vordert.