NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


IRT Vervolg

Nieuws

Meer informatie
over de IRT-affaire
in Dossier Opsporing (1996)
Daarin onder meer:

Nieuwsarchief

Hoofdrolspelers
in de IRT-affaire

Citaten uit het eindrapport "Inzake Opsporing"

Hoofdredactionele
commentaren
over de IRT-affaire

Hoop gloort in IRT-feuilleton


Kris J., die volgens justitie het IRT hielp drugs te importeren, is gisteren tot twaalf jaar cel veroordeeld. Onverwacht succes voor het OM.

Door onze redacteur MARCEL HAENEN

AMSTERDAM, 7 APRIL. De voorzitter van de Haarlemse rechtbank jhr. Th. Röell begon de zitting gisteren met zich te verontschuldigen voor de " ingewikkelde juridische verhalen" die hij zou vertellen. Hij had ook nog goed nieuws te melden. De rechters hadden zo hard gewerkt dat men vandaag al aan alle acht verdachten een op schrift gesteld vonnis zou uitreiken. "Dat is ongebruikelijk", zei hij erbij, maar wel extra "service".

Daarna volgden er voor de verdachten evenwel alleen nog maar onheilstijdingen. En zo ingewikkeld was het vonnis nou ook weer niet geformuleerd. Op de afgeladen publieke tribune had men al vrij snel door hoe de uitspraak zou gaan luiden. "Ze krijgen allemaal de hoofdprijs", voorspelde een familielid van hoofdverdachte Kris J. halverwege het voorlezen. En dat was ook zo. Twaalf jaar cel en een miljoen gulden boete wegens grootschalige drugshandel kreeg de 39- jarige Kris J. gisteren opgelegd. De man die begin jaren negentig als informant van de rechercheurs Langendoen & Van Vondel ongestraft grote partijen drugs uit Colombia mocht importeren - en zo de kiem legde voor de zogeheten IRT-affaire - heeft nu alsnog een forse straf gekregen. De rechters wilden Kris eigenlijk nog zwaarder straffen, gelet op de schaamteloze en omvangrijke misdaden waar hij zich aan schuldig maakte. Maar hij kreeg korting. Omdat justitie volgens de rechters ten onrechte bekend heeft gemaakt dat Kris informant was, is zijn straf gematigd. Door het bekend worden van zijn rol als criminele undercover loopt hij immers gevaar. Het vonnis is weliswaar conform de eis, het is meer dan justitie zelf verwacht had. De door de politiek afgedwongen vervolging van de 'groei-informant' van het IRT was justitie namelijk zwaar gevallen. In rapporten van de Tweede Kamer was geconcludeerd dat Kris dankzij corrupte contacten in het opsporingsapparaat niet alleen softdrugs maar ook 15.000 kilo cocaïne had ingevoerd. Of justitie dat alsnog maar even overtuigend wilde bewijzen, was de opdracht die het parlement het openbaar ministerie meegaf.

Die klus heeft justitie niet weten te klaren. Voor de beschuldiging van IRT-drugsimporten wist men geen hard bewijs te verzamelen. Dat kwam deels door tegenwerking uit het eigen apparaat. De agenten en officieren van justitie die in onderzoeken werkten met Kris J. weigerden bij de onderzoeksrechter zelfs maar te bevestigen dat Kris hun informant was.

In het onderzoek, dat in 1996 begon, stuitte het landelijk rechercheteam evenwel op nieuwe drugstransporten die Kris nu fataal zijn geworden. En dat te bewijzen, was al een hele klus voor het rechercheteam. In het strafdossier wordt in ieder geval wel aannemelijk gemaakt dat Kris zijn omvangrijke vermogen niet met het sparen van zegeltjes vergaarde. Hij liet zich evenwel nauwelijks betrappen op concrete uitvoeringshandelingen met betrekking tot drugstransporten. Maar volgens de rechtbank zijn er uit de bijvoorbeeld bijna honderdduizend afgeluisterde telefoongesprekken - Kris zelf gebruikte bijvoorbeeld al vijftig verschillende GSM-nummers - voldoende aanwijzingen om hem als een criminele leider aan te merken.

Justitie reageerde gisteren ingetogen blij. De race is immers nog niet gelopen. Het zou niet de eerste keer zijn dat het Amsterdamse gerechtshof een Haarlemse veroordeling wegens drugshandel vernietigt. De vermeende drugsbaron Etienne U. werd twee jaar geleden door dit hof vrijgesproken van drugshandel na een eerdere Haarlemse straf van zes jaar.

Toch biedt dit vonnis nieuwe hoop dat justitie alsnog iets meer helderheid kan verschaffen in de IRT-affaire. De vervolging van Kris J. beoogde namelijk vooral opheldering te krijgen over de naar verluidt hooggeplaatste corrupte contacten in het opsporingsapparaat die geprofiteerd zouden hebben van de drugshandel. Ook in dit dossier hebben Colombiaanse cokehandelaren getuigenverklaringen afgelegd over niet met naam aangeduide 'foute' agenten, officieren van justitie en douaniers die samenwerkten met Kris.

Kris J. heeft daar niets over willen verklaren. Hij heeft zich steeds beroepen op zijn zwijgrecht. Maar het vooruitzicht van een langdurige straf en de wetenschap dat hij straks ook na het verlaten van de gevangenis bescherming nodig heeft van de overheid tegen de criminelen die zich door hem verlinkt voelen, maakt hem mogelijk alsnog mededeelzamer. Door het sluiten van een deal met justitie kan Kris J. zijn toekomst veiligstellen. Zo kunnen alsnog de belangrijkste hoofdstukken in het IRT-feuilleton worden geschreven.

NRC Webpagina's
7 april 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad