U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Overdracht Hongkong

Achtergrond

Overdracht in Beeld

Links

Hongkong maakt zich op voor het 'andere' communisme; Een land, twee systemen
Willem van Kemenade
Zes weken voor de overname door China is het in Hongkong 'business as usual'. In de zakenwereld verwacht menigeen dat het daarna nog 'better than usual' zal zijn. Bij sommige politici heeft de grimmigheid plaatsgemaakt voor een meer pragmatische benadering van de nieuwe machthebber. Vreugde en onbehagen in een speciaal domein.

Volgens talrijke, met name Amerikaanse voorspellingen, zou Hongkong nu, zes weken voor het begin van het nieuwe tijdperk in een terminale crisis moeten verkeren. Het Einde van Hongkong, de Dood van Hongkong, de Val van Hongkong, Rode Vlag over Hongkong, Griekse Tragedie in Hongkong enz. Dit zijn slechts enkele van de vele epitafen die de laatste jaren als boektitels over de Britse kroonkolonie zijn verschenen - doelend op de teruggave, op 30 juni om twaalf uur 's nachts, door de negentiende-eeuwse ontvreemder Engeland aan de historische eigenaar China. Wat zich in Hongkong gaat afspelen is immers het omgekeerde van Oost-Europa anno 1989-'90. Daar stortten bankroete, communistische regimes ineen - deels omdat hun beschermheer in Moskou ze niet meer overeind kon houden, deels omdat zij monumentaal gefaald hadden normale, humane samenlevingen te creëren.

Hongkong is het meest succesvolle voorbeeld van klassiek laisser faire-kapitalisme in de wereld. Het zal door historisch noodlot een speciaal domein worden van het laatste machtige communistische land in de wereld. Dat zou inderdaad een tragisch dieptepunt zonder weerga hebben betekend, ware het niet dat China onder Deng Xiaoping tot het 'andere' communisme was uitgegroeid. Dit economisch succesvolle communisme kende jaarlijkse groeipercentages van 9 procent gedurende de jaren tachtig en sinds 1992 jaarlijks meer dan tien procent.

Zes weken voor de historische Chinese overname is het in Hongkong 'business as usual'. Economisch gezien is er nog geen enkel teken van crisis. Peter Sutch, de leidende Britse taipan (grote baas) van het conglomeraat Swire, die net als de meeste internationale zakenlui in Hongkong blijft, schreef onlangs in een column in Hongkongs leidende Engelstalige krant de South China Morning Post, dat het in 1998 'business better than usual' zal zijn. Alle economische indicatoren voor Hongkong, dat als ultramodern financieel diensten- en transportcentrum met Zuid-China vergroeid is, zijn groots. Bij een inkomen per hoofd van de bevolking van 26.000 Amerikaanse dollars - hoger dan in de meeste Europese landen - zal dit jaar nog een economische groei van 5,4 procent worden behaald. Onroerend-goedprijzen en beurskoersen stijgen nog steeds en breken nieuwe records. De conservatieve Amerikaanse denktank, de Heritage Foundation, heeft Hongkong voor het derde achtereenvolgende jaar tot de meest vrije economie van de wereld verklaard. Hongkong is voor Chinezen de laat-twintigste-eeuwvariant op wat vijftig jaar geleden de American dream was.

Volgens Hongkongs flamboyante tycoons is er geen reden om te denken dat dit na de soevereiniteitsoverdracht zal veranderen. Velen menen dat het zelfs beter zal worden als er op 30 juni een einde komt aan het Brits-Chinese geruzie van de laatste vijf jaar onder gouverneur Chris Patten - en Hongkongs nieuwe post-koloniale elite op amicale voet met Peking zal omgaan. Elders in de wereld heeft men daar minder vertrouwen in: deze week werd bekend dat Hongkong van de eerste naar de veertiende plaats is geduikeld in de ranglijst van de Economist Intelligence Unit van aantrekkelijke landen voor zaken en investeringen.

Een van de sprekendste illustraties van Hongkongs economische spierkracht is de banenmarkt. De South China Morning Post heeft op zaterdagen tientallen pagina's personeelsadvertenties: juristen, accountants, marketing- en salesmanagers, consultants, architecten, ingenieurs, computerspecialisten, secretaresses. De verontrustende brain drain van een half miljoen yuppies na het militaire geweld in Peking in 1989 heeft zich de laatste jaren juist in een brain gain veranderd, die ook nog het Hongkong-Engels met een aantal nieuwe termen heeft verrijkt. Hongkong-yuppies die naar Canada, Australië en de VS emigreerden werden yompies (young outwardly mobile people) genoemd. Toen zij in 1992 begonnen terug te keren werden het rumpies (returning upwardly mobile people). De grootste categorie rumpies zijn UFO's (unemployed from Ontario).

Orgie van neonlicht

Thomas Lam (40) is zo'n UFO. Hij emigreerde in 1990 met zijn vrouw en twee kinderen naar Toronto omdat hij na het bloedbad van Peking in 1989 de toekomst van China en Hongkong somber inzag. Hij was in 1982 afgestudeerd als accountant in Toronto en ging terug naar bekend terrein. Hij vond in Canada gemakkelijk een baan, maar nam na betaling van hoge belastingen slechts vijfduizend gulden per maand mee naar huis. ,,Het is daar een normale, egalitaire werkomgeving'', zegt hij. ,,Geen speciale kansen of uitdagingen. Dat ligt Hongkongers niet. Hongkong is een Darwinistische prestatiemaatschappij. Hongkongers zijn winnaars. Zij willen altijd meer.''

Lam begon in 1992 een eigen bedrijf, maar de verdiensten stonden niet in verhouding tot de extra inspanningen. ,,De conclusie was dat het gras niet groener in Canada is en de maan zeker niet ronder dan in Hongkong'', zegt Lam in een mengsel van Oosterse en Westerse metaforen. Hij wilde terug naar de orgie van neonlicht en lekker eten in grote rumoerige restaurants in het bruisende, subtropische Hongkong.

In 1994 was het Tiananmen-syndroom in Hongkong al goeddeels vergeten. Ondanks de onzekerheid over de toekomstige politeke invloed van China maakte Lam plannen om terug te gaan. Hij verkocht zijn huis in Toronto met dikke winst en begon in september vorig jaar als partner in een internationaal accountantskantoor in Hongkong. Hij verdient nu 22.500 gulden per maand na aftrek van Hongkongs lage inkomstenbelasting van vijftien procent. Hij rijdt een BMW 520 en betaalt eenderde van zijn inkomen aan hypotheekaflossing. Zijn flat van bijna vijfhonderd vierkante meter is 1,4 miljoen Amerikaanse dollar waard en is over tien jaar zijn eigendom. Ongeveer eenzesde van de bevolking van Hongkong leeft op die voet, maar hij behoort zeker niet tot de megarijke toplaag.

Een andere categorie die het talentreservoir van Hongkong versterkt heeft, is een groot aantal hoog opgeleide vastelands-Chinezen met MBA's (Master of Business Administration) van de beste business-scholen in het Westen. Zij willen om politieke redenen (nog) niet naar China terugkeren, maar willen wel vanuit Hongkong voor hun vaderland werken. Velen zijn kinderen van hoge communisten, die nu bij Westerse investeringsbanken in Hongkong werken en relatienetwerken voor hun werkgevers in China opbouwen, met name op het gebied van de 'corporatisering', het ombouwen tot NV's van Chinese staatsbedrijven door middel van aandelenemissies in Hongkong. Hiermee voegen zij een nieuwe dimensie toe aan de economisch-financiële symbiose die er tussen China en Hongkong is ontstaan en die steeds groter in schaal zal worden.

Achter het verwachte succes van de China-Hongkong BV schuilt politiek en maatschappelijk onbehagen. Dat is het afgelopen half jaar echter beduidend minder geworden. Beslissende factor daarin is geweest dat China zijn belofte heeft waargemaakt dat het geen impopulaire leider aan het volk van Hongkong zou opdringen. Het toekomstige hoofd van de regering, de Chief Executive van de Speciale Administratieve Regio (SAR) is weliswaar niet democratisch gekozen - evenmin als de Britse koloniale gouverneurs - maar Tung Chee-hwa (59) is een alom gerespecteerd en populair man.

De conservatieve miljardair en voormalig scheepsmagnaat heeft zich vooralsnog geen behendig politicus getoond. Als bestuursvoorzitter van de familierederij nam hij paternalistische beslissingen achter de gesloten deuren van de boardroom en sinds enkele maanden moet alles onder de kritische blikken van gekozen politici met een achterban en de media. De remote control van de machthebbers in Peking maken het allemaal nog ingewikkelder. Tungs populariteit leek niet meer kapot te kunnen toen hij in februari het hele regeringsapparaat van gouverneur Chris Patten herbenoemde, met uitzondering van de blanke Britse procureur-generaal. Daarmee was toch nog te elfder ure een belangrijke mate van continuïteit verzekerd. Dat heeft de stabiliteit van Hongkong en de gemoedsrust van zijn burgers enorm bevorderd.

Wijkleidster

Maar op 1 juli zal China de in 1995 democratisch gekozen Wetgevende Raad vervangen door een Voorlopige Wetgevende Raad, die in december 1996 met schertsverkiezingen tot stand kwam. Het democratische kamp dat dankzij de kiesrechthervormingen van gouverneur Chris Patten zo prominent was geworden, zal in één klap buiten spel komen te staan. De Chinese vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken Qian Qichen heeft vorig jaar augustus in zijn hoedanigheid van voorzitter van het 'Voorbereidend Comité voor de SAR' de Democratische Partij uitgenodigd om aan de VWR deel te nemen. Maar Martin Lee, leider van de Democratische partij, heeft de uitnodiging afgewezen in de overtuiging dat hij als gekozen democraat uiteindelijk aan het langste einde zal trekken. China zal zijn plan om de gekozen Wetgevende Raad te ontbinden, rigoureus uitvoeren - niet zozeer omdat er te veel anti-Chinafiguren inzitten, maar ook omdat Patten die zonder overleg vooraf met China in het leven riep.

Uiterlijk in juni 1998 worden nieuwe verkiezingen gehouden, waarbij een nieuwe Wetgevende Raad in het leven zal worden geroepen. Deze verkiezingen zullen plaatshebben volgens een striktere interpretatie van Hongkongs minigrondwet uit 1990, de Basic Law. De creatieve, dynamische interpretatie die Patten eraan gaf zal dus worden teruggedraaid. Volgens de Basic Law zouden twintig van de zestig zetels rechtstreeks via algemeen kiesrecht worden gekozen: tien door een deels gekozen, deels benoemd kiescollege, en dertig door 'functionele' kieskringen zoals de orde van advocaten, de medische stand, de accountants, de bankiers enz. China ging akkoord met de rechtstreekse verkiezing van twintig zetels, maar Patten manoeuvreerde zodanig dat niet twintig, maar 39 zetels door middel van algemeen direct èn indirect kiesrecht gekozen werden. In 1998 zal China de formule 20-10-30 herstellen.

Zakenvrouw Christine Loh werd in 1992 door Patten benoemd in de Wetgevende Raad-oude-stijl en in 1995 met grote meerderheid gekozen als partijloze. Zij versloeg eclatant haar concurrente, de pro-Chinawijkleidster Peggy Lam. Loh zal op 1 juli haar zetel moeten opgeven en haar kantoor en salaris plus onkostenvergoeding van 37.500 gulden per maand als lid van de Wetgevende Raad verliezen. Peggy Lam heeft daarentegen bij de schertsverkiezingen door een selectiecomité van vierhonderd leden in december vorig jaar een zetel in de Voorlopige Wetgevende Raad gekregen. In de nieuwe constellatie trekt de democratisch gekozen figuur, althans voorlopig, aan het kortste eind.

Een jaar geleden overwoog Loh nog dat zij en haar mededemocraten zich uit protest tegen China's bulldozermethodes in de nacht van 30 juni op 1 juli aan het gebouw van de Wetgevende Raad zouden vastketenen. Die grimmigheid is nu over. ,,Je moet praktisch zijn. Als je je aan het gebouw ketent, weet je dat je binnen enkele uren naar het toilet moet en wat dan?'' Christine Loh berust. ,,Sinds 1982, het jaar dat de Chinees-Britse onderhandelingen over de toekomst begonnen, hebben we lichte hoofdpijn gehad. Dat stompt je zinnen af, maar staalt ook je overlevingsmechanisme. Het zal niet veel slechter worden.''

Loh heeft begin deze maand een nieuwe politieke partij opgericht, de Citizens Party, in het Chinees Minquan Dang. De partij ijvert voor een open regering en een politieke cultuur van wedijver, zonder polarisatie. Christine Loh is een van de zeer weinige politici uit het Democratische Kamp die vorig jaar, toen China de nieuwe politieke structuur voor Hongkong aan het opzetten was, serieus geprobeerd hebben om tot een dialoog met China te komen. Ze boekte weinig succes, maar ze mocht wel China binnen - in tegenstelling tot Democratisch voorman Martin Lee en vele andere Democraten. Haar partij zal in elk geval aan de verkiezingen van volgend jaar deelnemen en de kans dat zij opnieuw gekozen zal worden, lijkt groot.

Topadvocaat Martin Lee is de onbetwiste leider van de Democratische Partij en haar bondgenoten. In een ontvangstkamer van het gebouw van de Wetgevende Raad, het laatste koloniale gebouw in centraal Hongkong, memoreert de ascetisch uitziende, compromisloze strijder Lee dat zijn partij in 1995 65 procent van de stemmen haalde. Onder Hongkongs ingewikkelde kiessysteem was dat slechts goed voor negentien van de zestig zetels. Lee voorspelt dat zijn partij in 1998 onder de functionele kieskringen drie zetels zal halen: onderwijspersoneel, verpleegsters en advocaten. Maar onder Chinese druk zal het systeem voor de twintig direct te verkiezen zetels zodanig worden hervormd dat het Democratische kamp hooguit tien zetels haalt, dus in totaal dertien.

Het nieuwe systeem moet zorgen dat er een sterker pro-Chinakamp uit de bus komt. Er is meer. Het Democratische kamp mag geen donaties uit het buitenland meer ontvangen, maar het pro-Chinese kamp wel uit China. Daarbij komt dat alle Democratische leden van de Wetgevende Raad op 1 juli hun zetels zullen verliezen en daarmee hun hoge toelagen, alles bij elkaar ongeveer zestig miljoen Hongkong-dollar (vijftien miljoen gulden). De Democraten zullen volgend jaar dus met een aanzienlijk magerder kas verkiezingscampagne moeten voeren.

De gemiddelde Hongkongse middenstander maakt het niet zo erg veel uit wat voor verkiezingen er volgend jaar gehouden zullen worden en hoe de nieuwe Wetgevende Raad er gaat uitzien - als er maar een aantal prominenten in terugkeren die hun mond tegen China durven open te doen. Dat zal zonder twijfel gebeuren. Wat de Hongkong-burger veel meer interesseert is of en in hoeverre er beperkingen op de burgerlijke vrijheden en de persvrijheid komen.

Op dit gebied leken er onheilspellende ontwikkelingen op komst, maar de soep blijkt na een maandenlang debat niet zo heet als zij is opgediend. In februari van dit jaar had het Chinese Nationale Volkscongres besloten de versoepelingen terug te draaien die de Britse koloniale regering de afgelopen jaren had aangebracht in de wetgeving op het gebied van de openbare orde. Het ging onder andere om het recht te demonstreren zonder vergunning.

Persoonlijke rechten

Het was de eerste impopulaire maatregel die Chief Executive Tung Chee-hwa - in opdracht van Peking - moest nemen. Hij sprak vooraf de hoop uit dat de bevolking niet te emotioneel zou reageren. Dat bleek een misrekening: het hele idee om democratische vrijheden terug te draaien ontketende een storm van verzet, niet alleen in het Democratische kamp, maar ook in een deel van het pro-Chinakamp, de centristische groepen in Hongkong, in het Britse en Europese Parlement en vooral in het Amerikaanse Congres. Tung beloofde consultaties onder de bevolking en liet de mogelijkheid open dat de zaak drastisch geamendeerd zou worden.

Op 9 april werden de voorstellen verder toegelicht: in het belang van de 'nationale veiligheid' (van China) zouden politieke groeperingen met banden overzee worden verboden, evenals donaties uit het buitenland. Voor demonstraties van meer dan dertig personen, waarvoor voorheen alleen maar een kennisgeving aan de politie hoefde te worden gedaan, zou nu op een 'verklaring van geen bezwaar' moeten worden gewacht.

Verder zouden christelijke vakbonden en zelfs de lokale afdeling van Amnesty International van buitenlandse financiering kunnen worden afgesneden. Het ging, volgens de autoriteiten, om het ,,vinden van een evenwicht tussen burgerlijke vrijheden en maatschappelijke stabiliteit, tussen persoonlijke rechten en sociale verplichtingen''.

Chief Executive Tung Chee-hwa rechtvaardigde de voorstellen door te zeggen dat ze minder restrictief zijn dan de beperkingen op vrijheid van demonstratie in de meeste Amerikaanse steden. Martin Lee gaf daarop als commentaar dat hij de gemeenteverordeningen van Amerikaanse steden niet in detail kende, maar dat zij daar hele andere beperkingen nodig hebben wegens de Ku Klux Klan en andere extremistische bewegingen. ,,Hongkong-demonstraties zijn de meest geciviliseerde ter wereld'', aldus Lee. ,,Elk jaar op 4 juni hebben we de kaarsenprocessie voor de slachtoffers van het bloedbad in Peking in 1989 en na afloop krabben de mensen het kaarsvet zelfs van de straten.'' Zelfs de politie van Hongkong acht het in het belang van de lokale openbare orde niet nodig dat demonstraties beperkt worden.

Het motief is de vage, paranoïde obsessie van China dat buitenlandse anti-Chinakrachten uit de hele wereld in Hongkong ondergrondse organisaties zullen opzetten en financieren om het communisme in China omver te werpen. Dr. Sun Yat-sen was honderd jaar geleden de eerste die in Hongkong de revolutie voorbereidde die een einde maakte aan het Chinese keizerrijk.

Verkeerd begrepen

De volksraadpleging is deze week afgesloten en heeft tot zodanige kritiek en tegenvoorstellen geleid, dat er naar verwachting een veel milder wetsontwerp zal worden ingediend. Veel critici spraken de vrees uit dat restricties, hoe beperkt ook, de wettelijke voorwaarden zullen creëren om in een crisis onnodig draconische maatregelen te nemen. Zelfs pro-Chinaleden van de Voorlopige Wetgevende Raad vrezen dat zij bij de verkiezingen van volgend jaar niet gekozen zullen worden als zij meewerken aan het invoeren van restricties op vrijheden.

Tung zelf is ook zeer geschrokken van de controverse, die zijn grote populariteit fataal kan schaden. Vorige week is hij voor de derde maal dit jaar naar Peking gereisd voor overleg met de Chinese leiders. Bij zijn terugkeer verklaarde hij opgetogen dat hij verkeerd begrepen was en dat hij er geen enkel bezwaar tegen had dat demonstranten zijn aftreden eisten of zijn beeltenis verbranden. Hij zei tevens dat vice-premier Qian Qichen rapport had uitgebracht over zijn reis naar de VS en dat er positieve ontwikkelingen waren, die zeer belangrijke implicaties voor Hongkongs toekomst hadden. De boodschap is dat naarmate de Chinees-Amerikaanse betrekkingen meer ontspannen worden, China zich ook meer ontspannen tegenover Hongkong zal gedragen.

Aan de vooravond van de 'Anschluss' bij China is de situatie in Hongkong zeer complex, maar er is geen crisis, geen doemstemming, niet eens pessimisme. Henry Sin, plaatselijk vice-president van een Europese bank, zegt dat ambivalentie het juiste woord is. Hij ziet echter op geen enkel gebied - burgerlijke vrijheden, kiesrecht, persvrijheid - zodanige regressie komen dat die hem zal ergeren. Zijn worst-case scenario is dat China de vrijheid van in- en uitreizen bemoeilijkt, maar daar is geen aanwijzing voor. Waarom dan toch ambivalent? ,,We gaan ons natuurlijk op onbekend terrein begeven: één land, twee systemen. Het is als nieuwe technologie: nog nooit uitgeprobeerd.''

(NRC Handelsblad / Zaterdags Bijvoegsel 17 mei 1997)

NRC Webpagina's

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad