Hongkong herdenkt voor het laatst '1989'
Door onze correspondent WILLEM VAN KEMENADE
HONGKONG, 5 JUNI. Met demonstratieve
trotsering van hun toekomstige Chinese regeringsleider Tung Chee-hwa
heeft een record-aantal van 55.000 Hongkongers gisteravond een
dodenherdenking voor de slachtoffers van de bloedige onderdrukking van
de studentenrebellie in Peking op 4 juni 1989 gehouden. Tung had maandag
de bevolking van Hongkong opgeroepen ,,om de bagage van 4 juni opzij te
zetten'' en naar de toekomst te kijken.
Het 'Victoria Park', het grootste park van Hongkong Island, was
gisteravond een zee van mensen van alle rangen en standen, die onder
treurmuziek kaarsen brandden en patriottische liederen zongen, onder
andere liederen die ook de studenten acht jaar geleden op het Plein van
de Hemelse Vrede in Peking zongen. Het park had een treffende gelijkenis
met het plein in 1989. Op de plaats van de Poort van de Hemelse Vrede
(Tiananmen) was een groot podium voor de leiders van de 'Hongkong
Alliantie ter Ondersteuning van de Patriottische Democratische Beweging
in China' opgericht, een organisatie die door China als subversief
gebrandmerkt is. In het midden stond een kopie van het Monument voor de
Helden van de Revolutie in Peking en op enige afstand daarachter de
'Pilaar van de Schande', een acht meter hoge bronzen sculptuur van de
Deense beeldhouwer Jens Galschiot die 50 misvormde lichamen van lijdende
en onderdrukte mensen uitbeeldt.
Szeto Wah, alliantie-voorzitter, veteraan-leider van de onderwijsvakbond
en fractieleider van de Democratische Partij in de gekozen Wetgevende
Raad die op 30 juni ontbonden zal worden, legde een krans bij het
'helden-monument'. Hij zei dat de nabestaanden van de slachtoffers van
het 'Volksbevrijdingsleger' - waarvan inmiddels 196 kwartiermakers in
Hongkong zijn - nog steeds geen recht en genoegdoening hebben gekregen.
Hij eiste erkenning van verantwoordelijkheid voor het bloedbad,
herziening van de 'Grote Leugen' dat de vreedzame studentenprotesten een
,,rebellie van contra-revolutionaire criminelen'' waren, vrijlating van
alle dissidenten, ontbinding van de één-partij-dictatuur,
etcetera.
Een katholieke priester ging voor in gebed en zei dat God misdadigers
vergeeft, maar niet misdadigers die hun misdaden blijven ontkennen. De
dissident Han Dongfang, in 1989 leider van China's eerste onafhankelijke
vakbond, die nu in Hongkong politiek asiel geniet, zei dat de Chinese
leiders in deze tijden van nieuw nationalisme er dagelijks aan
herinneren dat het volk nooit de Opium-oorlog van 157 jaar geleden zal
vergeten, die tot de afstand van Hongkong aan Engeland leidde. ,,Hoe
kunnen zij dan wel de mensen vragen om een beweging te vergeten die
slechts acht jaar geleden plaats had?'' vroeg Han.
Alle sprekers spraken de vrees uit dat het wellicht dit jaar, 25 dagen
voor de ontmanteling van het Britse koloniale bestel, de laatste keer is
dat deze herdenking kan worden gehouden. De regering van de 'Speciale
Administratieve Regio', de post-koloniale orde in Hongkong onder de
formule 'één land - twee systemen', wil het recht op
demonstraties beperken, door onder andere een striktere meldingsplicht
en een beroep op het belang van de 'nationale veiligheid van China'. In
Peking is herhaaldelijk in algemene termen gezegd dat Hongkong niet mag
worden gebruikt als ,,basis voor ondermijnende activiteiten tegen het
socialistische systeem'' op het vasteland. De chief-executive van de SAR
heeft steeds onderstreept dat Hongkong een vrije samenleving zal blijven
en dat demonstraties mits wettig, niet verboden zullen worden. Twee
dagen geleden zei Tung in een interview met de BBC: ,,Ik ga al die
mensen die demonstreren niet het genoegen geven om ze tot martelaren te
maken''.
Het probleem is dat de nieuwe wetgeving nog niet klaar is en na 1 juli
door een geselecteerde Wetgevende Raad van pro-China-gangers zal worden
aangenomen. Het zal er verder van afhangen hoe het begrip 'nationale
veiligheid' zal worden geïnterpreteerd. Een Chinese woordvoerder
bevestigde gisteren dat China geen directe zeggenschap over de interne
zaken van de SAR zal hebben en dat de openbare orde onder de jurisdictie
van de SAR-regering zal vallen.
Politieke commentatoren en democratische politici zijn unaniem van
mening dat Tungs opmerking over ,,het vergeten van de bagage van 4
juni'' hem veel populariteit zal kosten. De indrukwekkende manifestatie
van gisteravond heeft bewezen hoe vreedzaam, beschaafd en terughoudend
grote Chinese massa's zich kunnen gedragen en dat het absurd is om
overwegingen van nationale veiligheid in te roepen om zoiets te
verbieden.
(NRC Handelsblad / Buitenland 5 juni 1997)