[ Inleiding ]

1
[ 2 ]
De verdwijning van het lijk van Che is al 28 jaar onderwerp van speculatie. Ieder spoor van de guerrillacommandant moest worden uitgewist, want het Pentagon zag hem als een bedreiging voor het hele continent.

Duim bij duim en pink bij pink verdwijnen de vingerkootjes in een plastic zak met een afsluitbare strip. Voor elk botje is er een verpakking op maat, lang en smal voor de sleutelbenen, krom voor de ribben. Patricia Bernardi, grafdelver van naamloze doden, beklopt een broze schedel die over de lengte is gebarsten en gedeukt. Ze zit in een ondiepe kuil in de schaduw van een cactushaag - ergens in een godverlaten oord in Bolivia, duizend kilometer van La Paz.

Als ze opkijkt van haar spatels, borstels en zeefjes ziet ze de neuzen van de soldatenschoenen. Het leger heeft de opdracht haar te helpen, maar de militairen spugen op de grond en maken scabreuze grappen. Dat Patricia necrofiel is, en zo meer. ,,Ach'' , zegt ze. ,,Ik ben het gewend, die soldatenhumor.''

Als lid van het Instituut voor Forensische Antropologie dat tien jaar terug in Argentinië is opgericht om de vermisten uit de Vuile Oorlog op te sporen en te identificeren, heeft Patricia de afgelopen jaren massag raven blootgelegd van Chili tot El Salvador. In het regenwoud van Guatemala vond ze in een dertien meter diepe put honderdzestig geraamten van vrouwen, kinderen en honden uit een dorp dat onderdak had geboden aan rebellen. Het leger gromde, maar greep nie t in.

,,De tijd van de caudillo's en de vrijheidsstrijders is voorbij'', zegt Patricia. ,,Het grote opgraven kan beginnen.'' Ze veegt de rode aarde van haar broek en stopt de botten in een doos. Raadsverkiezingen december 1995, staat erop, en bovenin zit een gleuf. De bottendoos blijkt een stembus.


NIEUWS AGENDA SUPPLEMENT ARCHIEF TREFFERS SERVICE

© NRC HANDELSBLAD (10 februari 1996)