|
BOEKEN
|
In duizend woorden Lust tot lezen
Max Paumen Dat zegt de nu 83-jarige vrouw die in de jaren vijftig en zestig de enige liberale boekhandelaar was in Maastricht. Ze zegt het zonder enige bitterheid. Aan de wand in haar huiskamer in het Zuid-Limburgse Noorbeek hangt de spreuk "O Lord, grant me the serenity to accept the things I cannot change, the courage to change the things I can and the wis dom to know the difference." Haar leesgenot is aanmerkelijk ingeperkt nu ze alleen nog maar onder een reusachtige loep kan lezen. "Een boek moet je in je handen kunnen houden en kunnen strelen." Haar bewonderaar Pierre Kemp beschreef haar ooit als "een bloem die zweeft door haar tuin en nipt en raakt aan titels en ruggen". Zat ze in de trein dan keek ze altijd wat haar medereizigers lazen. "Dan wist ik wie ze waren. Het hoorde tot de ethiek van mijn vak: het juiste boek aan de juiste mens op het juiste moment verkopen." Het is dit jaar zestig jaar geleden dat het protestantse, in Voorburg geboren meisje in dienst trad van de enige algemene boekhandel die Limburg telde, Leiter-Nypels. "Dat ik niet katholiek was is me mijn hele leven tot voordeel geweest", zegt Margriet Zéguers. In 1930 had ze zich met haar ouders vanuit Arnhem in Maastricht gevestigd. Haar vader, ir. D.C. van Schaïk, was bekend van het standaardwerk dat hij over de Sint Pietersberg schreef. Hij bracht het mysterieuze gangenstelsel van het mergelmassief bij Maastricht goeddeels in kaart. Haar moeder was concertpianiste. "We waren, laten we zeggen, een geletterde familie." Na een conflict met directeur Dick van Oort van Leiter-Nypels over een door hem niet toegestane reis naar de Frankfurter Buchmesse (ze was lange tijd de enige Limburgse boekverkoper die deze boekenbeurs bezocht) begon ze in 1958 aan het Vrijthof haar eigen boekhandel, La joie des livres. Die was gevestigd in het pand van de katholieke Middenstandsvereniging en naast de deken van de Sint Servaas. Daardoor kwam er aan de stille, altijd wat donkere kant van het mooiste plein van Nederland, licht dat 's avonds door de etalageruit naar buiten viel. Zo ook kwam er licht in het tot dan toe wat stoffige boekenvak in de Limburgse hoofdstad. Ze leerde Maastrichts en trouwde met Camille Zéguers van een elektriciteitszaak, die als enige beschikte over een geluidswagen en daarom "de groetste moul" (de grootste mond) van Maastricht werd genoemd. Margriet Zéguers woont nu teruggetrokken in een huisje in Noorbeek in het Zuid-Limburgse Mergelland. Haar liefde voor Limburg kreeg ze van haar ouders mee. "Ze hadden ons kinderen geleerd dat als je hier als gast binnenkomt je er altijd welkom bent. Ze lieten ons het Lichte Zuiden zien. Ik was in Arnhem op de school met de bijbel geweest waar katholieken als vijandig werden beschouwd. Maar het omgekeerde was in Limburg niet het geval. Donker is het hier nooit geweest." Haar geest is, ondanks lichamelijk ongemak, even sprankelend en springerig gebleven als altijd. En al missen haar ogen een deel van het licht, ze zien er nog altijd even levendig uit. Dit was de vrouw die met haar boeken op de markt ging staan, wat in die dagen niet comme il fautwas. Die op suikerzakjes drukte: "Koopt uw suiker bij de kruidenier, maar uw pocketboeken hier". Die vooraanstaande schrijvers uitnodigde voor lezingen. Met carnaval bracht ze in haar étalage de tekst aan: "Knatschgekke kinne ziech op Asgoonsdag bei us weer e beukske oetzeuke um ze alle vijf weer op 'n rei te kriege" (stapelgekken kunnen bij ons op Aswoensdag weer een boekje kopen om ze alle vijf weer op een rij te krijgen). Op de plek aan het Vrijthof, waar nadien Polak en Van Gennep haar nering nog enige tijd voortzetten onder de naam Atheneum boekhandel La joie des livres Margriet Zéguers, waarvan zij filiaalchef werd, komt ze nooit meer. "Je moet niet meer terug willen naar wat geweest is; naar de plek waar je levenswerk heeft gelegen." Ze bood Maastricht "een venster op de wereld", zoals Annemiek Buijs van de vakgroep Letteren van de faculteit cultuurwetenschappen van de Universiteit van Limburg in een scriptie over haar schrijft. "Dat klopt", zegt Margriet Zéguers, "in zoverre dat men bij mij alle boeken van de wereld kon krijgen wat bij de katholieke boekhandels in Maastricht toen nauwelijks kon." La joie des livres, aldus Buijs, "wilde geen onrust zaaien onder de katholieken. Met een uitgave als Kort Amerikaans van Jan Wolkers, waarover in die tijd een ware rel was losgebarsten, wilde ze niet pro voceren of koketteren. Het lag niet in de etalage, maar ze verkocht het boek wel." Haar boekhandel was in de jaren zestig ook de enige in Maastricht die de door H. Derks heruitgegeven en door velen scabreus geachte Persessie van Scherpenheuvel van de Maastrichtenaar J.T. Weustenraad gewoon verkocht, terwijl de katholieke boekhandelaren als één man onder de toonbank doken. Over de beginjaren in haar eigen boekhandel kan ze mooie verhalen vertellen. Hoe het haar onverwijld werd gemeld toen de vooraanstaande franciscaner pater Carolus Tesser bij haar etalage was gesignaleerd. Hoe de jezuïeten bij haar boeken kwamen bestellen. Hoe de toenmalige gouverneur van Limburg Houben in haar winkel, een pijpenla waarin de boeken tot aan het plafond waren opgetast, vroeg of hij het laddertje even mocht hebben. Al zijn er dan misschien wel wrijvingen geweest tussen haar en de katholieke boekhandels, aan haar heeft het nooit gelegen. "Tegen een katholieke boekhandelaar heb ik eens gezegd: Als jij er een tientje voor over hebt om niet collegiaal te zijn door een klant niet te vertellen dat ik wèl een boek heb dat jij niet kunt leveren, dan moet jij dat weten, maar ik zal me nooit in allerlei bochten wringen om het omgekeerde te doen. Ik was niet te beconcurreren om dat ik mijn heel eigen identiteit had." Dat de universiteitsstad Maastricht het nu nog steeds met een schamel aan tal boekhandels moet doen heeft, zegt ze, niks te maken met de veronderstelde leesachterstand. "De panden zijn gewoon te duur. De marges die je met de boekverkoop kunt verdienen zijn daar voor te klein." Dat Polak en Van Gennep het luttele jaren nadat ze haar winkel voortzetten voor gezien hielden, komt volgens haar doordat ze te veel "Amsterdams peil" wilden brengen. "Je moet hier geen kist met boeken neerzetten met in je achterhoofd: dit is om het donkere Zuiden te verlichten. Mijn thema was boeken te brengen op progressief Limburgs en Maastrichts Peil." "Velen zullen", merkt Buijs zelf op, "geïnspireerd en gestimuleerd zijn tot lezen en schrijven door La joie des livres. Het was een boekhandel die zijn tijd ver vooruit was." |
NRC Webpagina's
5 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |