U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
  
  NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


 BOEKEN
 IN DUIZEND WOORDEN
 DISCUSSIE
 BIBLIOTHEEK

In duizend woorden

Na het Bal

Sjoerd de Jong
Eerst werd hem natuurlijk weer eens gevraagd of hij de vaandeldrager is van de Nederlandse literatuur ("Dat moet u maar beoordelen, ik zal het niet tegenspreken"). Maar toen wilde Harry Mulisch op het Boekenbal zelf nog wel even iets kwijt. "Ze zeggen wel dat er een religieuze opleving is of zoiets, maar dat is onzin", zei de ontdekker van de hemel glimlachend voor de camera van de hoofdstedelijke omroep AT5. "Het is een grap. Allemaal ironie."

De ironie was inderdaad vuistdik aangebracht op de muren van de Amsterdamse Stadsschouwburg, waar de glazen op het devote ritme van een gospelkoor konden worden geleegd en portretten van schrijvers als Sixtijnse kapelanen werden verkocht aan de hoogst biedende. Het Hemels Strijkkwartet en de Survival Singers maakten muziek, de Vaticaanse Zwitserse Garde stond klaar en in de "Relipoptempel" haalde uitgever-dj Vic van de Reijt het onderste uit zijn jaren-zeventig-kan, niettegenstaande de aankondiging in het programma dat hij platen uit de jaren zestig zou draaien. "Vrolijke blasfemie" kopte deze krant the day after. Het Boekenbal, met andere woorden, was weer aangenaam postmodern geweest.

Maar met de Boekenweek ligt het dit jaar toch wel wat anders. Wie het handjevol publicitair meestbesproken boeken even buiten beschouwing laat - de boeken van de auteurs op het bal namelijk - komt oog in oog met een imposante, torenhoge stapel ernst. Hier geen intellectuele hoogstandjes of zelfmutilatie aan de hand van de Heer, maar bloedserieuze pogingen iets zinnigs te zeggen over de positieve waarden van het geloof. Geen boeken voor wie de klok graag hoort luiden, maar boeken voor wie wil weten waar de klepel hangt.

Een greep uit de titels. In God is fantastisch zet de gereformeerde predikant Coen Boerma (1931) in negen hoofdstukken het "doodgelopen gesprek tussen atheïsten en moderne theïsten op een nieuw spoor" uiteen. De auteurs van Religie, geweld en opvoeding tot vrede bieden namens het "Centrum voor Interreligieus Leren" hedendaagse ouders aanknopingspunten vanuit het geloof om te helpen agressie en geweld "naar de achtergrond te dringen, zodat vrede een kans krijgt".

In Het bestaan van God legt de Britse hoogleraar filosofie Richard Swinburne "overtuigend" uit dat de natuurwetenschap wel degelijk aanleiding geeft tot geloof in God. Een thema dat ook wordt behandeld in God, toeval en noodzaak van de eveneens Britse theoloog Keith Ward, die in eerdere boeken de eeuwigheid en het bestaan van de ziel verdedigde. Heer, zie neer is een bundel literaire verhalen over "het religieus gevoel", evenals Credo, dat "bezielde verhalen" uit de Nederlandse literatuur bijeenbracht. En natuurlijk, als klap op de vuurpijl: Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?, een "interdisciplinaire bundel" over Psalm 22, waarin deze vertwijfelde hartekreet centraal staat.

Geen van deze boeken is verluchtigd met een ironiserend portret van de auteur. Geen van alle is bedoeld om te lachen _ tenzij uit blijdschap om de onverdiende ontferming door de Heer. Maar vooral wordt hier gezocht naar waarheid. De Boekenweek, met andere woorden, was verbazingwekkend modern. Niet dat we het vraagstuk van het geloof nu voor eens en voor altijd van ons af hebben geschreven. Ook in Het raadsel van God onderstreept de godsdienstfilosoof Peter Vardy nog eens dat er geen "pasklare antwoorden" zijn. Alleen, aldus dit boek, zegt ook dat niets over de triviale speelsheid van het probleem, maar over de delicate ernst ervan.

Maakt dat iets duidelijk over het postmodernisme in de boekenwereld? Je kunt er in elk geval leuk op dansen, grijnzend om je eigen pasjes. Iedereen zijn eigen beste satiricus tenslotte, ook zo"n postmoderne verworvenheid. Maar het in boekvorm vangen, blijkt heel wat moeilijker. Het postmodernisme, lange tijd vooral dominant in de Franse en Amerikaanse literatuurwetenschap, beloofde speelsheid en intellectuele verstrooiing, juist door het wegvallen van het idee dat er één zinnig verhaal over de wereld te vertellen valt. Afscheid nemen doet niet alleen pijn, het lucht ook op. Afscheid van waarheid, objectiviteit en coherentie, moet dan wel de ultieme opluchting zijn.

Onlangs, nadat in Nederland de eerste protesten over het blasfemische thema van de Boekenweek in klein-christelijke kring waren gerezen, verscheen in Amerika zelfs een postmoderne vallende ster aan het firmament waarin die opluchting uiteindelijk buiten adem is geraakt. Steven Shaviro, docent literatuur en filmwetenschappen aan de Universiteit van Washington en auteur van Passion and Excess (1990) en The Cinematic Body (1991) schreef een "theoretical fiction about postmodernism".

Het boek Doom Patrols (vernoemd naar een stripboek) gaat eigenlijk nergens over - en zelfs dat zal de auteur niet bestrijden. Postmodernisme is immers "geen theoretische optie of een stijlmiddel; het is de lucht die wij allen inademen". Shaviro blaast die lucht weer uit, en in die warme bries wapperen Heidegger, Derrida, William Burroughs, Walt Disney, John Wayne, het Internet, Robocop, en al die andere ironische iconen van de postmoderne massacultuur weer vrolijk mee. Shaviro heeft zelfs zijn eigen populaire held ontdekt: de aan een overmaat van alcohol en one-liners overleden Amerikaanse komiek Dean Martin, die hij in gunstige zin vergelijkt met de reeds tot op het bot gedeconstrueerde gigant Elvis Presley. "Elvis mag de Redder zijn; maar Dino biedt ons geen verlossing, zelfs niet "tussen aanhalingstekens". Hij inspireert Shaviro niettemin tot duizelingwekkende inzichten als: "Je kijkt niet naar programma"s op tv; je kijkt tv." Nog een citaat: "Voor een postmoderne gevoeligheid bestaat er geen tegenspraak tussen koel en heet, tussen ironie en passie, speelsheid en engagement, opwinding en walging, plezier en angst, campy afstandelijkheid of dwangmatige verplichting." Want, om even aan Shaviro"s ontbijttafel te schuiven: "Ik kan "s morgens Kant lezen, bij de lunch naar Rad van Fortuin kijken, "s middags een joint roken en in het winkelcentrum hangen, naar Nirvana luisteren onder het koken, een Kant-programma in de computer invoeren, en dan wat hete virtuele seks hebben in de LambdaMOO op Internet." Ja, dat kan allemaal. En na zo"n drukke dag blijft er natuurlijk weinig tijd over om een goed boek te schrijven, dat spreekt. En zo gaat het door. Gelukkig is het maar 187 pagina"s tot de, alfabetisch gerangschikte, index. Shaviro"s boek, leest in cinematische termen uitgedrukt, als een aangeschoten tafelgesprek in een film van Woody Allen. Het raamwerk van ironie en postmodernisme dient hier als vrijbrief voor cultureel correcte wartaal zonder enige pointe of ook maar ogenschijnlijk dwingende conclusie. Dat is niet erg, zal Shaviro opmerken, dat is leuk. Zoals het ook leuk zal zijn om te dansen rond een tafel met een toren van Babel aan Bijbel-exegeses en smeekbeden aan de Heer. Niets zo postmodern als spraakverwarring.

De Engelse hoogleraar ideeëngeschiedenis Christopher Norris heeft in zijn Truth and the Ethics of Criticism (1994) gewezen op de tegenspraken in het speelse relativisme van auteurs als Shaviro. Hun geamuseerde ontkenningen ten spijt, veronderstellen zij in hun kritiek op waarheid en eenduidigheid altijd precies de moderne uitgangspunten die ze aanvallen. Ook om tot de conclusie te komen dat je in verschillende werelden leeft en elkaar misschien wel niets te zeggen hebt, moet je elkaar tot op zekere hoogte begrijpen. Zelfs een zelfmoordbriefje is een poging tot communicatie, zoals onlangs vastgesteld in het boek ...Or Not to Be. A Collection of Suicide Notes van Marc Etkind waarin de afscheidsbriefjes van Heinrich von Kleist, Sylvia Plath, Adolf Hitler, Kurt Cobain en vele anderen zijn gebundeld.

Dat geldt ook voor schrijvers. Ze moeten iets beweren - al is het onzin of hopeloos. Het Bal is voorbij.

Steven Shaviro: Doom Patrols. A Theoretical Fiction about Postmodernism. Serpent"s Tail/High Risk Books, 192 blz. ƒ 37,20.
Marc Etkind (red.): ... Or Not to be. A Collection of Suicide Notes. Riverhead Books, 114 blz. ƒ 28,95.
Stichting CPNB. Het Verlicht Boekenbal. Programma 1997.

NRC Webpagina's
15 MAART 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)