Donderdag 29 februari
Wij zitten nu in een hotel in Den Haag waar het doodstil is. Doodop maar
voldaan. Ook Matroos is zeer tevreden. Wederom opgetreden voor een volle
zaal. Twee hoofdstukken voorgelezen uit mijn nieuwe boek dat vandaag
verschenen is: vóór de pauze Hoofdstuk Tien, over mijn
verblijf in de ontwenningskliniek, wegens een delirium, en na de pauze
Hoofdstuk Zestien: het verhaal over de asthmatische jongen in het
ziekententje. Beide hoofdstukken zijn treuriger dan iemand anders het
bedenken kan, maar de zaalvloer dreunde van het lachen. En het boek zelf
was er, dus dat kocht men. Het was net verschenen. Ook beantwoordde ik
schriftelijke vragen, die tijdens de pauze waren ingediend. Eén
ervan had betrekking op het natuurlijk schaamtegevoel, waarvan ik
wel eens gewag heb gemaakt. De vrager of vraagster wilde graag weten of
er
volgens mij ook in de Natuur schaamte bestond. Ik gaf van die natuurlijke
schaamte een duidelijk voorbeeld, namelijk dat van de twee honden die het
aan de openbare weg met elkaar doen: de ene hond kijkt naar rechts en de
andere hond naar links, elk dus een andere kant uit, om te zien of er
politie aankomt. Een zichtbaar voorbeeld is altijd beter dan een
theoretisch betoog.
|