|
Het nieuwe hacken
MARIE-JOSÉ KLAVER
De roman Nearly Roadkill van journalist Caitlin Sullivan en
kunstenaar Kate Bornstein schetst een somber beeld van de digitale
toekomst. Over niet al te lange tijd, aan het begin van de volgende
eeuw, zal het Internet in handen zijn van multinationals die het
gebruiken als een reusachtig distributiekanaal voor reclame. Voor de
overheid werd het onderhouden van de netwerkverbindingen te duur. Wie
toegang tot Internet wil, moet zich eerst registreren en precies
vertellen wie hij is, waar hij werkt,
winkelt en surft. Die informatie
wordt gebruikt om gebruikers doelgericht met reclame te bestoken. De
overheid springt het bedrijfsleven te hulp bij het opsporen van
gebruikers die zich niet aan de regels houden.
Als gevolg van dit elektronisch totalitarisme ontstaat een nieuwe generatie hackers. Vrijbuiters banen zich, geassisteerd door computerdeskundigen, anoniem een weg op het net om verschoond te blijven van ongewenste commercie. De twee hoofdpersonen, die onder de bijnamen Scratch en Winc over het Net dwalen en grote populariteit genieten vanwege hun burgerlijke ongehoorzaamheid, raken verzeild in een spannende elektronische klopjacht. Een verbeten politierechercheur probeert ze te traceren. Omdat er nog maar een paar computers bestaan van waaraf anoniem ingelogd kan worden is hij ze al snel op het spoor. Volgens de superieuren van Ms. Budge, per abuis heeft rechercheur Budge het verkeerde geslacht geselecteerd en de onverbiddelijke registratiewetten laten geen herkansing toe, vormen mensen als Scratch en Winc een gevaar voor de openbare orde omdat ze weigeren te zeggen wie ze zijn en wat ze doen. Gebruikers zonder herkenbaar profiel zijn immers waardeloos voor de bedrijven die het net bezitten. Ook op de hackersmanifestatie Hacking in Progress 97 (HIP97), die afgelopen weekeinde op een camping bij Almere plaats vond, stonden de thema's privacy, encryptie, user tracking en de toenemende greep van de commercie op de individuele gebruiker centraal (www.hip97.nl). Een groot deel van de ongeveer vijfendertig lezingen en workshops was gewijd aan cryptografie, digitale handtekeningen, databases met persoonsgegevens en de vervuiling van het het net door ongewenste commerciële reclame in mailboxen en discussiegroepen (spam). Terwijl een deel van ongeveer 1500 aanwezigen op de HIP in hun tenten bleef om in elkaars computer in te breken en zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de breedbandige Internetverbinding, kwamen op een ander deel van het kampeerterrein geëngageerde netizens bij elkaar om te discussiëren over strategieen om het Internet als vrijplaats voor het goedkoop enongecensureerd uitwisselen van informatie te behouden. De opmerkelijkste hack op de HIP was niet het kraken van de batterij telefooncellen van de PTT, maar de poging om de hele broncode van het programma Pretty Good Privacy (PGP) uit te printen zodat ook niet-Amerikanen een geheel legale versie van deze software kunnen gebruiken om hun e-mail berichten mee te versleutelen. Een nieuwe Amerikaanse wet verbiedt de export van versleutelingsprogramma's, maar zegt niets over het verspreiden van een papieren versie. In Nearly Roadkill loopt het goed af. Een massale opstand van Internetgebruikers zet het bedrijfsleven en de overheid aan het denken. Na een demonstratie die bestaat uit een inlogstaking van 24 uur wordt het net terug gegeven aan de gebruikers. Dat het in het echte leven ook zo voorspoedig zal gaan, is onwaarschijnlijk. Door de massale toestroom van gebruikers op Internet, nog geen 5 jaar geleden de eis van hackers, staat er voor overheid en industrie te veel op het spel om hun pas verworven macht uit handen te geven.
Kate Bornstein & Caitlin Sullivan: Nearly Roadkill. High Risk Books 1996.
Website: www.nearlyroadkill.com
|
NRC Webpagina's
12 augustus 1997
|
Bovenkant pagina |
|