Meldingen van een speciale positie
De Commissie heeft op verschillende momenten te horen gekregen dat El Al een speciale positie zou hebben op luchthaven Schiphol. Ook tijdens een aantal openbare verhoren is hiervan melding gemaakt. Met "speciale positie" wordt bedoeld dat voor El Al regelingen zouden zijn getroffen, die anders zijn dan voor andere luchtvaartmaatschappijen. LVB-medewerker de heer Th.L. Croon vertelt hierover tijdens het openbaar verhoor: De heer Croon: Het is zo dat ons jarenlang en dan bedoel ik de ambtenaren, de functionarissen is ingeprent door de Rijksluchtvaartdienst, door Binnenlandse Zaken maar uiteraard ook door de eigen organisatie dat ten aanzien van El Al-vluchten geen mededelingen door functionarissen mochten worden gedaan. Daar bedoel ik dus mee: niet door individuele werknemers. [2]
Niet alleen de heer Croon, ook andere betrokkenen melden dat in de
praktijk sprake is van een speciale positie die verder gaat dan de
beveiliging. De heer Van Gijzel heeft dit ook gehoord en voor hem is
dat in 1995 reden om contact op te nemen met de BVD. De heer Van Gijzel: De BVD zou hiernaar onderzoek verrichten. Toen ik hiernaar in maart 1995 vroeg, werd mij medegedeeld dat er geen mededelingen worden gedaan over onderzoek van de BVD. [3]
Onderzoek door de Commissie
De Commissie heeft inzage gehad in de dossiers van de BVD over de ramp.
Naar aanleiding van het gesprek met de heer R. van Gijzel volgt een
beknopt onderzoek. Hieruit blijkt dat er meldingen zijn van twee
wapentransporten door El Al waarbij eenmaal "sporting goods", en
eenmaal "mechanical parts" is vermeld op de ladingpapieren. Deze twee
gevallen hebben geen relatie met de rampvlucht van 4 oktober 1992. De conclusie luidt tenslotte dat de gedachte onjuist is dat El Al een "eigen staat" in Nederland op Schiphol zou hebben. (...) De positie van El Al op Schiphol is, daar waar het gaat om de beveiliging van de burgerluchtvaart, weliswaar bijzonder, maar verantwoord. Uit ter beschikking gestelde informatie in het kader van dit onderzoek is gebleken dat tussen het gevoerde beleid, de uitvoering daarvan en het toezicht daarop geen discrepantie bestaat. Een bijzondere positie neemt El Al niet in waar het gaat om het toezicht op de goederenstromen.
De Commissie heeft in een aantal voorgesprekken en openbare verhoren
dit onderwerp aan de orde gesteld. Zij constateert dat er sprake is van
een speciale positie ten aanzien van de beveiliging, zoals ook door de
heer Kok is aangegeven. Vanuit het perspectief van een verhoogde
dreiging van terroristische aanslagen vindt de Commissie dit goed te
begrijpen. Er zijn procedures vastgesteld om van de kant van de
overheid greep te hebben op de speciale beveiligingsmaatregelen. Conclusies |
|