Terug naar inhoudsopgave rapport
Terug naar Dossier Bijlmerenquête, NRC Handelsblad


7.2 Beeld van de overheid na de ramp: fragmentatie [1]

In deze paragraaf wil de Commissie enkele meer algemene conclusies trekken. Het algemene beeld dat de Commissie van de overheid na deze ramp heeft overgehouden is een beeld van fragmentatie. Van fragmentatie is zeker niet in alle gevallen sprake en heeft alleen betrekking op hetgeen door deze Commissie is onderzocht. Echter, omdat op meerdere momenten in het onderzoek sprake is van een gefragmenteerd overheidsoptreden, spreekt de Commissie van een beeld van de gefragmenteerde overheid.
Deze fragmentatie kent drie aspecten: een verbrokkeld overheidsoptreden, een verkokerde overheidsorganisatie en een gebrekkige afstemming tussen diverse bestuurslagen.

Verbrokkeld overheidsoptreden: uit de pas met de samenleving [1]

De Commissie constateert een fragmentatie in het optreden van de overheid gedurende een aantal jaren na de ramp.
Na een adequaat verlopen rampenbestrijding lijkt de ramp te zijn afgehandeld. Maar steeds weer doemen er, al dan niet gevoed door de media, nieuwe vragen op. Over de noodvlucht, over de technische oorzaak van de ramp, over de berging van slachtoffers en wrakstukken, over de lading van het vliegtuig en over de gezondheid van betrokkenen. Vragen ook over verarmd uranium, over de bijzondere positie van El Al op de luchthaven Schiphol en over mannen in witte pakken. Al deze vragen worden steeds afzonderlijk behandeld. Periodes van vragen worden afgewisseld met windstiltes. De overheid reageert vooral en anticipeert nauwelijks. Er treedt een faseverschil op: waar de bevolking nog altijd de ramp op het netvlies heeft en daarover met vragen en onzekerheden zit, blijven voor de overheid slechts deelvragen over.
Naar het oordeel van de Commissie hadden de diverse onderdelen van de overheid in een veel eerder stadium en via veel meer gezamenlijkheid onzekerheden bij delen van de bevolking kunnen en moeten wegnemen.

Fragmentatie in de overheidsorganisatie: verkokering [1]

Er is sprake van een fragmentatie in de organisatie van de overheid. Eens te meer is duidelijk geworden dat "de" overheid niet bestaat, maar moet worden gezien als een omvangrijk geheel van functionarissen, organisaties en instellingen, elk met hun eigen taken, bevoegdheden, visies en belangen. Waar de eerste brandbestrijding en hulpverlening gecoördineerd hebben plaatsgevonden, is de vliegramp in latere instantie sterk verkokerd afgehandeld. Er was als het ware sprake van een rampenbestrijdingskoker, een luchtvaartkoker, een justitiekoker en een gezondheidskoker. Waar "luchtvaart" en "gezondheid" in de dagelijkse praktijk vrijwel nooit bij elkaar komen, gebeurt dat ook na deze ramp niet. Deze verkokering zet zich door in de Tweede Kamer waar betreffende woordvoerders ieder op hun eigen terrein controle uitoefenen op de regering. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de commissie-indeling grotendeels overeenkomt met de indeling van de departementen. Elke koker lijkt met de afhandeling van zijn eigen ramp bezig te zijn, zonder dat over de grenzen van het eigen taakveld heen wordt gekeken. Dit leidt niet alleen tot het afschuiven van verantwoordelijkheden en een versnippering in de informatievoorziening, het zorgt er ook voor dat burgers met hun problemen en onzekerheden (die in hun beleving aan de ramp zijn gerelateerd) niet bij één instantie terechtkunnen.
Naar het oordeel van de Commissie is gecoördineerd optreden bij de afhandeling van rampen in de toekomst een voorwaarde, zowel op ambtelijk als op politiek niveau. De Commissie is van mening dat het kabinet, na afhandeling van de rampenbestrijding (najaar 1992), een coördinerend minister had moeten aanwijzen voor de verdere afhandeling van de vliegramp Bijlmermeer.

Gebrekkige afstemming tussen bestuurslagen: internationaal, nationaal, lokaal [1]

Er is sprake van een fragmentatie tussen diverse overheidsniveaus. De rampenbestrijding is vrijwel geheel vanuit de gemeente Amsterdam geleid. De verdere afhandeling vindt behalve in Amsterdam vooral op rijksniveau plaats. Afstemming tussen deze bestuurslagen, als het gaat om het verkrijgen en verstrekken van informatie en het laten verrichten van onderzoek, komt slecht van de grond. De wet- en regelgeving ten aanzien van de luchtvaart is grotendeels internationaal. De Nederlandse overheid heeft beperkte mogelijkheden om inzicht te krijgen in, laat staan om toezicht te houden op, het onderhoud van vliegtuigen en de doorvoer van vracht. Het verkrijgen van gedetailleerd inzicht in de lading van een verongelukt vliegtuig blijkt een zeer moeizame aangelegenheid waarbij zelfs diplomatieke druk niet tot het gewenste resultaat leidt.

De fragmentatie in organisatie en optreden van de overheid na de vliegramp baart de Commissie zorgen. Deze fragmentatie is een belangrijke oorzaak van de gebrekkige informatie richting de samenleving. Hierdoor is het vertrouwen in de overheid van ten minste een deel van de samenleving geschaad. Een ramp betekent een bedreiging van de veiligheid en het veiligheidsgevoel van burgers. Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat deze bedreiging met de bestrijding van de ramp niet altijd gelijk is weggenomen, maar lange tijd kan voortduren. Juist om die reden zou de afhandeling van een ramp niet eenvoudigweg moeten plaatsvinden in het sjabloon van het reguliere overheidsoptreden. De Commissie meent dat niet alleen de rampenbestrijding, maar ook de afhandeling van een ramp vraagt om een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines.


NRC Webpagina's © NRC Handelsblad