In verband met dit onderwerp, dat ook ter sprake komt in hoofdstuk 7, wordt hieronder slechts behandeld het wettelijk kader in verband met de bewapening van beveiligingspersoneel ten behoeve van El Al. 6.6.1 Wettelijk kader bewapening van beveiligingspersoneel El Al
Dit wettelijk kader bestond ten tijde van de ramp uit twee regelingen: de herziene Luchtvaartwet (1991) en de Wet Wapens en Munitie (1989). Herziene Luchtvaartwet (1991)
Sinds 1991 is volgens de herziene Luchtvaartwet de minister van
Justitie politiek verantwoordelijk voor de beveiliging van de
burgerluchtvaart. Volgens artikel 37 i kan de minister van Justitie op
grond van omstandigheden en inlichtingen vaststellen dat een bijzonder
gevaar bestaat dat luchtvaartuigen object van terroristische aanslagen
zullen zijn.
Wet Wapens en Munitie (1989)
Ten tijde van de ramp gold de Wet Wapens en Munitie (1989), volgens
welke voor het hebben van vuurwapens vergunningen werden afgegeven door
de korpschef na instemming van de minister van Justitie op basis van
artikel 29 van die wet en onderdeel 4.2.11.1 van de circulaire Wapens
en Munitie. De minister van Justitie had de bevoegdheid aanwijzingen te
geven voor de uitvoering van deze wet. |
|