Terug naar inhoudsopgave rapport
Terug naar Dossier Bijlmerenquête, NRC Handelsblad


3.13 Bijlmermeer: er landen helikopters bij de rampplek

3.13.1 Helikopters in de media

Begin april 1998 verschijnen er berichten in de media over de aanwezigheid van helikopters op het rampterrein, waaruit ook mannen in witte pakken zouden zijn gestapt. In deze berichten wordt een type helikopter genoemd, een "Bell 47 van Amerikaanse makelij".

Onderzoek Rijksrecherche

Nadat daarover vragen zijn gesteld door de vaste commissie van Verkeer en Waterstaat, wordt deze kwestie meegenomen in het onderzoek van de Rijksrecherche naar mannen in witte pakken. Navraag bij de luchtvaartpolitie leert de Rijksrecherche dat helikopters van dit type in Nederland niet voorkomen. In een proces-verbaal van bevindingen geeft de Rijksrecherche verder aan dat "de Koninklijke Marine vliegt met helikopters van het merk Sphinx (moet zijn: Lynx) en de Dienst Luchtvaart met het type Bolkov (moet zijn: Bölkow). Dit zijn ook types die op de plaats van de ramp zijn geweest". In het rapport van de Rijksrecherche wordt door 6 getuigen melding gemaakt van helikopters. De heer Erhart van het BVO, die is verhoord door de Rijksrecherche, verklaart dat hij met een helikopter van het type Bölkow 105 naar de rampplek is gebracht. In het openbaar verhoor bevestigt de heer Erhart dat voor de Commissie en geeft hij aan dat hij op 4 oktober 1992 tussen 20.00 en 20.30 ter plaatse was, tezamen met de heer Van Reijssen en een medewerker van de luchtvaartpolitie. Vier andere getuigen van de Rijksrecherche hebben helikopters op een kruispunt zien staan, in een donkere kleur met "Nederlandse kentekens" en een kleiner type in een witte kleur. Twee van deze getuigen hebben ook een helikopter in de lucht gezien, die met lichtbundels het rampterrein bescheen. Een laatste getuige meldt alleen een helikopter in de lucht. Geen van deze getuigen heeft mannen met witte pakken uit de betreffende helikopters zien stappen.

3.13.2 Vragen van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat

Op de vragen van de vaste commissie over helikoptervluchten wordt in het verslag van 22 juni 1998 antwoord gegeven door de minister van Verkeer en Waterstaat, mede namens haar collega's van Defensie en Justitie.[34] Daarin worden de verklaringen van de getuigen in het Rijksrechercheonderzoek bevestigd. Aangegeven wordt dat er op 4 oktober 1992 verschillende helikoptervluchten in het rampgebied zijn uitgevoerd. Het betreft twee helikopters van de luchtvaartpolitie (waarmee ook medewerkers van BVO zijn vervoerd) en een Search and Rescue-helikopter (SAR) van de Koninklijke Marine. Een tweede helikopter van de marine is ingezet om een medewerker van het RIT van Vlieland naar Schiphol te vervoeren. Deze is niet in de Bijlmermeer ingezet. Volgens de minister heeft El Al geen helikoptervluchten naar de rampplek uitgevoerd en is er geen Duitse traumahelikopter ingezet op 4 oktober 1992. Dat laatste blijkt uit navraag bij de ADAC (de Duitse zusterorganisatie van de ANWB).

3.13.3 Nader onderzoek door de Commissie

Aangezien het verhaal van de helikopters ook tijdens het onderzoek van de Commissie blijft spelen, heeft de Commissie verder naar helikopters gezocht. Hoewel vluchtgegevens over helikopters niet meer bij de LVB aanwezig zijn (dergelijke gegevens worden 30 dagen bewaard), bestaan er wel logboeken, journaals en geluidsbanden. Deze bronnen bevestigen het bovenstaande en leveren geen gegevens op over (Duitse of El Al-) helikopters waaruit mannen in witte pakken zijn gestapt.

Helikopters in journaals en logboeken

Uit een journaal van de Groep Maritieme Helikopters blijkt dat er op 4 oktober 1992 inderdaad 2 marinehelikopters zijn ingezet: één in de Bijlmermeer en één om de heer Klement van het RIT op te halen. Beide helikopters worden via de SAR-regeling gealarmeerd. De helikopter die in de Bijlmermeer is ingezet wordt om 18.55 uur gealarmeerd en landt om 19.50 uur op Schiphol. De bemanning wordt daar gebriefed. In die briefing wordt aangegeven dat er nog twee andere helikopters op geringe hoogte in het gebied opereren, te weten politiehelikopters. Om 20.40 uur vliegt de helikopter boven de Bijlmermeer. Omdat de aangewezen landingsplaats ongeschikt blijkt (te donker, te veel mensen, onbereikbaar), wordt uitgeweken naar een kruispunt. Het betreft hier de kruising Bijlmerdreef-Groesbeekdreef. De helikopter blijft daar van 20.55 uur tot 00.00 uur beschikbaar voor transport van gewonden, maar is daarvoor niet daadwerkelijk gebruikt. Om 00.35 is de helikopter op marinevliegkamp De Kooy geland. De andere marinehelikopter is om 21.12 uur gealarmeerd en landt om 22.38 uur op Schiphol-Oost. Deze helikopter is tot 00.05 op de luchthaven beschikbaar geweest en landt om 00.36 uur op De Kooy.

Wat betreft de politiehelikopters, staat in het journaal van de Dienst Luchtvaart bij 21.10 uur vermeld: "Roeffel staat op de helispot Bijlmerdreef met een vhf-grondset". De heer Roeffel is een medewerker van de luchtvaartpolitie. Met de VHF-set wordt gedoeld op apparatuur voor radioverbindingen. De heer Roeffel is om 19.25 uur naar de Bijlmermeer vertrokken en onderhoudt contact met de politie op Schiphol. In hetzelfde logboek van de luchtvaartpolitie staat bij 22.35 uur vermeld dat de heer Klement, plaatsvervangend hoofd van het RIT, wordt opgehaald van Vlieland met een helikopter van de Koninklijke Marine.

In de logboeken van de politie Amsterdam, de Rijkspolitie van het district Amsterdam en het communicatiecentrum landelijke diensten van de rijkspolitie komen eveneens meldingen voor over de inzet van de genoemde marine- en politiehelikopters. Daarnaast wordt melding gemaakt van hulpverleningsaanbod van andere instellingen door middel van helikopters. Het logboek van de uniforme commandokamer van de politie vermeldt ondermeer dat om 23.30 uur is gebeld vanuit het ministerie van Defensie met de mededeling dat een traumahelikopter wordt aangeboden vanuit Koblenz. Van dit aanbod is geen gebruik gemaakt.

In een evaluatie van de ramp door de brandweer Amsterdam wordt kritiek geuit op de politiehelikopter die langdurig met schijnwerpers boven het rampterrein heeft gehangen, omdat het lawaai ervan de communicatie tussen de hulpverleningsdiensten bemoeilijkte. Ook het landen van de marinehelikopter op het kruispunt werd als hinderlijk ervaren, omdat brandweermaterieel en ambulances daardoor moesten worden omgeleid.

Helikopters op geluidsbanden

Op banden van het mobilofoonverkeer van de politie Amsterdam komen op diverse tijdstippen tussen 20.30 en 21.30 uur meldingen over helikopters voor. Gesproken wordt van enerzijds een "helikopter van de Dienst Luchtvaart" en "politie-heli" en anderzijds van "SAR-helikopter" en "rescue-heli". Met name wordt veel aandacht besteed aan het landen van de marinehelikopter op het betreffende kruispunt. Over andere helikopters wordt niets gezegd. Ook op banden van de alarmcentrale van de regionale brandweer komen berichten voor. Er wordt alleen over "marinehelikopters" gesproken.

Reacties over helikopters

Tot slot heeft de Commissie diverse reacties van burgers ontvangen over helikopters. De meeste van deze reacties zijn te herleiden tot genoemde politie- en marinehelikopters, omdat tijdstippen en plaatsen corresponderen met het bovenstaande. Dat uit deze helikopters mannen in witte pakken zijn gestapt, is niet waarschijnlijk. Witte pakken behoren niet tot de reguliere uitrusting van deze helikopters. Dat in sommige reacties tijdstippen worden genoemd die niet overeenkomen met de tijdstippen zoals worden weergegeven in de betreffende journaals en/of vallen te beluisteren op geluidsbanden, moet geweten worden aan een foutieve reconstructie door betreffende getuigen. Enkele van de reacties luiden dat op het kruispunt Bijlmerdreef-Groesbeekdreef omstreeks 21.00 uur een helikopter zou hebben gestaan met als opschrift "Heer" en/of een Duitse vlag. Aangenomen moet worden dat hier sprake is van een verwarring met de helikopter van de Koninklijke Marine.

3.13.4 Conclusies

  • De Commissie heeft vastgesteld dat op de avond van de ramp alleen een helikopter van de Koninklijke Marine en twee helikopters van de politie het rampterrein hebben bezocht.
  • De Commissie heeft geen overtuigende aanwijzingen voor de aanwezigheid van andere helikopters.

  • NRC Webpagina's © NRC Handelsblad