U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Echelon

Nieuws

Wat is Echelon?

Nederland en Echelon

De EU en Echelon

Opinie

Documenten

Links

Luisterechelons


ELK VOORDEEL heeft zijn nadeel. Het is een waarheid als een koe, die omgekeerd en niet geheel grammaticaal uitgesproken tot het dagelijks leven is doorgedrongen. Veel burgers maken met genoegen gebruik van de voordelen der informatie- en communicatietechnologie. Elektronisch betalen, telefoneren via GSM- netwerken, surfen op internet en corresponderen met behulp van e-mail: het is snel en aangenaam. Dat 'ze' alles van ons weten, is geen probleem. Alleen hobbyisten en criminelen steken energie in het versleutelen van hun boodschappen. 'Wij' hebben immers niets op onze kerfstok.

Ook de Nederlandse regering keek lang de andere kant op toen enkele jaren geleden het gerucht de kop opstak dat onder leiding van de Amerikaanse National Security Agency ( NSA) het inlichtingennetwerk enorm was uitgebreid tot Echelon: een 'stofzuiger' waarmee wereldwijd telefoongesprekken, faxverkeer en andere vormen van communicatie worden opgeveegd. De NSA is niet kieskeurig. Het agent schap is niet alleen geïnteresseerd in militaire en criminele informatie, ook commerciële inlichtingen kunnen zijn belangstelling hebben.

PAS VORIGE WEEK hebben de ministers De Grave (Defen sie) en De Vries (Binnenlandse Zaken) toegegeven dat ze al die tijd kennelijk niet op de hoogte waren. Hoewel het bestaan van Echelon "speculatief" is en de regering niet over eigen informatie beschikt, achten de bewindslieden "aannemelijk" dat Echelon geen hersenschim is. Het woord 'aannemelijk' duidt er op dat ze geen argumenten meer hebben om te ontkennen en zich voorbereiden op het onvermijdelijke.

Volgens een Britse journalist worden ook vanaf Nederlands grondgebied hand- en spandiensten aan Echelon geleverd. Bijvoorbeeld door de Militaire Inlichtingendienst die in Zoutkamp een luisterpost beheert. De Grave en De Vries zwijgen daarover. Maar ze concluderen nu wel dat "grootschalig afluisteren niet slechts is voorbehouden aan Echelon maar een activiteit is van opsporings-, veiligheids- en inlichtingsdiensten van vele overheden van landen met uiteenlopende politieke kleur". Vermoedelijk hebben de ministers met deze formulering een achterdeurtje willen openhouden. Maar het klopt hoe dan ook. De suggestie dat Echelon het exclusieve patent heeft op afluisteren, is onjuist. Zo kan de Russische geheime dienst op grond van het Systeem van operatieve onderzoeksmaatregelen moeiteloos bij alle providers binnen.

ALLEEN AL wegens deze rijke schakering van afluisterprak tijken is het zinloos in heilige verontwaardiging uit te barsten over de NSA. Sterker nog, elk nadeel heeft ook zijn voordeel. Ten eerste is de omvang van het digitale verkeer inmiddels dermate groot dat afluisteren zo langzamerhand vooral een onbestemd gevoel bezorgt: wat weten 'ze' van 'ons'? Het feitelijk gebruik van de informatie zal, onaangename uitzonderingen daargelaten, zelfs in een gefilterde zee van data vaak kopje onder gaan. Ten tweede biedt de informatie de overheid de kans het bestaan van netwerken als Echelon ruiterlijk te erkennen. Dat is van belang, omdat erkenning een voorwaarde is om volwassen over het onderwerp te praten.

Dat geldt zeker in Nederland. Bij de Tweede Kamer ligt al enige jaren een wetsvoorstel dat de verschillende inlichtingendiensten wil samenvoegen. Het aantal handtekeningen dat nodig is om af te luisteren wordt beperkt en bovendien mag de ambtelijke top van de dienst de beslissing aan lagere echelons overdragen.

Nu zo goed als vaststaat dat de NSA zijn eigen Echelon heeft en een aantal Europese en/of NAVO-landen daarin par ticipeert, kan dit wetsvoorstel in een wat internationaler perspectief worden bekeken. Spionage is van alle tijden. Publieke en particuliere inlichtingendiensten zijn dat dus ook. Maar het is onverstandig overal tegelijkertijd de drempels voor afluisteren te verlagen.

NRC Webpagina's
24 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad