|
Notitie De Grave:
Meer landen met systeem als Echelon
Door een onzer redacteuren
Opsporingsdiensten, veiligheidsdiensten en inlichtingendiensten "van landen met uiteenlopende politieke kleur" maken gebruik van dergelijke systemen. Ook bedrijven en criminele organisaties zijn in staat grootschalig informatie af te tappen. Dat schrijft minister De Grave (Defensie) in de gisteren uitgekomen notitie Grootschalig afluisteren van moderne telecommunicatiesystemen die in de ministerraad is goedgekeurd. Tot nu toe is nog niet officieel bewezen dat het spionagenetwerk Echelon bestaat. Geruchten als zouden de Verenigde Staten, Canada, Groot- Brittannië en Nieuw-Zeeland een dergelijk systeem hebben opgezet, zijn door de betrokken landen nooit formeel bevestigd. Uit onderzoek van de Franse en Belgische parlementen blijkt echter dat Echelon wel degelijk bestaat. Ook het Europees Parlement bevestigt op basis van wetenschappelijke voorstudies het bestaan van het spionagenetwerk. Via het netwerk kan op bijzonder uitgebreide schaal informatie die via moderne telecommunicatie verloopt, worden opgevangen, gefilterd en vervolgens afgeluisterd of gelezen. Het netwerk is oorspronkelijk bedoeld om criminaliteit en terrorisme te bestrijden, maar de vrees leeft dat het netwerk ook voor bedrijfsspionage wordt gebruikt. De Grave meldt in de gisteren uitgekomen notitie dat moderne telecommunicatiesystemen technisch kwetsbaar zijn voor afluisterpraktijken. Vooral systemen die geheel of gedeeltelijk gebruik maken van de ether zijn relatief simpel af te tappen. Voor overheidsdoeleinden is het gangbare beschermingsniveau niet in alle gevallen toereikend, meent minister De Grave. Maar door versleuteling (encryptie) van de informatie kan desgewenst een hoger veiligheidsniveau worden bereikt. Voor beveiliging van bijzondere informatie van de overheid (bijvoorbeeld staatsgeheimen) zijn aparte beschermingsmaatregelen nodig om afluisteren door derden tegen te gaan. Komende maandag zal Echelon in een aparte hoorzitting in de Tweede Kamer aan de orde komen.
|
NRC Webpagina's 20 januari 2001
|
Bovenkant pagina |
|