Engelsen mogen slechts proeven van de glorie
Door onze correspondent DICK WITTENBERG
LONDEN, 27 JUNI. Ze snakten naar een herhaling van de WK-finale uit 1966, dat drama dat in de verlenging
culmineerde in een 4-2 zege op de Duitsers. De eerste en laatste
hoofdprijs die Engeland in de voetbalarena ooit heeft gewonnen.
Ze kregen een reprise van de halve finale uit 1990. Die botsing der
titanen die door strafschoppen beslist moest worden. En weer waren het
de Duitsers die geen twijfel kenden, die het hoofd koel hielden, die
doelgerichter waren. En misschien hadden ze simpelweg meer geluk.
Maar Duitsers hebben het vermogen om het geluk aan hun zijde te dwingen.
Vraag maar aan de Fransen (WK'82), informeer maar bij de Mexicanen
(WK'86), hoor het de Engelsen fluisterend herhalen (WK'90, EK'96).
Duitsers falen zelden in grote toernooien en zeker niet vanaf die
kalkklodder die de elfmeter-stip markeert.
Vijf strafschoppen had Engeland al genomen. Vijf strafschoppen had
Duitsland al volvoerd. En links, rechts, hoog, laag, vlak langs de paal
en dwars door het midden waren al die schoten in het net beland.
Dodelijk en onhoudbaar, stuk voor stuk.
Maar bij strafschoppen gaat het niet om goals. Als vanzelfsprekend
worden ze beschouwd. De doelpuntenmakers is iedereen vandaag al weer
vergeten. De missers, daar draait het bij strafschoppen om. Missers
staan in het nationaal geheugen gegrift. Missers achtervolgen nog jaren
later. Zo worden degenen die hebben gemist met de missers vereenzelvigd
dat ze dezelfde naam moeten dragen, hun hele leven lang.
Gareth Southgate, de 25-jarige verdediger van Aston Villa, mocht de
zesde strafschop voor Engeland nemen. Gareth Southgate miste. Hij schoot
nog wel op doel maar de Duitse doelman Köpke hoefde zich voor die
slappe, slechtgerichte knal niet eens helemaal te strekken. Soms is er
alleen maar de misser van een ander nodig om held van de wedstrijd te
zijn.
De scheidende Engelse coach Terry Venables schudde zijn hoofd in
ongeloof, alsof hij met dat gebaar de misser ongedaan kon maken. Teddy
Sheringham torpedeerde met zijn drinkfles de heilige grasmat van Wembley
en Paul Gascoigne opende een spervuur van vloeken die knetterden in de
zomeravondlucht.
Tenminste zo groot was de teleurstelling bij de 70.000 Engelse
supporters die hun elftal op golven van gezang door de wedstrijd hadden
gedragen. Sommige fans moesten door suppoosten worden gemaand het
stadion te verlaten. Verdoofd en verwezen waren ze na die laatste
strafschop niet meer van hun plaats gekomen. Voor hen hoefde de zon
vanmorgen niet meer op te gaan.
Engeland had zoveel hoop en verlangen geïnvesteerd in deze
wedstrijd. Het openbare leven was gisteravond volledig tot stilstand
gebracht. Premier Major had een belangrijke toespraak enkele uren
vervroegd om maar naar de wedstrijd te kunnen kijken en de Labourleiding
had om dezelfde reden de maandelijkse bestuursvergadering een week
verschoven. Ploegenwerkers bij automobielfabrikant Vauxhall hadden
gedreigd met staking als ze de wedstrijd niet mochten aanschouwen. Veel
andere continue-bedrijven waren gisteren nog in allerijl van radio- en
tv-verbindingen voorzien.
Duitsland kon zich gisteren permitteren te verliezen. Duitsland blijft
toch wel een wereldmacht, ook op voetbalgebied, zelfs als het team van
Möller en Sammer tegen Engeland onderuit was gegaan. Maar voor
Engeland stond de rehabilitatie van een natie op het spel. Het zelfbeeld
van een volk was in het geding. Engelse voetbalfans konden toch
onmogelijk blijven rondbazuinen dat in Engeland het beste voetbal van de
wereld wordt gespeeld als die stelling nooit door internationale
prestaties gestaafd werd. Na jaren van sportief, economisch en politiek
verval hadden de Engelsen een onlesbare behoefte weer eens trots op hun
land te zijn.
De hartenkreet die tijdens het toernooi tot Engels volkslied is
geworden, zegt alles. 'Football's coming home', voetbal komt thuis,
verwoordt niet alleen het lijden maar ook het verlangen. ,,Iedereen
lijkt de uitslag al bij voorbaat te weten. Want ze hebben het eerder
meegemaakt. Ze weten het gewoon. Dat Engeland het weer verknalt.'' De
weeklacht van een land zonder hoop.
En het lied zucht en jammert nog verder. Over ,,dertig jaar van pijn die
me nooit hebben belet om te dromen''. ,,Al die grappen, al die sneren,
al die net-geen-goals die je door de jaren heen ondermijnen.'' Maar het
lied herinnert ook aan de successen van vroeger. ,,Dat was vroeger. Dat
weet ik ook wel. Maar waarom zou het niet opnieuw zo kunnen zijn?''
Het mocht niet zo zijn. Engeland heeft het opnieuw verknald. Niet alleen
door die misser van Southgate. Meer nog doordat het elftal een
razendsnelle voorsprong zo makkelijk weggaf. Nog geen kwartier na een
kopgoal van Shearer, mocht Kunz gelijkmaken te midden van een woud aan
verdedigers. Later, veel later, schoot Anderton in de eerste helft van
de verlenging op de paal en werd een treffer van Kunz wegens duwen
afgekeurd.
Met een gepijnigde glimlach nam groot-inquisiteur Venables na afloop de
last van een natie op zijn schouders. ,,Hebben we laten zien dat we ons
technisch en tactisch met de andere Europese naties kunnen meten'',
vroeg een verslaggever van de BBC bijna smekend. En moeteloos vond de
coach de verlossende woorden. ,,Zeker'', zei hij, ,,we zijn op eigen
bodem niet verslagen''. ,,Met opgeheven hoofd kunnen we het veld
afgaan.'' Dat is wat de Engelse spelers ook deden. Ze maakten zelfs een
ererondje. Voor het eerst in jaren hadden de Engelse supporters weer
geproefd van de glorie. Al hadden ze op een herhaling van 1966 gehoopt.
Terug naar EK 1996