'Niet arbiters, maar coaches maken voetbal kapot'
Door onze redacteur ERIK OUDSHOORN
MANCHESTER, 25 JUNI. Nederland is
zeven minuten voor tijd in de fatale kwartfinale tegen Frankrijk door de
Spaanse arbiter Antonio Jesus Lopez Nieto een strafschop onthouden toen
Desailly de bal met de hand wegsloeg. Alex Ponnet, lid van de
scheidsrechterscommissie van de UEFA en verantwoordelijk voor het
aanstellingsbeleid op het EK, draait er niet om heen.
,,De beslissing om de bal buiten het zestienmetergebied te leggen was
een scheidsrechterlijke dwaling. De arbiter stond heel goed opgesteld.
Hij vroeg geen advies aan zijn grensrechter. Lopez Nieto had beter
moeten weten. Als hij deze wedstrijd in de eerste ronde had gefloten,
zou hij niet meer zijn teruggekeerd in het toernooi. Het is spijtig dat
ploegen door arbitrale fouten kunnen verliezen. Maar dat hoort bij het
voetbalspel.''
Het is een schrale troost voor Oranje. De Brusselaar Ponnet moet
toegeven dat het Nederlands elftal ook in het eerste duel met de
Schotten een strafschop verdiende en er geen kreeg. John Collins sloeg
de bal op de doellijn met de hand weg. Het speelde zich af buiten het
gezichtsveld van de Scandinaviër Leif Sundell. Ponnet: ,,Ik heb hem
gezegd dat hij zich anders had moeten opstellen. In Zweden volgen ze nog
de oude Engelse instructie waarbij een arbiter in dit soort situaties
niet aan de zijkant van het strafschopgebied gaat staan. Het wordt tijd
dat hiervoor uniforme regels komen.''
Ondanks de blunder bij Nederland-Schotland was Ponnet in de voorronde
over slechts twee arbiters ontevreden. Het betrof de Deense
scheidsrechter Mikkelsen die Bulgarije-Roemenië floot waarbij een
zuiver doelpunt van de Roemeen Munteanu ten onrechte werd afgekeurd
omdat de bal niet achter de lijn zou zijn geweest. Ponnet verwijt het
arbitrale trio echter niet déze enorme fout. ,,Het was voor hen
moeilijk te zien. De grensrechter moest met de laatste verdediger
meelopen. Zijn positie was heel goed. De scheidsrechter was wat blijven
hangen. Maar hij gaf een gele kaart aan een verkeerde speler omdat hij
te ver van de overtreding was verwijderd. Dat vind ik een kwalijk punt
voor een scheidsrechter. Ik was ook ontevreden over scheidsrechter
Ouzounov uit Bulgarije die Zwitserland-Holland leidde. Hij had Clarence
Seedorf een tweede gele kaart moeten geven. Hij wilde de rode al uit
zijn zak trekken, maar bedacht zich op het laatste moment. Heel slecht.
Dat mag niet voorvallen. Hij was ook bij andere beslissingen niet
consequent. Voor de ene overtreding gaf hij een kaart, voor de andere
niet.''
In de kwartfinales waren behalve bij Nederland-Schotland in meer
wedstrijden de arbiters volstrekt de weg kwijt. Bij Engeland-Spanje
keurde de Fransman Marc Batta een glaszuiver doelpunt van de Spanjaard
Salinas af. Verder verdiende Caminero een penalty. Spanje bezweek ten
slotte bij het nemen van de strafschoppen.
En zo stapelden de arbitrale blunders zich dit toernooi op. Volgens een
ingewijde is de scheidsrechterscommissie ten einde raad. De vaste
arbitrale trio's zouden ter discussie staan omdat de grensrechters niet
het juiste niveau halen. Ponnet verdedigt echter het internationale
arbiterskorps. ,,Ik moet het opnemen voor de scheidsrechter. Hij kan
zich niet rehabiliteren. Er zullen altijd goede en minder goede arbiters
blijven. De scheidsrechter mag fouten maken. Als hij maar kordaat
optreedt en consequent blijft. Hij moet de agressiviteit aanvoelen
tussen de spelers. Vaak zie je al voordat je het veld betreedt of het
een moeilijke wedstrijd wordt. Als de spelers zenuwachtige gezichten
vertonen kun je problemen verwachten. Toen ik als twintigjarige een van
mijn eerste wedstrijden floot, kwam voor de wedstrijd de waarnemer de
kleedkamer binnen. Hij zei: 'Mijne heren, als ik u vanavond betrap op
vijf fouten, heeft u een heel goede wedstrijd geleid.' Door de
technologische ontwikkelingen bij de tv mag een scheidsrechter nog
hoogstens één of twee keer de plank misslaan. Kijk naar
Engeland-Spanje. Kort na het duel vonden de betrokkenen dat Batta het
niet slecht had gedaan. Na het zien van de tv-beelden begon iedereen te
klagen. De scheidsrechter van tegenwoordig moet psychologisch heel sterk
zijn.''
Het is uiteraard de vraag of in Engeland wel de beste arbiters zijn
uitverkoren. Ponnet, die in de jaren tachtig op twee EK's en een WK de
fluit hanteerde, legt uit dat de scheidsrechterscommissie van de UEFA
beslissingen neemt aan de hand van de door waarnemers opgestelde
rapporten. ,,De beste scheidsrechters steken er bovenuit. We waren het
zondag in een uur eens over de zes genomineerden voor de halve
eindstrijd en de finale. Daar waar ik een discussie van drie, vier uur
verwachtte.'' Onder hen bevond zich ook de Nederlander Mario van der
Ende. Hij kreeg een goed rapport na Denemarken-Portugal. Toch werd door
zijn naam een dikke streep gehaald. Ponnet: ,,Het imago dat wij willen
hooghouden van de scheidsrechter moet goed zijn. Van der Ende oogt nogal
zwaar. Hij geniet waarschijnlijk van het leven. Maar hij moet zich
realiseren dat iedereen zijn oordeel tegenwoordig
baseert op tv-beelden. Ergens ben ik het daar niet helemaal mee eens.
Het is niet fair.''
Ponnet doelt op het feit dat Van der Ende ondanks zijn forse postuur
wél over een goede conditie beschikt. ,,Hij boekt de beste
resultaten in de testen. Daarbij vind ik hem een persoonlijkheid in het
veld. Hij is een heel grote scheidsrechter die het voetbal begrijpt. Ik
was dit seizoen waarnemer bij Juventus-Real Madrid voor de Champions
League. Een keiharde wedstrijd, maar Van der Ende was de beste van het
veld. Toch moeten we kritisch op hem zijn. Mario kennende, zal hij
terugvechten.''
Bijna 150 keer is er in Engeland al een gele kaart getrokken, gemiddeld
eenderde meer dan op het vorige EK. Ponnet ontkent dat de arbiters voor
het EK in Sevilla (1992) te strenge richtlijnen hebben meegekregen of
overspannen handelden. ,,Het heeft te maken met de tactiek van de
coaches. De aanvallers zijn tegenwoordig de eerste verdedigers. Als zij
de bal verliezen, proberen ze dat met een sliding goed te maken.
Aangezien ze die techniek niet beheersen moeten ze ter correctie een
overtreding maken. Zo is 70 tot 75 procent van de gele kaarten naar
aanvallende spelers gegaan. Dat zien wij in de statistieken. Typische
aanvallers als Stoitsjkov, Klinsmann en Suker zijn er steeds minder. De
offensieve spelers hebben ook allemaal een verdedigende taak. Het
voetbal gaat zo langzaam kapot. De angst om te verliezen wordt steeds
groter omdat de belangen toenemen. Elk team speelt met zes, of zeven
verdedigers. Afgelopen weekeinde heb je vijf uur voetbal gehad zonder
doelpunten. De aanvallers hebben voor het doel geen kracht meer.''
De UEFA probeert op het EK de kwaliteit van de arbitrage te verbeteren
door de spelleiders uit te rusten met elektronische hulpmiddelen. Een
aantal scheidsrechters kan door hun grensrechters via een elektronisch
geluidssignaal worden gewaarschuwd als er iets achter hun rug gebeurt.
Ponnet: ,,Voor 2002 zullen landen met high technology ook
elektronische ogen invoeren die doorgeven of de bal achter de doellijn
is geweest. Alleen rijke clubs kunnen dat betalen, dus je kunt de
aanschaf van die apparatuur niet voorschrijven. De scheidsrechter blijft
een mens die fouten maakt. Je kunt die fouten hoogstens trachten te
verminderen.''
Terug naar EK 1996