NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Rechtszaak Bouterse

Nieuws

Proces

Aanloop tot het proces

Links

Zwijgende, bange getuige nieuwe tegenslag justitie


Een nieuwe tegenslag voor het openbaar ministerie. Kroongetuige Patrick in de zaak tegen Bouterse durft niet meer te praten.

Door onze redacteur MARCEL HAENEN

DEN HAAG, 15 JUNI. Afgelopen zondag was hij nog een dag op vrije voeten. Onbeschermd. De 32-jarige Patrick, kroongetuige van het Haagse OM in de drugszaak-Bouterse, had van het hof toestemming om zijn vrouw en jarige dochtertje te bezoeken. "Toen heeft hij nog wat over de bedreigingen gehoord, maar hij wist het ook al eerder", zegt zijn advocaat G. Spong. Vanochtend zat Patrick, geflankeerd door Spong, achter een beige slaapkamerscherm klaar om onzichtbaar voor publiek en pers door de strafkamer van de Haagse rechtbank te worden gehoord. Hij zou vertellen over het drugstransport dat de Belg naar eigen zeggen samen met Bouterse heeft georganiseerd. Maar nog voor het afleggen van de eed liet de kroongetuige weten dat van zijn optreden niet te veel moest worden verwacht. De getuige was volgens voorzitter B. Punt "van verschillende kanten bedreigd" en durfde niets te zeggen.

In maart had Patrick een deal gesloten met officier van justitie E. Harderwijk. De Belg zou in ruil voor strafvermindering bij politie en in de rechtszaal verklaren over het drugskartel van Bouterse. De getuige had er volgens Spong geen behoefte aan te worden opgenomen in een speciaal getuigenbeschermingsprogramma. En justitie heeft het ook niet nodig gevonden Van L. te beschermen toen hij twee dagen geleden een excursie mocht maken. Een mogelijk kostbare vergissing.

De leden van het OM en de Haagse politie liepen er vanochtend verslagen bij toen Patrick op het allerlaatste moment had laten weten zijn deal niet te willen naleven. Met slechte Belgenmoppen werd het leed weggelachen. Omdat de verdachte en zijn advocaat A. Moszkowicz tot nu toe geweigerd hebben serieus inhoudelijk verweer te voeren, was het proces tot nu toe een klinische plechtigheid. Het verhaal van de enige belastende getuige die zou worden gehoord, moest dat veranderen. Maar ook dat spektakel was het Haagse openbaar ministerie niet gegund.

Officier van justitie J. Mooyen hield echter vol dat de "toetsbare feitelijke verklaringen" die Patrick eerder aflegde bij de politie voor het bewijs mogen meetellen. Persrechter B. Elkerbout kon dat niet bevestigen. De weigerachtige kroongetuige is een geheel nieuw juridisch leerstuk.

De verklaringen die Patrick in maart aflegde bij de politie zijn voor Bouterse buitengewoon pijnlijk. In 1996 werd Patrick naar eigen zeggen in een kantoorpand in Paramaribo geïntroduceerd bij een "zich autoritair en zakelijk" gedragende man. "Hij droeg een lichtkleurig overhemd. De man was kalend en had een klein ringbaardje". Pas later hoorde hij van zijn handlangers dat deze gesprekspartner Bouterse was.

"Radj (een medeverdachte, red.) vertelde mij dat ik net zoveel cocaïne kon krijgen als ik kon afleveren in Nederland. Hij had dit ook met Desi Bouterse doorgesproken." Met Bouterse spreekt de Belg zelf nog in de zomer van 1997. Bouterse liet toen weten dat er op Trinidad nog 3.000 kilogram cocaïne gereed lag voor vervoer.

De op de valreep verzamelde verklaringen van de Belgische kroongetuige waren een opsteker voor het OM. Tot begin dit jaar waren Bouterse alleen vijf transporten ten laste gelegd uit de periode 1989-1991. Oude zaken waarbij het moeilijk was om een direct verband te leggen tussen Bouterse en een onderschept transport.

Op handel in harddrugs staat twaalf jaar cel. Lidmaatschap van een criminele organisatie kent een straf van vijf jaar.

Het requisitoir en de strafeis tegen Bouterse zal het OM op 29 juni uitspreken. De inhoudelijke, openbare behandeling is afgerond. Als laatste hoorde de rechtbank gisteren officier van justitie C. van der Voort, die van 1992 tot 1997 het drugsonderzoek leidde. Hij besprak oude tegenslagen van het OM in de zaak-Bouterse. Zoals toenmalig minister Sorgdrager die de zaak-Bouterse in 1996 in de prullenbak wilde gooien. "De toenmalige hoofdofficier van justitie Blok", aldus Van der Voort, "zei toen: mevrouw de minister het spijt me maar we hebben echt een ronde zaak tegen Bouterse."

Toen mochten ze doorgaan.

NRC Webpagina's
15 JUNI 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad