Voor cocaïnesmokkel
Eis tegen Bouterse van zestien jaar
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 30 JUNI. Wegens
grootschalige cocaïnehandel heeft het OM vanmiddag een
gevangenisstraf van zestien jaar en een geldboete van vijf miljoen
gulden geëist tegen de voormalige legerleider van Suriname Desi
Bouterse.
Het is de hoogste straf die justitie kon eisen. In een requisitoir dat
ruim acht uur duurde hebben de officieren van justitie E. Harderwijk en
J. Mooijen de afgelopen twee dagen de Haagse rechtbank proberen
duidelijk te maken dat Bouterse verantwoordelijk is voor vijf
drugstransporten naar Nederland waarbij in totaal ruim 1.500 kilo
cocaïne naar Nederland is gesmokkeld. Bouterse, die het proces niet
bijwoont, is volgens het OM ook schuldig aan lidmaatschap van een
criminele organisatie. Hij zou het Suri-drugskartel hebben aangevoerd.
Tegen twee medeverdachten, de zakenlieden Richard L. en Moenipersad M.,
werden straffen geëist van respectievelijk veertien en drie jaar en
boetes van drie miljoen gulden en 250.000 gulden. Richard is volgens
justitie een van de organisatoren van de Surinaamse drugstransporten. De
in Berkel en Rodenrijs wonende Moenipersad is de enige verdachte die het
proces bijwoont. Hij is volgens justitie jarenlang "de bank", de
boekhouder en witwasser van het drugskartel geweest.
Bouterse heeft volgens justitie leiding gegeven aan een criminele club
met een zeer hoge organisatiegraad. "De organisatie heeft de beschikking
over een heel land", zei Harderwijk vanmiddag. De drugshandelaren kunnen
in Suriname gebruikmaken van havens, vliegvelden, corrupte
overheidsfunctionarissen en laboratoria. "Alles is tip-top geregeld."
Justitie vroeg de rechtbank om over twee weken, als vonnis wordt
gewezen, ook een bevel tot gevangenneming af te geven. Dat maakt
arrestatie en uitlevering van de verdachten in het buitenland
gemakkelijker.
Harderwijk verwierp de in de afgelopen jaren geuite kritiek dat het OM
beter van de vervolging van Bouterse had kunnen afzien om de relatie met
Suriname niet verder te belasten. "Hoe kun je nog kleine handelaren
vervolgen als je de grote handelaren niet vervolgt", vroeg Harderwijk
retorisch. Een dergelijk handelen zou in strijd zijn met het principe
dat iedereen voor de wet gelijk is. Nederland was volgens justitie
"moreel verplicht" de vervolging van Bouterse aan te pakken. De raadsman
van Bouterse, A. Moszkowicz, heeft besloten af te zien van een
inhoudelijke verdediging. Hij heeft geen enkele zitting bijgewoond.