Dikke eis in dikke drugszaak tegen Bouterse
"Een dikke zaak", noemde
officier van justitie E.Harderwijk het proces tegen de vermeende
drugsbaron D. Bouterse. Hij eiste een maximale straf van zestien jaar
cel en vijf miljoen gulden boete.
Door onze redacteur MARCEL HAENEN
DEN HAAG, 1 JULI. En toen was het dan zover. Na tien jaar onderzoek kon
het openbaar ministerie op een herfstige zomermiddag beginnen aan het
requisitoir tegen Desi Bouterse. De finale van wat ook de Haagse
hoofdofficier van justitie S. van Gend gisteren noemde "een beetje
schimmig proces".
De op papier meest opzienbarende drugszaak die ooit in Nederland heeft
gediend, eindigde voor justitie gisteren voorlopig net zoals het begon:
nogal ongelukkig. Waar bij aanvang van het drugsproces vooral A.
Moszkowicz, de advocaat van de afwezige hoofdverdachte, de aandacht trok
door op de stoep van het Paleis van Justitie de tv-camera's te lokken,
zo kwam het belangrijkste nieuws van het cocaïnefront nu opnieuw
van een andere plek. Op hetzelfde tijdstip begon op nog geen kilometer
afstand in de Tweede Kamer een debat over de import van cocaïne die
volgens het parlement met hulp van corrupte ambtenaren is geregeld. Tien
keer zoveel als de 1.500 kilo die Bouterse moet verantwoorden.
De belangstelling voor het requisitoir dat twee dagen duurde, was niet
overweldigend. Curieus genoeg was er maar één niet op de
een of andere manier bij het drugsonderzoek betrokken toeschouwer. Op de
publieke tribune zat de Haarlemse officier van justitie P.Snijders, de
man die na een onderzoek van vijf jaar de Kamercommissie Kalsbeek op de
hoogte bracht van de coke-importen als erfenis van de IRT-affaire.
De Haagse rechtbank heeft gedurende de strafzaak, die met tussenpozen
drie maanden duurde, een extra zittingszaal vrijgehouden. Daar kon het
normale publiek via een videoverbinding het proces-Bouterse volgen. De
zaal was deze week leeg. "Kijk, daar zit de geschokte rechtsorde", zei
advocaat G.J. Hubers terwijl hij er langsliep.
De officieren E. Harderwijk en J. Mooijen hadden acht uur nodig om de
bewijsmiddelen tegen Bouterse en zijn twee medeverdachten op te sommen.
Het betoog bestond voornamelijk uit het samenvatten van verklaringen die
getuigen eerder bij de rechter-commissaris en de politie hebben
afgelegd.
Gedurende de strafzaak is geen enkele belastende getuige zelf gehoord.
De enige man die justitie in het openbaar een verklaring wilde laten
afleggen, een Belgische kroongetuige, had er vorige maand voor gekozen
zijn mond te houden. Hij was bedreigd.
Deze kroongetuige had het hoofdgerecht van de strafzaak moeten worden.
Justitie had de wegens cokehandel veroordeelde man strafvermindering
toegezegd als hij bereid was ter terechtzitting te verklaren hoe hij met
Bouterse een transport van 474 kilo cocaïne had geregeld dat in
1997 in Stellendam werd onderschept. In de deal stond eveneens dat de
Belg in juni het verjaarsfeestje van zijn dochtertje mocht bezoeken. Het
OM ging er namelijk ten tijde van het sluiten van de deal, in maart van
dit jaar, van uit dat die verjaardag na het optreden van de kroongetuige
in de rechtszaal zou vallen. Maar helaas. De verjaarsvisite vond plaats
twee dagen voor zijn af te leggen verklaring. En tijdens dat bezoek
heeft zijn Surinaamse vrouw hem ervan overtuigd dat de bedreigingen zo
serieus werden dat hij beter niet ter zitting kon herhalen wat hij bij
de politie had gezegd over Bouterse.
Harderwijk betoogde gisteren dat de verklaringen van de kroongetuige wel
mogen meetellen voor het bewijs. Weliswaar is in het Hakkelaar-arrest
bepaald dat een kroongetuige moet kunnen worden ondervraagd ter zitting
om diens betrouwbaarheid te toetsen, maar in dit geval hoeft het volgens
het OM niet. De Belg is de afspraken niet nagekomen, daarmee is de deal
komen te vervallen en dus is hij een gewone getuige die eerder bij de
politie is verhoord. Die hoeft niet per se nog een keer te worden
ondervraagd, aldus justitie.
Justitie is ook ingegaan op de "kreten van de zijlijn" uit Suriname dat
de strafzaak tegen Bouterse een politiek proces zou zijn. Daarvan is
volgens Harderwijk geen sprake. Bouterse staat terecht voor ordinaire
drugshandel. Politiek zou de zaak pas zijn als de minister van Justitie
opdracht zou hebben gegeven het strafrechtelijk onderzoek te beginnen.
Maar het tegendeel was het geval, zoals officier van justitie C. van der
Voort die tot 1997 het onderzoek leidde, al vaker heeft gezegd. De
toenmalige minister, Sorgdrager, wilde vooral géén zaak-
Bouterse.
Er is wel een politieke verdediging gevoerd, zei Harderwijk. "Bouterse
heeft zijn berechting willen voorkomen door Suriname politieke druk op
Nederland te laten uitoefenen."
Bij het Haagse OM gaat men ervan uit dat de rechtbank Bouterse over twee
weken in ieder geval zal veroordelen. Hoofdofficier Van Gend wees er
tijdens een ongebruikelijke persconferentie trots op dat de Haagse
drugsonderzoeken tegen verdachten uit Suriname - "een heel eind weg hier
vandaan" - al meer dan honderd jaar celstraf hebben opgeleverd.
Ook Moszkowicz rekent erop dat zijn cliënt Bouterse - na de
zwaarste eis die ooit in een Nederlandse drugszaak is geformuleerd -
wordt veroordeeld, zo zei hij gisteren voor het Radio 1-journaal.
Wat het vonnis ook wordt, voor een echt inhoudelijk proces, met getuigen
en serieuze verweren, is het wachten op het hoger beroep.