Uit het vonnis
"Als militair bevelhebber van
Suriname beschikte verdachte (Bouterse, red.) in de periode 1989 tot
1992 aldaar over veel macht, ook buiten strikt militaire
aangelegenheden. Zo konden personen die uitvoer van cocaïne, in het
bijzonder naar Nederland, overwogen, in feite niet buiten verdachte om.
Daarbij stimuleerde hij die export, liet hij tevens partijen voor zijn
eigen rekening verzenden en gaf hij leiding aan de vervaardiging van
cocaïne in laboratoria in het binnenland van Suriname".
"Met het oog op het illegaal importeren van de cocaïne, met name in
Nederland, werd deze verborgen in ladingen andere goederen die per
schip of vliegtuig werden verzonden dan wel werd er gebruik gemaakt van
koeriers die per vliegtuig reisden. Verdachte oriënteerde zich met
grote exporteurs omtrent produkten, zoals vis of boomstammen, die als
dekmantel voor de cocaïne konden dienen. Verdachte was doorlopend
met cocaïne bezig".
"Er werd door verdachte via het militaire apparaat voor gezorgd dat de
betreffende lading of bagage niet door de Surinaamse douane of politie
werd onderschept".
"De organisatie kan worden gezien als een groep personen waarvan
verdachte de onbetwiste leider was, die uit winstbejag in Suriname een
exclusieve marktordening in stand hield voor de groothandel in
cocaïne, meer in het bijzonder de export daarvan. In die
organisatie participeerden met name ook exporteurs van cocaïne.
Afgezien van zijn leiderschap van de organisatie participeerde
verdachte daarin zelf tevens als aanbieder van - dan wel als
deelgerechtigde in - te exporteren cocaïne".
"Cocaïne heeft een uiterst schadelijke invloed op de
volksgezondheid en leidt door zijn verslavend karakter tot extra
criminaliteit".