Op het proces tegen Bouterse heeft de politieke val van de ex-
legerleider waarschijnlijk geen invloed.
Door onze redacteur MARCEL HAENEN
DEN HAAG, 7 APRIL. Het ontslag van Bouterse als Adviseur van Staat heeft
naar het zich laat aanzien geen effect op zijn positie als verdachte van
groothandel in cocaïne in het arrondissement Den Haag. Zijn
benoeming in 1997 in de nieuw verzonnen functie had de bedoeling hem een
zekere diplomatieke en dus onschendbare status te verlenen. Het was de
eerste maatregel in een reeks waaruit moest blijken dat de regering
Wijdenbosch het vervolgen van Bouterse beschouwde als het in de beklaagdenbank zetten van de Republiek Suriname.
Justitieel kolonialisme, heette dat in Paramaribo.
Sinds 1997 heeft de regering Wijdenbosch op geen enkele wijze meer
medewerking verleend aan rechtshulpverzoeken die Nederland - conform het
bilaterale rechtshulpverdrag - heeft ingediend. De dagvaarding van
Bouterse, die het Haagse OM begin dit jaar op een veelvoud aan manieren
en adressen naar Suriname heeft gestuurd, is nooit officieel door de
Surinaamse minister van Justitie aan de ex-legerleider betekend.
Als het ontslag van Bouterse werkelijk moet illustreren dat de
Surinaamse regering de strafzaak-Bouterse niet langer als een politiek
proces beschouwt, dan zou er vanaf nu weer uitvoering kunnen worden
gegeven aan rechtshulpverzoeken. Zo is er weer een nieuwe dagvaarding onderweg. Het Haagse OM heeft op 22 maart namelijk bekend
gemaakt dat men Bouterse van nog een drugstransport - een zesde -
verdenkt. Dat nieuwe feit is nog niet officieel aan de verdachte
bekendgemaakt.
Maar ook als de Surinaamse regering juridische samenwerking blijft
weigeren, ziet het er niet naar uit dat verdachte Bouterse hiervan
profiteert. De president van de Haagse strafkamer, B. Punt, zei vorige
week terloops dat het OM gewoon kan volstaan met het per aangetekende
post versturen van justitiële stukken aan Bouterse.
Onduidelijk is of de Surinaamse regering de verdedigingskosten blijft
betalen van wat nu burgerverdachte Bouterse is. Het betalen van de
advocatenkosten van A. Moszkowicz en zijn Surinaamse collega's werd door
de Surinaamse Republiek gerechtvaardigd door te zeggen
dat het ging om de vervolging van een Nationaal Leider. Nu de strafzaak
door de vertragingsacties van Moszkowicz een slepende kwestie gaat
worden, loopt Bouterse het risico zelf zijn verdediging te moeten gaan
financieren.
Bouterse krijgt nu adviezen van de voormalige Surinaamse officier van
justitie R. de Freitas. Hij voert samen met de Surinaamse ambassadeur in
België Spier en de Surinaamse hoofdcommissaris van politie
Hunsel een internationale campagne om de rechtmatigheid van de
Nederlandse vervolging in twijfel te trekken. De Freitas is als adviseur
in dienst van Wijdenbosch. Het is daarom zeer de vraag of De Freitas kan
doorgaan met de verdediging van Bouterse.
Bouterse zal overigens ook zonder presidentiële steun veilig
blijven in Suriname. Suriname
levert geen eigen onderdanen uit. De Grondwet verbiedt dit.