Oordeel van Hoge Raad
Justitie wil uitspraak over Bouterse
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 23 FEBR. De top van
het openbaar ministerie (OM) wil dat de Hoge Raad zich uitspreekt over
de vervolging in Nederland van D. Bouterse wegens zijn rol bij de
'Decembermoorden' uit 1982.
Daarbij gaat het met name om de vraag of Nederland wel rechtsmacht
heeft om de voormalige Surinaamse bevelhebber voor de rechter te
brengen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad, Th. ten Kate, zal
daarom een zogenaamde 'vordering tot cassatie in het belang der wet'
bij het hoogste rechtscollege indienen. Dat schrijft hij deze week in
een brief aan de diverse raadslieden in de kwestie.
Ondertussen blijft het gerechtelijk vooronderzoek naar Bouterse, dat
wordt uitgevoerd door het OM in Amsterdam, doorlopen. Justitie moet de
zaak wegens foltering vervolgen op bevel van het gerechtshof. Volgens
het hof, dat zich baseerde op een advies van de internationaal
volkenrechtdeskundige prof. C. Dugard, heeft de Nederlandse rechter
"universele rechtsmacht" in de zaak. Maar binnen het college van
procureurs-generaal zijn er twijfels of het OM uiteindelijk wel
ontvankelijk zal zijn. De adviseur van het college op volkenrechtelijk
gebied, prof. G. Strijards, stelde eerder al in een rapport dat de
Nederlandse rechtsmacht in deze zaak "ontoereikend" is. Achterliggende
reden is dat de wet waarin foltering strafbaar wordt gesteld pas in
1989 in Nederland werd ingevoerd.
Door de vraag over de rechtsmacht nu bij de Hoge Raad voor te leggen,
hoopt het OM duidelijkheid te krijgen. Bouterses advocaat, A.
Moszkowicz, zegt blij te zijn met "deze efficiënte actie van het
college."
De raadsman verwacht dat de Hoge Raad zal concluderen dat Nederland zijn
cliënt niet kan berechten: "Daarmee wordt een langdurig en kostbaar
proces vermeden en de kwestieuze beschikking van het hof gecorrigeerd."
De advocaat van de nabestaanden van de Decembermoorden, J. Pen, stelt
dat een dergelijke beslissing van de Hoge Raad helemaal niet betekent
dat de vervolgingsopdracht van het hof aan het OM wordt gestuit: "Dan
ontstaat er alleen maar een gigantisch probleem voor het Amsterdamse
OM. Die moeten vervolgen, ongeacht wat de Hoge Raad zegt." Pen
verzekert dat zijn cliënten vervolging blijven afdwingen: "Als
de Hoge Raad al vindt dat Nederland niet kan vervolgen, dan is dat
niet meer dan een indicatie. Voordat de eigenlijke strafzaak voor dat
college komt, zijn we tien jaar verder. Gezien de stormachtige
ontwikkelingen in het volkenrecht, ben ik er niet zo zeker van dat de
dan zittende Hoge Raad er net zo over zal denken."
De Bouterse-zaak is niet de enige affaire die momenteel op
volkenrechtelijk gebied speelt. Bij het OM in Amsterdam ligt ook een
aangifte wegens foltering tegen J. Zorreguieta, de vader van de
vriendin van kroonprins Willem-Alexander. Het OM moet in deze zaak nog
beslissen of er een gerechtelijk vooronderzoek wordt geopend.
Volgens Pen is het mogelijk dat de actie van het college van procureurs-
generaal in feite bedoeld is om de zaak-Zorreguieta van tafel te halen:
"Als de Hoge Raad zou uitspreken dat Nederland geen rechtsmacht heeft
in de vervolging van Bouterse, dan heeft dat ook consequenties voor de
Zorreguieta-kwestie. Dan kan het openbaar ministerie met de uitspraak
van de Hoge Raad in de hand beslissen dat die zaak niet hoeft te worden
vervolgd. Het zou me niets verbazen als dat de achterliggende reden bij
deze actie is."