Hof schrapt meeste bewijs tegen Bouterse
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 1 JULI. Het
gerechtshof in Den Haag heeft de voormalige Surinaamse legerleider Desi
Bouterse op zes van de zeven ten laste gelegde feiten vrijgesproken.
Hij werd wegens cocaïnesmokkel in hoger beroep veroordeeld tot elf
jaar gevangenisstraf.
Eerder had Bouterse van de rechtbank in Den Haag zestien jaar cel en 4,6
miljoen gulden boete gekregen. De rechtbank beschouwde hem destijds als
de " onbetwiste leider" van een organisatie die in de wandelgangen het
Suri-kartel is gaan heten. Maar het hof acht slechts in het geval van
één cocaïnetransport bewezen dat Bouterse daarbij
betrokken is geweest. Van diens betrokkenheid bij vijf andere
drugstransporten heeft het openbaar ministerie volgens het hof geen
wettig en overtuigend bewijs geleverd. Ook van deelname aan een
criminele organisatie die tussen januari 1989 en augustus 1991
cocaïne naar Nederland smokkelde, is Bouterse vrijgesproken.
Vooral dat laatste oordeel van het hof is een gevoelige tegenslag voor
het OM. In de langstlopende rechtszaak uit de Nederlandse geschiedenis
is het belangrijkste doel van politie en justitie steeds geweest
Bouterse neer te zetten als een grote drugsbaron. Naar nu blijkt is het
zogeheten CoPa-team ('Colombia-Paramaribo') er niet in geslaagd meer
bewijzen te verzamelen dan de (deels anonieme) getuigenissen. Deze
verklaringen zijn volgens het hof uitgemond in "bezwaren, hier en daar
zelfs ernstige bezwaren, tegen Bouterse, maar hebben die bezwaren niet
het niveau van wettig bewijs" bereikt. De zaak waarvoor Bouterse wel
veroordeeld is, betreft een transport van 474 kilo cocaïne op 9
september 1997. Deze zending werd onderschept in Stellendam,
België. Voor een dergelijk transport is de maximale straf twaalf
jaar cel. Bij het vonnis van elf jaar heeft het hof laten meewegen dat
Bouterse nu voor zes van de zeven beschuldigingen is vrijgesproken.
Twee medeverdachten van Bouterse, de van drugssmokkel verdachte Richard
L. en de 'witwasser' Moenipersad M. werden van alle beschuldigingen
vrijgesproken door het hof.
Advocaat A. Moszkowicz van Bouterse zei "gelukkig" te zijn met de
uitspraak. Dat het hof al zijn formele bezwaren tegen de procedure
ongegrond had verklaard, kon de raadsman van Bouterse niet
verontrusten. Moszkowicz gaat in cassatie bij de Hoge Raad en ziet bij
dat college "goede kansen" voor zijn formele bezwaren. Advocaat-
generaal H. Wesselink noemde het in een reactie "buitengewoon jammer"
dat het OM er niet in is geslaagd deelname aan een criminele
organisatie bewezen te krijgen. Bouterse zelf, die vorige maand tot
parlementariër werd gekozen, wilde niet reageren. De Surinaamse
regering wil eerst het vonnis bestuderen voordat ze commentaar geeft.