Recordpleidooi in strafzaak Bouterse
In een pleidooi van historische
omvang heeft Moszkowicz gisteren geprobeerd de drugsbeschuldigingen
tegen Bouterse van tafel te vegen. Geen bommetjes maar degelijk verweer.
Door onze redacteur MARCEL HAENEN
DEN HAAG, 10 JUNI. Er is geen overtuigend bewijs tegen de eerder tot
zestien jaar cel veroordeelde drugsverdachte Bouterse. De verdachte
heeft ook in hoger beroep geen eerlijk proces gehad, de vervolging heeft
onredelijk lang geduurd, de strafzaak is door de verkeerde rechtbank
behandeld en zelfs de dagvaarding is nietig. Kortom, van de vervolging
van de ex-legerleider van Suriname wegens grootschalige
cocaïnehandel deugt geen mallemoer.
Drie jaar nadat advocaat Abraham Moszkowicz door Bouterse werd
aangesteld als zijn verdediger nam hij gisteren voor het eerst - de
behandeling in eerste aanleg had hij overgeslagen - de kans waar om in
een rechtszaal uitgebreid zijn cliënt te verdedigen. Bij een
gigazaak, zoals de langdurige berechting van Bouterse op het Haagse
Paleis van justitie wordt genoemd, past een giga-pleidooi moet
Moszkowicz hebben gedacht. En dat kwam er dan ook.
Tot half drie 's nachts had hij er met twee kantoorgenoten aan gewerkt.
Het resultaat torste hij in een king size sporttas met zich mee.
Een hele stapel exemplaren van de naar alle waarschijnlijkheid dikste
pleitnotities uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis: 246 pagina's lang.
Twee keer zo dik als het requisitoir.
Voor aanvang stond Moszkowicz letterlijk te trappelen van ongeduld. Hij
droeg, ondanks het tropische weer, een smetteloos, warm grijs pak, en
een blauwe das onder kleine rode oogjes. Het ontbijt zat in een papieren
zak: een zacht wit broodje met jonge kaas. Moszkowicz had er zin in.
Onderweg van Amsterdam naar het hof in Den Haag was hij in zijn blauwe
Ferrari "wel 18 19 keer gebeld" door kennissen om hem succes te wensen.
Het pleidooi begon met een kat aan het adres van de "duidelijk minder in
strafzaken ingevoerde" president van de Haagse rechtbank A. van Delden.
Die had hem vorig jaar, net als vele andere "leken", het "volstrekt
misplaatste verwijt" gemaakt dat Moszkowicz in de zaak-Bouterse er
alleen maar op uit is zand in de juridische machine te strooien. Alsof
er feitelijk niets tegen de beschuldigingen zou zijn in te brengen.
Welnu, dat wilde hij graag gelijk even ontzenuwen.
Het hart van de verdediging betrof een aanval op de door justitie
gebruikte getuigen. Een belangrijk deel van het bewijsmateriaal tegen
Bouterse bestaat uit verklaringen die, aanvankelijk acht, anonieme
getuigen hebben afgelegd. Door fouten van justitie en doordat sommige
getuigen alsnog onbetrouwbaar zijn verklaard, zijn er nog maar drie
zogeheten bedreigde getuigen over.
Moszkowicz vindt dat veel te makkelijk door de rechter-commissaris aan
getuigen is toegezegd dat ze anoniem mogen verklaren. De rechter heeft
niet eens onderzocht of een getuige daadwerkelijk reden had te vrezen
voor bedreigingen. Men mocht volgens Moszkowicz al anoniem verklaren als
justitie te kennen gaf dat een getuige "prijs stelde" op bescherming van
zijn identiteit.
De rechter heeft volgens de advocaat te lichte en "onjuiste maatstaven"
aangelegd voor de toekenning van de status van bedreigde getuige.
"Terwijl anoniem bewijs een laatste redmiddel zou moeten zijn." De
rechter heeft weliswaar vastgesteld dat getuigen "consistent"
verklaarden maar dat zegt niets. Een getuige kan ook consistent liegen.
Dat getuigen overdreven worden afgeschermd voor de verdediging
illustreerde Moszkowicz aan de hand van getuige Renfurm. Hij was
aanvankelijk een anonieme getuige totdat zijn identiteit uitlekte.
Renfurm heeft zich volgens Moszkowicz onlangs vrijwillig met hem in
contact gesteld. De advocaat gaf het hof een kopie van het nieuwe
identiteitsbewijs van Renfurm en correspondentie waaruit blijkt dat de
getuige wegens het bekendworden van zijn naam van de staat een kleine
drie ton eist. De getuige voelt zich volgens Moszkowicz helemaal niet
bedreigd en "wil alleen van twee walletjes eten".
Moszkowicz ridiculiseerde ook de vier drugstransporten die zijn
cliënt worden verweten. De ontdekte smokkel zat zo knullig in
elkaar - soms lag de coke gewoon tussen boomstammen - dat het een
belediging is te denken dat een staatsman van het formaat van Bouterse
dit regelt. "Want incompetentie tot organiseren kan nou net niet van
Bouterse worden gezegd."
De advocaat vindt het ook rijkelijk naïef dat justitie waarde
toekent aan de verklaringen van voormalige lijfwachten van Bouterse die
vertellen over conspiratieve drugsbijeenkomsten van Bouterse. Alsof zijn
cliënt zo onnozel zou zijn om dergelijke hulpkrachten toe te laten
tot zulke vergaderingen.
Het pleidooi van Moszkowicz bevatte niet de spectaculaire bommetjes die
Bouterse eerder had aangekondigd. Het was degelijk juridisch verweer
waarbij de strafpleiter in één adem door ook "de
soevereine staat Suriname" verdedigde. Moszkowicz hekelde dat de
advocaten-generaal in hun requisitoir stelden dat in Suriname "van
staatswege bescherming wordt geboden" aan het drugskartel. Nederland,
dat de afgelopen jaren via het doorleveren van drugs door
opsporingsambtenaren een dubieuze reputatie heeft opgebouwd, zou wat
terughoudender moeten zijn in het met de vinger wijzen naar andere
mogendheden.
"Grote druk" rust er volgens de advocaat op het hof. "Als u Bouterse
vrijspreekt, staat Nederland op zijn kop. Als u veroordeelt zullen velen
daarin de bevestiging lezen van het negatieve imago dat aan Suriname
kleeft en dat zal zijn weerslag hebben op de gevoelens van de
Surinamers." Moszkowicz zei er van overtuigd te zijn dat op 30 juni bij
het uitspreken van het arrest zal blijken "dat uw hof die druk aankan".
De raadsheren hebben weliswaar in eerdere zittingen een deel van de
verweren van Moszkowicz verworpen, een mens is nooit te oud om te leren.
Want, zo zei Abraham van zijn 73-jarige vader Max te hebben geleerd,
"een wijs rechter durft op genomen beslissingen terug te komen".