In strafzaak-Bouterse
'Misleiding door politie en justitie'
Door onze redacteur MARCEL HAENEN
ROTTERDAM, 13 APRIL. De Haagse
politie en justitie hebben de rechtbank en de verdediging volgens de
Rotterdamse advocate I. Weski " stelselmatig misleid" bij het geven van
informatie over het onderzoek naar drugsverdachte D. Bouterse en
medeverdachten.
Raadsvrouw Weski, die de vermeende handlanger van Bouterse, Richard L.
bijstaat, heeft het gerechtshof vandaag gevraagd nooit eerder
geopenbaarde vertrouwelijke Haagse politiedossiers vanaf 1990 te mogen
overleggen. Daaruit blijkt volgens haar dat er al veel langer
verdenkingen tegen Bouterse en medeverdachten hebben bestaan dan
opsporingsambtenaren tot nu toe hebben toegegeven. Omdat er volgens
Weski wezenlijke opsporingsinformatie is achter gehouden, moet justitie
volgens haar niet-ontvankelijk worden verklaard. Bouterse en
medeverdachten zouden dan vrijuit gaan.
Justitie heeft tot nu toe steeds gezegd dat het drugsonderzoek naar
Bouterse pas in 1992 is begonnen door het zogeheten derde Copa-team
(Colombia-Paramaribo). Over Bouterse zouden volgens de politie tot dan
toe alleen vermoedens hebben bestaan dat hij met drugs te maken had.
In de stukken die Weski nu heeft van het Copa-team - 'zeer
vertrouwelijk' en 'geheim' - uit onder andere 1990 wordt Bouterse al
als drugshandlanger opgevoerd van veel andere Colombiaanse, Surinaamse
en Nederlandse drugsverdachten. Het rapport van 1990 van het 'Copa-
team narcoticabrigade' eindigt met een foto van Bouterse waaronder
staat "en dan nu Bouterse nog effe klissen, mannen!".
"Uit deze geheime dossiers blijkt dat minimaal twee jaar langer dan tot
nu toe is verteld, Bouterse een specifiek onderzoeksdoel is geweest van
de Haagse politie. Door grote delen van de verdenkingen te verzwijgen,
heeft de verdediging niet kunnen reconstrueren hoe het onderzoek is
verlopen en of er rechtmatig is gehandeld", aldus Weski. Het hof moet
volgens haar daarom justitie niet-ontvankelijk verklaren. De advocate
wil in ieder geval alle opsporingsambtenaren opnieuw horen over de tot
nu toe verzwegen stukken. De al sinds december vorig jaar lopende hoger
beroepszaak tegen Bouterse - die eerder door de rechtbank tot zestien
jaar cel werd veroordeeld - zou daardoor aanmerkelijk worden vertraagd.
Weski wil niet zeggen hoe ze ineens aan de vertrouwelijke
politiedossiers komt. Vorige week verklaarde een van de voormalige
rechercheurs van het eerste Copa-team, P. Staal, in het Algemeen
Dagblad al dat zijn team reeds in 1990 "een zaak tegen Bouterse
rond had". Staal, die inmiddels privé-detective is, sprak het
vermoeden uit dat zijn team destijds om politieke redenen werd
ontbonden. Weski wil ook dat Staal door het gerechtshof wordt gehoord.
Uit de dossiers, waar deze krant ook over beschikt, blijkt overigens
niet dat er vóór 1992 bewijsmateriaal tegen Bouterse
bestond. Het gaat om analyses van de politie waarin wel regelmatig de
naam van Bouterse opduikt. Er staat bijvoorbeeld in dat Kobus L., die
een straf uitzit wegens cokehandel met de Surinaamse ex-legerleider,
"een direct contact is van Desi Bouterse". Uit de vertrouwelijke
stukken blijkt ook niet dat de politie concrete opsporingshandelingen
heeft verricht tegen Bouterse. Het Haagse gerechtshof moest vanmiddag
nog beslissen wat er met de stukken moet gebeuren en of
opsporingsambtenaren opnieuw moeten worden gehoord.