'Decembermoorden zaak justitie'
Bouterse kan worden berecht
Door een onzer redacteuren
AMSTERDAM, 4 MAART. Vervolging
in Nederland van de Surinaamse oud-legerleider Bouterse voor zijn rol
bij de 'decembermoorden' van 1982 is opportuun. Wel moet nog worden
onderzocht of een Nederlandse rechter met een eventuele berechting kan
en moet worden belast. Dat heeft het Amsterdamse gerechtshof gisteren
bepaald. De uitspraak volgt in een beklag dat twee nabestaanden
indienden na een beslissing om Bouterse juist niet te vervolgen.
Volgens het gerechtshof zijn er "ernstige verdenkingen" dat Bouterse in
de nacht van 8 op 9 december 1982 "een belangrijke rol" heeft gespeeld
bij de marteling en executie van vijftien tegenstanders van het
toenmalige militaire bewind. De verdenking en bezwaren zijn naar het
oordeel van het hof zo ernstig dat Bouterse voor een strafrechter ter
verantwoording behoort te worden geroepen. Dat zou in beginsel in
Suriname zelf moeten plaatshebben, maar omdat niet te verwachten valt
dat Bouterse daar of elders in de wereld op afzienbare termijn zal
worden vervolgd en berecht, noemt het hof Nederland " de meest
aangewezen overheid" om vervolging in te stellen. Daarbij zijn de
argumenten meegewogen dat Nederland nauwe historische banden met
Suriname heeft en zich hier een grote Surinaamse bevolkingsgroep
bevindt. Eén van de 15 slachtoffers was Nederlander.
Er moet nog worden bekeken of de gepleegde delicten folteringen,
oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid waren. Het hof
gaat een deskundige inschakelen die, op grond van het volkenrechtelijk
gewoonterecht, zal onderzoeken of een Nederlandse rechter de berechting
ter hand kan nemen. Daarna valt op korte termijn een definitief
besluit.
De nabestaanden die de procedure hadden aangespannen, reageren gematigd
positief op het oordeel van het hof. R. Wijngaarde, broer van de
vermoorde F. Wijngaarde, noemde het "een stap in de goede richting".
Wijngaarde, wiens broer Nederlander was, strijdt al jaren voor
vervolging van Bouterse. Hij zegt optimistisch te zijn over het vervolg
van de procedure. "Maar ik ben pas echt tevreden als het OM opdracht
krijgt Bouterse te vervolgen."
Eerder probeerden nabestaanden Bouterse in Nederland vervolgd te krijgen
op basis van zijn vermeende Nederlanderschap tijdens de
decembermoorden. Het gerechtshof stelde in zijn uitspraak van gisteren
echter definitief vast dat " vrijwel zeker moet worden aangenomen" dat
Bouterse toentertijd de Nederlandse nationaliteit had verloren.
Wijngaarde noemt dat oordeel nu niet relevant meer: "De uitspraak van
het hof legt nadruk op foltering en dat feit ontstijgt de vraag over de
nationaliteit van de daders. Dat is winst, vooral omdat foltering, in
tegenstelling tot moord, niet verjaart."