Begin tekst

NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE

EVJ
Overzicht


Vragen & Opmerkingen


Begrippenlijst:
A, B, C, D, E,
F, G, H, I, J,
K, L, M, N, O, P,
Q, R, S, T, U,
V, W, X, Y, Z


Sociale zekerheid

In 1997 waren blijkens de Sociale Nota 1999 de uitgaven voor sociale zekerheid in ons land 203 miljard gulden. Het sociale zekerheidsstelsel bestaat uit vier grote deelsectoren:

  1. de sociale verzekeringen (waarin 138 miljard gulden omgaat);
  2. de sociale voorzieningen (22 miljard);
  3. de regelingen voor overheidspersoneel (7 miljard);
  4. de pensioenverzekeringen (36 miljard).

Met de regelingen onder 1,2, en 3 is de laatste jaren een bedrag ter grootte van ongeveer 24% van het bruto binnenlands product gemoeid. In 1970 was dat niet meer dan eenvijfde. Begin jaren tachtig ongeveer een derde.

De sociale verzekeringen worden onderverdeeld in werknemersverzekeringen en volksverzekeringen. De werknemersverzekeringen bestrijken de werknemers van particuliere bedrijven en die van organisaties uit de g+g-sector, de gepremieerde en gesubsidieerde sector (ziekenhuizen en dergelijke). De belangrijkste werknemersverzekeringen zijn:

  • de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO);
  • de Werkloosheidswet (WW);
  • de Ziektewet (ZW);
  • de Ziekenfondswet (ZFW).

Er zijn vijf volksverzekeringen, die in principe gelden voor elke ingezetene. Het zijn:

  1. de Algemene Ouderdomswet (AOW);
  2. de Algemene Nabestaandenwet (ANW);
  3. de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW);
  4. de Algemene Kinderbijslagwet (AKW);
  5. de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

De uitkeringen krachtens de sociale verzekeringen worden betaald uit de opbrengsten van de premies die worden geheven. Deze premies verhogen de kosten van de factor arbeid; ze zijn een deel van de loonkosten.

De sociale voorzieningen worden niet uit premie­opbrengsten betaald maar uit de algemene middelen, belastingen en niet­belastingen dus. Tot de sociale voorzieningen behoren:

  • de Algemene Bijstandswet (ABW), die iedereen in Nederland die niet zelf in de kosten van zijn bestaan kan voorzien recht geeft op een zogenoemde bijstandsuitkering;
  • de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers, die langdurig werklozen een uitkering verstrekt.

Het stelsel van sociale zekerheid is met name in de jaren tachtig zo duur en zo ingewikkeld geworden dat men in de loop van de jaren tachtig is begonnen met een grondige herziening. Aan de ene kant door het aantal uitkeringontvangers te beperken door strengere richtlijnen te hanteren bij de toekenning van een uitkering (volumebeleid). Aan de andere kant door de hoogte van de uitkeringen te beperken. Men probeert in de wettelijke regelingen prikkels in te bouwen die tot re-activering in plaats van tot permanente inactiviteit leiden. Het uitgaventotaal in procenten van het bruto nationaal product daalt de laatste jaren slechts mondjesmaat.

Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD / Pleus & Schöndorff (1 juni 1999/ web@nrc.nl)