Geld

Geld is ieder ruilmiddel dat in brede kring wordt geaccepteerd. De koopkracht ervan is niet beperkt tot één of enkele goederen, zoals bijvoorbeeld bij boekenbonnen of koffiemuntjes. Door geld te gebruiken in het ruilverkeer wordt de ruil als het ware in twee delen gesplitst. Bijvoorbeeld: de bloemenkweker ruilt (verkoopt) zijn narcissen tegen geld. Met dat geld betaalt hij zijn leveranciers en werknemers. Die kunnen er op hun beurt weer de goederen en diensten voor kopen die zij willen hebben. Naast de ruilmiddelfunctie van h et geld, onderscheidt men nog de functie van rekenmiddel en oppotmiddel.

 

In het verleden hebben hebben allerlei soorten goederen als ruilmiddel dienst gedaan: vee, slaven en zout in het oude Rome, schelpen en kralen in Afrika en Zuid-Amerika. Nog in deze eeuw werden in sommige gebieden in China theebriketten a ls ruilmiddel gebruikt. Ook al hebben veel soorten goederen in het verleden dienst gedaan als ruilmiddel, gemeenschappelijke kenmerken waren steeds dat ze:

* als goed algemeen werden begeerd;

* een vrij hoge en redelijk stabiele waarde hadden per gewichtseenheid;

* niet bederfelijk waren.

 

In de praktijk bleken edele metalen het best te voldoen als ruilmiddel; vaak eerst in de vorm van gouden en zilveren sieraden. Maar de ruilwaarde van een sieraad wordt voor een deel subjectief bepaald. Dat was een nadeel. Het was dan ook een grote stap vooruit toen goud en zilver in de vorm van munten als ruilmiddel werden gebruikt.