Begin tekst
NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE

EVJ
Overzicht

Vragen & Opmerkingen

Begrippenlijst:
A, B, C, D, E,
F, G, H, I, J,
K, L, M, N, O, P,
Q, R, S, T, U,
V, W, X, Y, Z

Bedrijfskolom

De bedrijfskolom beschrijft de fasen die een product doorloopt van grondstofproducent tot en met detailhandel. De verschillende geledingen in de bedrijfskolom komen via markten met elkaar in contact.

De meeste producten doorlopen een aantal fasen in het productieproces, voordat zij als eindproduct de consument bereiken. De output van de ene onderneming vormt weer input voor een volgende, enzovoort. Zo staan de verschillende schakels, via verkoop- en inkoopmarkt met elkaar in verbinding. Dat geheel van schakels (inclusief de verbindende markten) in de vorm van zelfstandige bedrijven, dat een product passeert, noemen we de bedrijfskolom.

Het schema schetst bij wijze van voorbeeld de bedrijfskolommen voor blikverpakking, vleesconserven en groenteconserven. Het schema geeft een vereenvoudigd beeld van de werkelijkheid. Zo is bijvoorbeeld aangenomen dat de veehouderij geen inputs kent. Ook zijn bij de andere geledingen inputs weggelaten. De vleesconservenfabriek koopt behalve geslacht vee en blik, vanzelfsprekend ook andere goederen en diensten in: conserveringsmiddelen, energie, arbeid (de werknemers), transport-, bank- en verzekeringsdiensten, enzovoort.

Bedrijfskolommen

In de loop van de jaren kan de bedrijfskolom korter of langer worden. Als de vleesconservenfabriek uit het voorbeeld besluit het slachten in eigen beheer uit te voeren, verkort dat de bedrijfskolom. Er is sprake van integratie. Het bedrijf kan verschillende motieven hebben om de activiteiten van zijn leverancier over te nemen. We noemen enkele mogelijkheden. Het kan zijn dat een eigen slachterij kostenbesparend werkt. In de inkoopprijs van het vlees zit immers een winstmarge verwerkt voor de slachterij. Denkbaar is verder dat het vleesconservenbedrijf door integratie een betere greep op de kwaliteit van zijn grondstof krijgt.

Integratie kan ook plaatsvinden aan de verkoopkant. Door direct te leveren aan de detailhandel, schakelt de fabrikant de groothandel uit. Een reden kan onder meer zijn dat hierdoor de distributiekosten lager worden. Voorbeelden van vérgaande integratie aan de verkoopkant vinden we in de meubelindustrie (Ikea) en in de olieindustrie (Shell: van oliewinning tot pompstation) en de laatste jaren ook bij hardware en software leveranciers in de computerindustrie (bijvoorbeeld Dell).

We komen ook de omgekeerde beweging tegen: het afstoten van taken naar een voorafgaande of volgende geleding in de bedrijfskolom. We spreken dan van differentiatie. Het slachten van vee en het inblikken van vlees zijn twee productieprocessen die elk zeer specifieke kennis vereisen. Dit kan een reden zijn voor het bedrijf om zich juist te beperken tot zijn kernactiviteit. Een tweede reden kan zijn dat het inkopen bij een zelfstandige slachterij tot lagere productiekosten leidt. Dat is bijvoorbeeld het geval als de kostprijs van het product sterk wordt beïnvloed door de bedrijfsgrootte (schaalvoordelen). Een eigen (kleine) slachterij produceert in dit geval duurder dan een zelfstandig (groot) bedrijf.

Niet alleen in lengte, maar ook in breedte kan de bedrijfskolom van vorm veranderen. Als de vleesconservenfabriek zijn productassortiment vergroot door het inblikken van groente, wordt de bedrijfskolom breder. Dit verschijnsel heet parallellisatie. Ook hier noemen we enkele motieven. Door uitbreiding van het productassortiment zou een betere benutting van de productiecapaciteit kunnen worden bereikt. Dit is bijvoorbeeld het geval als de aanvoer van grondstoffen afhankelijk is van het seizoen (fruit). Of de fabrikant heeft een zo sterk merk opgebouwd, dat het aantrekkelijk is ook andere producten onder die merknaam aan te bieden. Wanneer de klant een merkenvoorkeur heeft voor de diepvriesgroente van Iglo, waarom zou Iglo dan geen vissticks aanbieden?

Maar een bedrijf kan ook goede redenen hebben om zijn assortiment juist te beperken: specialisatie. Vooral in de detailhandel vinden we veel voorbeelden. Gespecialiseerde detaillisten bieden een smal assortiment (weinig verschillende productsoorten) en zoeken hun kracht in de diepte van het assortiment (veel keuzemogelijkheden binnen enkele productsoorten). Voor de klant liggen de voordelen in de uitgebreide keuzemogelijkheid en de vaak grotere productkennis van het bedienend personeel.

Door integratie wordt de bedrijfskolom korter, door differentiatie langer. Specialisatie leidt tot een versmalling, parallellisatie tot een verbreding van de bedrijfskolom.



Bovenkant pagina
NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD / Pleus & Schöndorff (25 oktober 1999 / web@nrc.nl)