NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
Overzicht
Vragen & Opmerkingen
Begrippenlijst:
A, B,
C, D,
E, F,
G, H,
I, J,
K, L,
M, N,
O, P,
Q, R,
S, T,
U,
V, W,
X, Y,
Z
Financieel- economische
schakels
|
Leve de vrijhandel
De Azië-crisis leidt tot een
vertraging van de groei van de wereldhandel. 'Wereldbank ziet gevaar recessie', kopte NRC
Handelsblad op 3 december 1998. In het op die dag verschenen Global
Prospects and the Developing Countries 1998/1998 maakte de Wereldbank bekend dat het
nog steeds denkbaar is dat de wereldeconomie als gevolg van de
Azië-crisis in een recessie terecht komt. Vooral
Latijns-Amerika ondervindt de nadelige gevolgen van de crisis. De
productiegroei in die landen valt terug van 2,5% dit jaar tot 0,6% in
1999. De oorzaak hiervan is in de eerste plaats dat deze landen zijn
aangewezen op de export van grondstoffen, waarvan de prijzen door de
gedaalde wereldvraag fors zijn gekelderd. In de tweede plaats speelt mee
dat veel Latijns-Amerikaanse sterk afhankelijk zijn van buitenlandse
kredieten. En na de verliezen die beleggers hebben geleden in landen als
Indonesië, Maleisië en Thailand, hebben de
financiële markten zich ook afgekeerd van Latijns-Amerika. Die
landen moeten nu hoge rentepercentages vergoeden om beleggers zo ver te
krijgen dat zij hun vermogen ter beschikking stellen.
Bij een stagnerende wereldhandel ligt altijd weer het gevaar van een
toenemende protectie op de
loer. Maar op dezelfde pagina van NRC Handelsblad valt onder de kop 'WTO: vrijhandel blijft' te lezen dat de World Trade Organization (WTO) in
het op 3 december uitgebrachte jaarrapport voorziet dat 'alle lidstaten
dit jaar bij de viering van het multilaterale wereldhandelssysteem het
belang van een vrije wereldhandel hebben onderstreept'.
Het beperken van de vrijhandel zou een ware ramp
voor de wereldeconomie kunnen betekenen. Vrijhandel maakt het mogelijk
dat landen zich specialiseren in het maken van de producten die zij
relatief efficiënt kunnen voortbrengen, producten waarin zij een comparatief
kostenvoordeel hebben. De internationale concurrentiestrijd zorgt er
daarbij voor dat ondernemingen voortdurend hun kosten en
productkwaliteit moeten bewaken en verbeteren. Het optrekken van
beschermende muren rond de landsgrenzen, houdt inefficiënte
ondernemingen en productiemethoden in stand. Bovendien is er dan het
gevaar van een handelsoorlog. De importbeperkingen die land A oplegt aan
land B, worden door land B beantwoord met soortgelijke of nog scherpere
handelsbelemmeringen. Uiteindelijk is niemand daarbij gebaat. In
tegendeel.
JP
|