NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
Overzicht
Vragen & Opmerkingen
Begrippenlijst:
A, B,
C, D,
E, F,
G, H,
I, J,
K, L,
M, N,
O, P,
Q, R,
S, T,
U,
V, W,
X, Y,
Z
Financieel- economische
schakels
|
Wellink maant tot voorzichtigheid
Het omslag van het jongste Jaarverslag van De Nederlandsche Bank (DNB) wordt gesierd door een reeks eurosymbolen (). Geen toeval, we staan immers aan de vooravond van de
Economische en Monetaire Unie (EMU).
Afgelopen weekeinde is het besluit gevallen over de vraag welke landen voldoen aan de criteria van Maastricht voor toelating tot de EMU. Uiteindelijk bleek maar een land het groene licht niet te krijgen. Dat was, zoals verwacht, Griekenland. Drie andere landen - Groot Brittannië, Denemarken en Zweden - hadden al te kennen gegeven voorlopig nog niet te willen
meedoen aan de muntunie. De overige 11 landen van de Europese
Unie zullen dus per 1 januari 1999 de verantwoordelijkheid voor hun geldpolitiek uitbesteden aan de Europese Centrale Bank. Een bank die dan uiteindelijk toch onder de leiding zal komen te staan van onze Wim Duisenberg. Zij het dan dat de 62 jarige nu al heeft moeten beloven zich in de loop van zijn achtjarige ambtsperiode zo oud te zullen voelen, dat hij zich moet laten vervangen door de Fransman Trichet. Over elegante oplossingen gesproken...
Het volgende Jaarverslag van onze centrale bank zal verschijnen op een moment dat de rol van DNB ingrijpend is veranderd. In zijn eerste Verslag van de President neemt
Bankpresident Nout Willink alvast een beetje afscheid van de oude Bank: 'Nu de Bank binnenkort wat haar monetaire taken betreft zal worden uitgevaren naar Europa en onderdeel zal gaan worden van het Europees Stelsel van Centrale Banken, geschiedt dit niet alleen met een zekere weemoed, maar ook met dankbaarheid jegens al die achtereenvolgende ministers van financiën en regeringen die het de Bank hebben mogelijk gemaakt haar taak als hoedster van de gulden nauwgezet te vervullen.'
Zoals het een Bankpresident betaamt laat ook Wellink zich in het Jaarverslag kritisch uit over het kabinetsbeleid. Na de successen van het ook internationaal geprezen Poldermodel
wat te hebben gerelativeerd, gaat hij in op het in de afgelopen kabinetsperiode gevoerde begrotingsbeleid en spreekt hij waarschuwende woorden over de periode erna (zie Discipline rijksuitgaven loopt gevaar, NRC Handelsblad 28 april 1998). Lovende woorden heeft hij voor het door minister Zalm geïntroduceerde trendmatige begrotingsbeleid. Hierbij werd steeds op basis van (voorzichtige) schattingen over de groei van onze productie bepaald hoe groot de uitgaven van de rijksoverheid het komende jaar mochten zijn. Doordat de conjunctuur zich de afgelopen jaren prima ontwikkelde had de minister van Financiën zo'n 16 miljard gulden aan belastingmeevallers. Voor het
grootste deel (ongeveer 12 miljard) gaf het kabinet dat geld terug aan de belastingbetalers in de vorm van lastenverlichting. De resterende 4 miljard kwam ten goede aan een verkleining van het financieringstekort.
Als de volle 16 miljard voor dat laatste doel was gebruikt, hadden we nu waarschijnlijk al een financieringstekort van minder dan 1% van het bruto binnenlands product. In 1998 lijkt het tekort uit te komen op 1,6%. Voor de volgende kabinetsperiode houdt Wellink het hart vast. De programma's van de grote politieke partijen gaan uit van een overheidstekort in 2002 van 1% (VVD) tot 1,5% (PvdA). Volgens hem rekenen zij er op dat er toch wel weer meevallers zullen optreden die het tekort uiteindelijk wel lager zullen doen uitvallen. Een riskante politiek, vindt Wellink, want we mogen er niet op rekenen dat de gunstige conjunctuur ook in de komende vier jaar doorzet. De groeiveronderstellingen van de politieke partijen zijn te optimistisch. En dat strookt niet met het trendmatig begrotingsbeleid.
JP
|