C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


2 december 1998

Mediawenken


Vorige week schreef ik in deze rubriek over de overstelpende en onvermijdbare invloed van film- en televisieproducenten op het wens- en koopgedrag van kinderen. Dat strekt zich uit van video's en poppen tot alle mogelijke nuttige en prullerige produkten die niets meer met het uitgangspunt - de film of het tv-programma - te maken hebben. Ik sprak mijn verontrusting uit over de wijze waarop vooral de allerkleinsten met deze merchandising worden geconfronteerd.

Gisteren stonden in deze krant en de Volkskrant vraaggesprekjes met de zojuist tot bijzonder hoogleraar Kind en Media benoemde Patti Valkenburg. Zij heeft de reclameboodschappen geturfd die in deze tijd op kinderen worden afgevuurd: bij Telekids kan het aantal spots oplopen tot 113 stuks in vier uur tijd. Dat heeft tot gevolg dat 40 procent van de kinderen van twee, 60 procent van de driejarigen en 84 procent van de vierjarigen in de winkel moeiteloos een product herkent. En zoals bekend begint bij herkenning de heblust. Kinderen jengelen om de aanschaf van iets en ouders proberen dat te weerstaan: taferelen die iedereen uit de supermarkt kent. Ook dat verschijnsel werd door Valkenburg gekwantificeerd: maar liefst 70 procent van de ouders van vijfjarigen verlaat beschaamd de winkel na een scène over de aankoop van een produkt. Toch zet van de 7- en 8-jarigen tweederde een produkt op het verlanglijstje waarvoor in de voorafgaande weken uitgebreid is geadverteerd.

De zorg van Valkenburg betreft vooral het achterop blijven van de wetenschappelijke kennis in de wapenwedloop met de producenten van speelgoed, pretfilms en snoepgoed. Voor de televisie worden kinderen die nog niet kunnen lezen bestookt met audiovisuele boodschappen die zo mogelijk beter beklijven dan geschreven tekst. In de supermarkt worden de geadverteerde produkten, waarvan de slogans door kinderen probleemloos kunnen worden herhaald, op ooghoogte van de kleinsten onweerstaanbaar uitgestald. Waar vroeger kinderen pas vanaf een jaar of zeven in de invloedssfeer van reclame belandden, lijkt nu geen leeftijdsbeperking meer te gelden. Met als gevolg dat ik mij gisteren naar de speelgoedwinkel spoedde voor de aanschaf van een Teletubbies-pop voor mijn dochter van twee - het gerucht ging dat ze uitverkocht raakten.

Kinderen zijn niet alleen een dankbare groep om voor te adverteren vanwege 'hun' koopkracht - de groep 6- tot 12-jarigen heeft jaarlijks 3,5 miljard gulden te besteden -, ze zijn ook interessant als de consument van morgen. In haar boek 'Vierkante ogen' gaf Valkenburg ouders enkele wenken om kinderen niet verslaafd te laten raken aan tv- en computervermaak. Deze nieuwe hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam rekent het tot haar opdracht ouders bewuster te maken van de effecten van het media-gedrag van hun kinderen. Daar zou ik een praktische tip aan willen toevoegen: breng eens een zondagochtend of doordeweekse middag door bij uw tv-kijkende kind - en beoordeel zelf wat er aan gewelddadigheid en commercie aan ze voorbij trekt.

,,Sinds enige tijd maak ik voor mijn nieuwsaanbod gebruik van de Europese CNN-Internetsite'', schrijft Nico Snijders in reactie op de stellingen van de mediasocioloog Schönbach, eveneens kersvers hoogleraar te Amsterdam, waarvan ik gisteren in deze rubriek melding maakte. Volgens deze mediaprofessor zit niemand op een 'Daily Me', een naar persoonlijke voorkeur samengestelde Internet-krant, te wachten. Deze correspondent vormt daarop blijkbaar een uitzondering. ,,Via de keuze Custom News kan ik zelf mijn nieuwsaanbod samenstellen'', vervolgt Snijders enthousiast. ,,Deze wijze van nieuws ontvangen beviel me zo goed dat er aardig wat tijd in ging zitten. Hierdoor ontbrak het me aan tijd om ook nog het NRC te lezen waar ik toen op geabonneerd was. Omwille van de beschikbare tijd was het noodzakelijk een keuze te maken tussen artikelen "op maat" en het ruime aanbod van "collectief" nieuws en achtergronden via het NRC Handelsblad. Voor mij viel de keuze op de website van CNN. Misschien is het aardig eens na te gaan hoeveel abonnee's CNN heeft op hun "custom news" en welke aanvullende wensen men zonodig heeft voor collectief nieuws (wat in veel gevallen overigens via diezelfde site te verkrijgen valt).''

,,Voor mijzelf is het zo dat ik specifiek nieuws volg via CNN en het collectieve Nederlandse nieuws via teletekst'', besluit Snijders. ,,Om voor Nederland een goed beeld te krijgen zou Internet wat meer ingeburgerd moeten zijn en een goede Nederlandstalige nieuwssite beschikbaar moeten zijn op de wijze van CNN custom news.''

Snijders keert hopelijk weer bij ons terug zodra NRC Handelslad die service biedt.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)