U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Pam Grier


In een reeks profielen van hedendaagse filmsterren deze week Pam Grier, die het boegbeeld was van een reeks zwarte actiefilms uit de jaren zeventig en nu in Jackie Brown van Quentin Tarantino geen rolmodel meer hoeft te zijn.

Door DANA LINSSEN

Pam Grier Het was begin jaren zeventig en behalve Barbra Streisand en Liza Minelli werd in Hollywood geen enkele vrouw 'bankable' genoeg geacht om een film te dragen. Laat staan een zwarte vrouw. Behalve - met het nodige understatement - Pam Grier natuurlijk, de eigengereide hoofdrolspeelster uit een hele reeks 'blaxploitation'-films die met een woeste bos krullen en gehuld in een luchtig niemendalletje heel zwart Amerika naar de bioscoop lokte. Het waren de jaren van de polyester overhemden en de nylon coltruien, afro-look en excuus-negers in Hollywood-films. Tot er een reeks B-films werd geproduceerd vol harde actie, swingende seks, onverbloemd geweld en zwarte helden, vooral veel zwarte helden.

Haar filmdebuut maakte ze nog als naamloze 'vierde vrouw met grote borsten' in Russ Meyers Beyond the Valley of the Dolls (1970), maar al een paar jaar later was Pamela Suzette Grier (Winstom-Salem, Noord-Carolina, 26 mei 1949) 'the queen of blax' en speelde titelrollen in genreklassiekers als Coffy (1973), Foxy Brown (1974), Sheba Baby (1975) en Friday Foster (1975). Haar rollen waren supervrouwelijk, maar ook onafhankelijk, solidair en in staat een paar flinke klappen uit te delen. Daarom was ze zowel een icoon voor zwarten als voor feministen.

Maar Grier speelde niet alleen in de serieuzere blax-films een rol, zij trad ook op in de campier geachte voorbeelden van het genre. Zoals in Roger Cormans American International Pictures Studio geproduceerde vrouwengevangenisfilms als Black Mama, White Mama ('see wild women fight to death') en The Big Bird Cage (beiden uit 1972), waarin zij achtereenvolgens een sensueel soulnummer zingt, een mitrailleur leegschiet en een moddergevecht voert. Ook is zij te zien de in zwarte Dracula-pastiche Scream, Blacula, Scream! (1973). In diezelfde tijd was zij ook te horen als achtergrondzangeres op de platen van Bobby Womack.

Uit angst voor typecasting probeerde ze eind jaren zeventig door te breken naar het 'gewone' Hollywood, maar meer dan een rol naast Richard Pryor in racedrama Greased Lightning (1977), wat vergeten tv-series en direct naar de videotheek gebonjourde B-films leverde dat niet op.

Wie denkt dat Quentin Tarantino Grier herontdekte (zoals hij ook met John Travolta deed) heeft niet helemaal gelijk. Ze speelde de afgelopen jaren al weer een flink aantal van zelfspot getuigende rollen, bijvoorbeeld in de neo blax-film Original Gangstas (1996), een transseksueel in Escape from L.A. (1996) en samen met oud-blax ster Jim Brown een echtpaar in Tim Burtons Mars Attacks! (1996). Wel heeft Tarantino voor Grier haar eerste echte serieuze rol geschreven, waarin zij niet langer slechts een boegbeeld voor een generatie of een rolmodel hoeft te zijn. Met haar bijna 49 jaren is zij nog precies wat tegenspeler Robert Forster tegen haar zegt: ,,Ik wed dat je er nog steeds zo uitziet als toen je 19 was.'' ,,Ik heb wel een wat grotere kont gekregen.'' ,,Wat geeft dat nou.'' Slam! Bam! Thank you Pam!

Melkweg Cinema vertoont t/m 27 mei Blaxploitation Films Part 2, waaronder Pam Grier-klassiekers als Coffy en Sheba Baby. Inl. (020) 4222 785.

NRC Webpagina's
20 MEI 1998

Meer sterren


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)